Premier Netanyahu heeft nu gezegd dat hij een wapenstilstand goedkeurt. Hij wil onderhandelen. Waarover? Een staakt-het-vuren zou voor Hamas waarschijnlijk een nieuwe capitulatie betekenen, grotendeels met handhaving van de status-quo voor de vijandelijkheden begonnen, maar dan aangevuld met maatregelen die verder afbreuk zouden doen aan de macht van Hamas.
Herinneren we ons de aanleiding tot deze krachtmeting. Palestijnen werden ervan verdacht drie Israëlische jongens te hebben vermoord. Israëliërs namen wraak, vermoordden een jonge Palestijn door hem te verbranden. De daders zullen worden berecht. Ja, dat zijn gruwelijke daden. Maar een reden tot oorlog? Deze nieuwe uitbarsting van geweld valt alleen te begrijpen als de zoveelste uitbarsting van wederzijdse haat waarvoor de grondslag met de stichting van de staat Israël is gelegd. Haat wordt door wraak ‘gekoeld’, zoals we zeggen. Maar daarmee is het probleem van de wraak niet opgelost. Een geslaagde wraakneming veroorzaakt bij de tegenpartij het vaak heftige verlangen om revanche te nemen.
Zo kan dan een vicieuze cirkel ontstaan. In Israël, Gaza, de bezette gebieden waar Israëlische kolonisten in plaats van de oorspronkelijke Palestijnen wonen, zijn we getuige van de gruwelijke gevolgen. Maar denk ook nog even aan de grootscheepse moordpartij in 1982 toen Libanese falangisten mede onder verantwoordelijkheid van de Israëlische minister van Defensie Ariel Sharon drieduizend Palestijnse vluchtelingen vermoordden. Haat genereert zichzelf, tenzij dat proces door een externe macht kan worden gestopt. Die macht is er in dit geval niet.
De ongeremde escalatie van het conflict is ook een teken dat wat we vroeger de internationale gemeenschap noemden in verval is. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties was ooit een instituut dat in gevaarlijke conflicten een bemiddelende functie had. De secretaris-generaal was een wereldautoriteit. Degene die we nu hebben, Ban Ki-moon, doet goed zijn best, maar zo ver heeft hij het nog niet gebracht. En de Veiligheidsraad, destijds een orgaan van internationaal gezag, is tot een bureaucratische instelling geworden. In het Israëlisch-Palestijnse conflict hoef je van die kant niet op een verlossende ingreep te rekenen.
Hoe pakten de supermachten het in de Koude Oorlog aan? Toen heeft zich dankzij de kernbewapening bij beide partijen het besef van de wederzijdse vernietiging gevestigd. Daaruit is toen het instituut van de topconferenties ontstaan. Liepen de spanningen te hoog op, dan kwamen de wereldleiders bij elkaar en na een paar dagen bleek de vrede weer gered te zijn. Een wonder. En voor het geval zich dat niet zou voltrekken, was er nog altijd de Rode Telefoon die als laatste redmiddel binnen handbereik op hun bureau stond. Ondanks veertig jaar wapenwedloop en vaak oplopende spanningen is zo de vrede gered.
Israël en de Palestijnen verkeren niet in zulke relatief gunstige omstandigheden. De Israëliërs gaan verder met het koloniseren van de bezette gebieden. Hamas, als partij die het aan machtige bondgenoten ontbreekt, ziet geen andere oplossing dan het gooien van bommen. Dat duurt nu al jaren, en zo is het automatisme van de haat gegroeid.
Daarbij komt sinds een jaar of drie het voortgaande verval van de directe regionale omgeving. Ten eerste de onstuitbare zelfverwoesting van Syrië en nu de verrassende opkomst van Isis in Irak met als gevolg de expansie van de aanvaller.
Bovendien hebben de ‘grote mogendheden’, zoals we ze vroeger noemden, een manifeste afkeer van militaire inmenging in de regionale conflicten gekregen. Hoewel Israël in het Palestijnse conflict veruit de machtigste partij blijft, zou het geen wonder zijn als Hamas uit deze groeiende chaos nieuwe moed put. Dat zou dan betekenen dat de regio een nieuwe ronde van escalatie te wachten staat.
Aan dat treurige vooruitzicht wordt op het ogenblik door beide partijen energiek meegewerkt, terwijl mogelijke bemiddelaars zich zorgvuldig op een afstand houden. Het volgende hoofdstuk van de tragedie is in verregaande staat van voorbereiding.