New York – In maart zijn in Amerika 80.000 arbeidsplaatsen verloren gegaan, wat het totaal van dit jaar op 232.000 brengt. De werkloosheid bedraagt nu 5,1 procent. De brandstofprijs heeft een nieuw record bereikt, waardoor afgelopen week drie kleinere luchtvaartmaatschappijen failliet zijn gegaan. Het wegtransport ziet een crisis naderen. Steeds meer huiseigenaren kunnen de aflossing van hun hypotheek niet meer betalen. De president blijkt niet veel verstand van economie te hebben. Van de stijgende olieprijs was hij niet goed op de hoogte. Twee dagen voor de regering ingreep bij de overname van de investeringsbank Bear Stearns waarschuwde hij in Wall Street tegen bemoeienissen van de overheid. Volgens hem beleven de Amerikanen op het ogenblik ‘een paar moeilijke momenten’. De grote meerderheid is ervan overtuigd dat de recessie voor de deur staat of dat het al zo ver is.
Hoe gaat het intussen in Irak? Het Mahdi-leger van de anti-Amerikaanse geestelijk leider Moektada al-Sadr heeft een dag of tien geleden de strijd tegen het leger van premier Al-Maliki gestaakt nadat er een paar honderd doden waren gevallen. Nu blijkt dat tijdens de gevechten ongeveer duizend officiële soldaten de benen hebben genomen. Reportages maken melding van een ‘onoverzichtelijke situatie’. Tussen sjiieten en soennieten komt het regelmatig tot een uitbarsting, stammen raken slaags, bendes slaan hun slag. Er zijn vier miljoen vluchtelingen. Dankzij de surge, dik een jaar geleden onder generaal Petraeus begonnen, is het aantal doden aanzienlijk verminderd. Deze week komt Petraeus in Washington vertellen dat de surge een succes is, en relatief gezien heeft hij recht van spreken.
Deze boodschap zal zeker verwarring veroorzaken aan het front van de verkiezingscampagne. De Republikeinse kandidaat John McCain – overigens verre van een theoretische ijzervreter van het type George W. – zal er de bevestiging van zijn gelijk in zien. Hij wil desnoods nog honderd jaar in Irak blijven. De Democraten, Obama en Clinton, die in uiteenlopend tempo zo snel mogelijk willen vertrekken, zijn hun houding nog aan het bepalen. Wel is het waarschijnlijk dat Petraeus’ rapportage nieuwe hoogtepunten van verbitterde demagogie zal veroorzaken.
Er is nog een argument dat in toenemende mate een rol zal gaan spelen. Een jaar geleden kwam Time met een omslagverhaal waarin gemeld werd dat de Amerikaanse strijdmacht in toenemende mate overspannen raakt. Niet alleen wordt het leger overbelast door de oorlogen in Irak en Afghanistan en verplichtingen in de rest van de wereld. Steeds meer soldaten kunnen het individueel niet meer aan, zoals blijkt uit psychotisch gedrag van veteranen, gebroken huwelijken, alle persoonlijke misère die het deelnemen aan een oorlog met zich mee kan brengen. Het verblijf van de individuele soldaat in Irak zal nu worden teruggebracht van vijftien tot twaalf maanden. Een geringe troost voor wie de schade al heeft opgelopen. De situatie wordt nog ernstiger doordat in deze ontluikende recessie de veteranen moeilijker werk kunnen vinden dan degenen die niet overzee hebben gediend.
Uit een onderzoek van The New York Times en CBS blijkt dat 81 procent van de ondervraagden gelooft dat het land op de verkeerde weg is. Bush eindigt zijn acht jaar presidentschap als een vereenzaamde mislukkeling. In The New York Times van 4 april staat een symbolische foto. In Boekarest bereiden de Navo-leiders zich voor op een groepsportret. Bush in het midden, glimlachend, klaar voor de kiek. De anderen zien hem niet, staan met hun rug naar hem toe met elkaar te praten en te lachen. De machtigste man ter wereld merkt niet eens dat hij alleen staat.
Hier is onlangs een boek verschenen, The Bush Tragedy, van Jacob Weisberg, de hoofdredacteur van het internetmagazine Slate. Het is een minutieuze ontleding van Bush’s karakter; het beschrijft hoe het kan dat de leiding van Amerika kon worden overgenomen door dwaallichten als Karl Rove, Paul Wolfowitz, Dick Cheney, Donald Rumsfeld en Condoleezza Rice. Onder de leiding van dit gezelschap heeft de wereldmacht een onnoemelijke schade opgelopen. Het verwonderlijke vind ik dat ze daartoe de kans hebben gekregen.
Dit is het jaar van de definitieve opheldering. Twee uitzichtloze oorlogen, een economische recessie – voor de Amerikanen zou er alle reden zijn om zich in een stemming van malaise te wentelen. Maar niets daarvan. In de verkiezingsstrijd maken Obama en Clinton iedere dag de rekening op, hard en genadeloos. McCain is een aardige man maar hij draait om de hete brij heen, wat van iemand in zijn positie kan worden verwacht. Eén ding is wel duidelijk. De Amerikanen hebben de afgelopen acht jaar veel verloren, maar niet hun moed en energie.