
TV – Walter van der Kooi
Als opmaat voor de tweede editie van het Brainwash-festival (debat over actuele vraagstukken) brengt medeorganisator Human in de filosofische rubriek Dus ik ben tien korte lezingen die tijdens het eerste festival, vorig jaar, zijn gegeven. Ze worden gevolgd door bezoekjes van afwisselend Stine Jensen en Jan Jaap van der Wal aan mensen die hun opvattingen en praktijk toetsen aan de ideeën uit de lezing. In de eerste aflevering zien we eerst het stand-up-verhaal dat Alain de Botton hield over het immense belang van kunst in een wereld waarin religie onvoldoende antwoorden en troost kan bieden. Waarna Stine Jensen zijn visie meeneemt naar theatergezelschap Moeremans & Sons. Leden daarvan vertellen over hun eigen ideeën en aanpak, waarbij blijkt dat die nogal botsen met De Bottons gedachtegoed. Artistiek leidster Sarah Moeremans acht zijn opvatting van troost te therapeutisch en freudiaans, waar haar gezelschap meer ‘Brecht 2.0’ wil zijn. Zelf vond ik dat De Botton kunst wel extreem grote vermogens toekent bij het draaglijk maken van het leven; en dat Moeremans en haar jonge helden wel erg cryptisch bleven in uitleg, maar ook in fragmenten uit een voorstelling. Maar aan het denken zet de aanpak wel, inclusief de vraag ‘waar sta ik zelf?’ Volgende afleveringen brengen onderwerpen als empathie, goed eten = goed leven, vriendschap, idealen en ‘ik ben bang’. Sprekers als Damiaan Denys, Hans Sibbel en Tim Fransen. En gesprekspartners als Nazmiye Oral, Maarten Doorman, Peter Blangé en Wim Helsen.
Human, Dus ik ben / Brainwash, tien afleveringen vanaf zondag 30 augustus, NPO2, 17.10 uur
Het seizoen van de politieke documentaire wordt met een straaljagerknal geopend in Robert Oeys Vandaag kopen we een vliegtuig. Het is een minutieuze reconstructie van al wat speelde (en speelt) rond de vervanging van de F-16, oftewel van het omstreden JSF-project. Geschiedschrijving over een immens dure, belangrijke en bovenal bizarre zaak, met deelname van een indrukwekkende reeks betrokkenen uit leger, wapenindustrie, politiek, zowel Nederlands als internationaal (onder aanvoering van de Verenigde Staten). Ze komen voorbij in archiefbeeld maar vooral ook in getuigenissen voor deze film, gezeten in een studio tegen witte achtergrond. Een zeer bekwaam gemaakte en spannende puzzel van Robert Oey die terugbrengt wat je vergeten was (bijvoorbeeld dat Eisenhower zelf bij zijn afscheid waarschuwde voor de invloed van het militair-industrieel complex), vertelt wat je (althans ik) niet wist (dat Nederland tot de eredivisie van het F-16-tijdperk behoorde en dat dat uitgerekend bleek kort na en mede door het militair-politieke dieptepunt van Srebrenica) en medespelers terugbrengt aan wie je lang niet gedacht had: Mat Herben, Jack de Vries. Je bek valt regelmatig open en toch is het een genuanceerde productie. Wat het jammer maakt dat alle ‘partijen’ en standpunten aan elkaar gepraat worden door de volcontinu vet ironische commentaarstem van Porgy Franssen. Maar laat u dat vooral niet weerhouden.
Robert Oey, Vandaag kopen we een vliegtuig, NCRV 2Doc, maandag 31 augustus, 20.25 uur
Laat nou op dezelfde avond, iets later, de vaderlandse politiek weer centraal staan in de tweede reeks van VPRO’s De fractie. Waarin de fictieve lotgevallen van de Kamerfractie van de VPN (zusje van D66) gestoeld zijn op de heel wat minder fictieve politieke praktijk. En ze zelfs verweven worden met actuele ontwikkelingen. Wat productietechnisch behoorlijk gewaagd is. Ik vond het meer dapper en knap dan goed, maar kennelijk dachten kijkers en de verantwoordelijke autoriteiten daar anders over. Vandaar een vervolg waarin Daphne Bunskoek een nieuwe ster is. Ze combineert haar twee stielen (presenteren en acteren) in de rol van Suus, ‘de brutale presentatrice van een dagelijkse politieke talkshow’. Ze zit de VPN op de huid en gaat de politieke agenda flink beïnvloeden. Kom maar op dan, want Bunskoek, dat is bijna altijd goed. Er is een uitgebreide scenariostaf onder eindredactie van Jan Eilander en Gijs van de Westelaken. En regisseur Thomas Korthals Altes wisselt nu af met Rita Horst en Hanro Smitsman.
De fractie, VPRO, vanaf maandag 31 augustus, NPO 2, 21.25 uur
FILM – Gawie Keyser
Het gaat maar door: seks, seks en nog eens seks, zo’n tweeënhalf uur lang en op alle mogelijke manieren, tenminste voorzover ik dat kan overzien. En dan durft Gaspar Noé zijn ‘pornografische film’, althans in de ogen van de Franse filmkeuring, de titel Love te geven.
Met Love verlegt Noé de grenzen van de cinematografische betamelijkheid opnieuw nadat hij in 2002 het controversiële Irreversible maakte waarin een vrouw op gruwelijke wijze in real time wordt verkracht. Maar Noé is op zoek naar meer dan ‘werkelijkheid’. Zijn harde beelden hebben iets poëtisch. Ze zijn mooi, gestileerd, en ze drukken niet alleen instincten uit, maar ook een psychologische onderlaag waarin verdriet en verlangen een vernietigende uitwerking hebben.
In Love verbeeldt hij de relatie tussen de jonge Amerikaanse filmmaker Murphy (Karl Glusman) en zijn grote liefde, Electra (Aomi Muyock). Met pornografische scènes waarin niets aan de verbeelding wordt overgelaten – een unieke benadering in de filmgeschiedenis – dringt hij door tot de essentie van wat Murphy en Electra in elkaar zien. Ja, ze vinden elkaars gezelschap fijn. Maar de spanning tussen hen is vooral lichamelijk. En dat zien we, in detail, schijnbaar eindeloos.
Er waren eerder pogingen gedaan om de filmtaal van porno en de narratieve cinema met elkaar te verenigen, waarvan 9 Songs (2004) van Michael Winterbottom nog het meest geslaagd was. Maar Love is de eerste serieuze film waarin de ‘porno’ essentieel voor een complexe vertelling is. De grote kracht van het werk ligt in de wijze waarop Noé laat zien dat de verloren liefde vooral ook de pijn van het verlangen naar het lichaam van de ander inhoudt.
De seks is prachtig gefilmd: hardpornografisch, ja, prikkelend dus, maar nooit krijg je het gevoel dat exploitatie een rol speelt. De mooiste scènes in de film zijn juist die waarin Murphy via gefluisterde innerlijke monologen, in de stijl van Terrence Malick, vorm geeft aan zijn wanhoop en verdriet over het feit dat hij Electra kwijt is. Zijn verlangen verteert hem. Via flashbacks ontwikkelt zich het verhaal van zijn relatie met haar. Ze ontmoeten elkaar tijdens hun studie in Parijs. De aantrekkingskracht tussen hen is immens; haar naam is tekenend voor haar effect op hem. En zij: die arrogante, aantrekkelijke Amerikaan met zijn tamelijk conservatieve kijk op het leven is simpelweg onweerstaanbaar.
Liefde, ja. De eerste momenten die zo opwindend zijn. De twijfel die volgt: is dit geluk dan oneindig, en hoe de angst voor de pijn veroorzaakt door het eventuele verlies dan op te vangen? De vraag is zo herkenbaar, evenals de kern van een relatie die verslavend is: Murphy en Electra kúnnen niet zonder elkaar. Ze kicken op elkaars lichaam, op de vrijheid die ongelimiteerde seks biedt, zelfs wanneer andere lichamen in het spel komen, in parenclubs, in de wc op feestjes, zelfs in peeskamertjes. Maar uiteindelijk houden ze van elkaar. En wanneer Murphy haar mist, dan mist hij haar lichaam. Misschien is dat het grootste taboe dat Noé doorbreekt: het idee dat de liefde vooral iets geestelijks is. Liefde, in Love, staat gelijk aan seks.
Love is te zien vanaf 27 augustus
Beeld: © Gaspar Noé