Een World Exclusive van het Drudge Report. Over een videoband die vijf jaar geleden is opgenomen in het Witte Huis. De band laat zien hoe de president zich naar een inmiddels beroemd zijvertrek begeeft in aanwezigheid van een jonge dame, aldus het bericht. Meer details volgen die avond in zijn wekelijkse tv-programma. De band toont een bezwete president in joggingtenue, omgeven door twaalf bezwete jongelui in vergelijkbare dracht, vermoedelijk net terug van een loopje voor een goed doel. Een van de jongedames dipt met een handdoek voorzichtig de wang van de president. Na wat geklets en gegiechel neemt men afscheid. Die ene jongedame blijft achter. Hij en zij begeven zich naar het raamloze vertrek waar de president een paar jaar later heftige momenten in gezelschap van ‘that woman, Miss Lewinsky’ zou doorbrengen. Alvorens uit beeld te verdwijnen, horen we dat de president bij een assistent checkt hoe laat zijn volgende afspraak is. Einde band. Hoewel het Witte Huis niet pleegt te reageren op berichtgeving van Drudge, volgde nu een verklaring dat de jonge vrouw de dochter was van vrienden uit Arkansas. Maar geen woord over het samenzijn in dat kamertje.
Drudge deed het weer. Twee jaar geleden kende vrijwel niemand hem, een jaar geleden ging hij over de tong binnen de Amerikaanse journalistiek, en nu is er in de VS geen krant of omroep die niet over hem heeft bericht. Over zijn goedkope appartement in de verlopen wijk van Hollywood, waar Matt Drudge een website beheert die al gauw een half miljoen bezoekers per maand trekt. In piekmaanden zelfs een miljoen, onder wie stafleden van het Witte Huis. Tienduizenden abonnees ontvangen zijn nieuwtjes gratis in de e-bus. De New York Times noemde hem de nationale herrieschopper. De Lewinsky-reporter van Newsweek klaagde dat er niet te werken viel in een klimaat dat door Drudge is vervuild. Anderen spraken er schande van dat Drudge in een gerespecteerd discussieprogramma op televisie mocht verschijnen.
MATT DRUDGE (31) vindt het prachtig. Als jongetje liep hij in Washington dromerig langs de gebouwen van goddelijke media als de Washington Post. Hij wist dat hij daar nooit binnen zou komen want het ontbrak hem aan de juiste achtergrond. Hij liep van school weg, werkte in een supermarkt, vertrok met wat spaarcentjes naar Hollywood en vond een baan in de cadeauwinkel van de omroep CBS. ‘Daar vouwde ik t-shirts en stofte ik de bedrukte mokken af’, zei hij onlangs. Af en toe moest hij spullen afleveren bij omroepbazen. Drudge luisterde geboeid naar conversaties, begon gesprekjes met medewerkers, en hoorde soms pikante verhalen over ruziënde acteurs of overschreden budgetten. In die tijd kwam zijn vader eens kijken hoe zoon ervoor stond. Pa was niet tevreden en kocht voor Matt een bescheiden computer.
In zijn vrije tijd ontdekte Drudge het Internet en de nieuwsgroepen. Zijn bijdragen bestonden doorgaans uit de Hollywood-gossip die hij bij CBS oppikte, en een kleine kring van kenners merkte dat de verhalen vaak klopten en dat ze die nog nergens anders hadden gehoord. Men suggereerde dat hij een verzendlijst moest beginnen, dus Drudge verzamelde de eerste vijf e-mailadressen en begon zijn Report. ‘Die vijf werden er honderd, en voordat je de zin “ik had geen seks met die vrouw” kon uitspreken, waren het er duizend, vijfduizend, honderdduizend.’ Drudge heeft de studio’s nu niet meer nodig om aan nieuws te komen, want de studio’s weten hem wel te vinden. Medewerkers bellen en e-mailen met nieuws voordat het te vinden is in Variety of de Hollywood Reporter. Drudge kwam als eerste met het bericht dat Jerry Seinfeld met zijn serie zou stoppen als hij geen miljoen dollar per aflevering kreeg - nieuws dat in die kringen meer impact heeft dan tien Lewinsky’s. Hij kreeg ook tips uit Washington en New York, vaak van collega’s bij gerenommeerde media die iets hadden gehoord waar ze zelf niks mee konden. Of van Republikeinse politici die iets onaardigs over de tegenstander kwijt wilden.
Vorig jaar liep dat mis. Drudge was getipt dat een nieuwe medewerker in het Witte Huis, Sidney Blumenthal, in het verleden zijn vrouw had mishandeld. Drudge vroeg het Witte Huis om een reactie, kreeg geen commentaar en publiceerde het bericht. Blumenthal was des duivels. Ondanks een rectificatie begon Blumenthal een rechtszaak en eiste een schadevergoeding van dertig miljoen dollar. Te betalen door Drudge, en door de Internetleverancier America Online (AOL). Omdat Drudge daar een eigen hoekje heeft, achtte Blumenthal AOL medeverantwoordelijk voor de verspreiding van het gerucht. De rechter heeft inmiddels beslist dat AOL als doorgeefluik geen blaam treft, maar de zaak tegen Drudge loopt nog.
Pikant detail is dat Blumenthal voorafgaand aan de aanklacht de instemming vroeg en kreeg van de president en de vice-president, terwijl het Witte Huis niks te maken heeft met de privé-besognes van Blumenthal. Begrijpelijk is die toestemming wel, want de president heeft een bloedhekel aan de verhalen van Drudge. Ruim een jaar geleden was het Report de eerste plek waar het verhaal langskwam over Kathleen Willey, de vroegere Witte-Huismedewerker die door de president onzedelijk zou zijn betast. Mike McCurry, de presidentiële persman, suggereerde bij wijze van reactie dat ‘verantwoordelijke nieuwsorganisaties’ het verhaal moesten laten rusten.
DRUDGE’S GROTE doorbraak kwam op zaterdag 17 januari. Zijn bronnen meldden dat Newsweek die dag om 18.00 uur, vlak voor de deadline, had besloten een verhaal over ene Monica Lewinsky nog niet af te drukken. De verslaggever, die weken aan de wereldprimeur had gewerkt, vertrouwde zijn bronnen maar de leiding vond het te riskant. Een paar uur later stond het nieuws in het Drudge Report.
De kranten lieten het liggen en de zondagse discussieprogramma’s op tv wilden zich er ook niet aan branden, totdat een rechtse commentator in ABC’s This Week het eruitflapte. George Stephanopoulos, vroegere rechterhand van Clinton en nu vaste medewerker van ABC, riep verontwaardigd dat iedereen wist uit welke dubieuze bron dat bericht afkomstig was, en de gespreksleider schakelde over op een ander onderwerp. Pas drie dagen later kwam de Washington Post met het verhaal, en toen brak de pleuris uit.
Het voorbeeld is typerend voor de positie van Drudge. Niemand kan meer om hem heen, zeker niet nu uit het Starr-rapport blijkt dat hij goed zat met de bevlekte jurk, met het verhaal dat de president werd gepijpt terwijl hij ex-adviseur Dick Morris aan de lijn had (die op zijn beurt werd verwend door een prostituée, maar misschien tijdens een ander gesprek), met het nieuws over de sigaar waarmee Lewinsky werd bediend, en over seks op Eerste Paasdag. Toch zien de media hem nog steeds als een bedreiging voor de soort. Berichten als die over de sigaar werden niet overgenomen, of hooguit ergens terloops in verwerkt maar dan zonder bronvermelding. Het journaille houdt niet van iemand die in zijn eentje en zonder vooropleiding de show steelt, die iets nonchalanter te werk gaat dan zij, met als enige infrastructuur een computer, een modem en twee telefoonlijnen. Eigenlijk houdt menig journalist niet van het laagdrempelige Internet.
Als Drudge wordt aangesproken op onzorgvuldigheden, wat deze zomer nog gebeurde tijdens zijn lezing voor de nette Nationale Persclub, dan mag hij graag verwijzen naar de manier waarop zeer gerespecteerde media twee jaar geleden Richard Jewel door het slijk haalden, omdat hij volgens de FBI de aanslag in het Olympisch dorp had gepleegd. Of naar het onjuiste bericht dat twee mannen uit Nevada van plan waren met antrax half New York op te blazen. Of naar het doorgeprikte CNN/Time-verhaal over het gebruik van zenuwgas in Vietnam.
‘Zou u bij een medium kunnen werken dat honderd procent betrouwbaar is?’ vroeg een kritisch lid van de club.
Waarop Drudge antwoordde: ‘Als u er een weet, houd ik me aanbevolen.’