Dat hij uit een deftig regentengeslacht komt, strekt de voormalig danspartner van Hare Majesteit de Koningin niet tot voordeel. De ex-commissaris van Beatrix in Zuid-Holland lijkt in een gruwelsprookje terechtgekomen vol boze adviseurs en kwaadwillige bewoners. Hij is het slachtoffer van duistere machten die ervoor zorgden dat de Mokumers een Haags koekoeksei door de strot kregen geduwd. Zijn benoeming door de Kroon werd ‘de meest ondemocratische turbo-procedure’ in de zeven eeuwen van Amsterdams bestaan genoemd.
‘Patijn is dan wel de burgemeester, maar zeker niet onze burgemeester’, schreef de Staatskrant (buurtkrant van de Staatsliedenbuurt) deze maand naar aanleiding van het bliksembezoek dat Patijn aan deze buurt bracht. Iets wat, sinds zijn voorganger Van Thijn letterlijk de Staatsliedenbuurt was uitgejaagd, officieel niet meer had plaatsgevonden. Het was dan ook een zeer geheime gebeurtenis, waarvan slechts een streng geselecteerd gezelschap van stadsdeelraadsaapjes en bestuursleden van het wijkopbouworgaan Staatsliedenbuurt op de hoogte waren.
Met zijn gespierde taal over de sluiting van zo'n beetje de helft van alle coffeeshops haalde Schelto Patijn de voorpagina’s der internationale pers. Sommige buitenlanden meenden er het ‘falen’ van het Hollandse drugsbeleid in te zien, maar al snel bleek dat Patijn maar wat zwatelde en politiek geisoleerd stond. Links en rechts kreeg hij zijn coffeeshop-plannen om de oren. Geheel in tegenspraak met de landelijke partijlijn kwam het Amsterdamse CDA met een warme omhelzing van het Mokumse coffeeshop- gebeuren. Raadslid Leo Jacobs (Groenen) kwam tot verbijstering van de burgemeester (‘Wat moet de internationale pers hier wel niet van denken?’) zelfs met de mededeling dat hij wel hield ‘van een goedgevulde joint’. Zelfs zijn eigen partij, de PvdA, liet ome Schel als een baksteen vallen.
Kort daarop bleek waar zo'n ‘profilerende babbel’ van ome Schel toe kan leiden: uitleveringsverzoeken van de DEA (Drugs Enforcement Administration) voor met cannabis betrapte Amerikanen in Nederland. Drie weken geleden arresteerde de Nederlandse justitie op verzoek van de DEA Les en Cheryll Morring, die, eenmaal uitgeleverd aan Amerika, voor veertig jaar achter de tralies verdwijnen omdat ze een paar wietplantjes teelden. En dat op het moment dat het Nederlandse drugsbeleid elders in Europa applaus en navolging krijgt. Zelfs enkele Duitse deelstaten zijn geheel om voor het Amsterdamse gedoogmodel.
De vraag is dan ook of Patijn wel enig benul heeft van deze ingewikkelde materie. Pas in de eindfase van zijn plannenmakerij bezocht hij voor het eerst van zijn leven zelf eens zo'n coffeeshop. Het bezoek vond in het geniep plaats: niemand, behalve de direct betrokkenen waren op de hoogte.
En zo zaten de blowers in coffeeshop De Overkant op het Van Limburg Stirumplein in Amsterdam West plotseling met Patijn en zijn hofhouding opgescheept. Het buurtkrantje meldde op haar voorpagina dat de naar Patijn vernoemde wietsoort ‘Schelto Skunk’ (Cannabis Patinicum) in voornoemde coffeeshop was uitverkocht.
Nog geen maand nadat Patijn bakzeil haalde met zijn ‘nieuw coffeeshop-beleid’ (terug naar 1956) blijkt hij als een blad aan de boom te zijn omgeslagen. Fel haalde hij afgelopen week uit naar die domme Fransen, die ‘hun kop in het zand steken’ en hardnekkig weigeren in te zien dat hasj niet hetzelfde is als heroine. Menig journalist krabde zich achter de oren toen Patijn tijdens een congres over de Europese aanpak van drugsproblemen zo te keer ging. Was dit dezelfde Patijn die kort daarvoor nog minstens de helft van alle coffeeshops wilde dichttimmeren; wilde betuttelen dat mensen die een jointje roken niet in dezelfde zaak een biertje mogen drinken; dat de leeftijdsgrens voor coffeeshop-bezoekers diende te worden verhoogd; die een uitsterfbeleid voor coffeeshops had bedacht en alle coffeeshops op kleuterbedtijd wilde sluiten? Nu pleitte hij er plotseling voor om ‘in Europees verband de soft-drugsgebruiker vrij te laten’ en waarschuwde hij dat het strenge Franse drugsbeleid wel eens het ‘einde van Schengen’ zou kunnen betekenen, want: ‘Dan sluiten zij bij de Haarlemmerpoort de grenzen.’
De burgervader die zich kort tevoren zo wereldvreemd had opgesteld aangaande het coffeeshop-beleid in zijn eigen stad, noemde het ‘onbegrijpelijk’ dat er in Europa nog steeds landen zijn die geen onderscheid willen maken tussen soft en hard drugs. Letterlijk zei Patijn: ‘Impliciet wordt ons een hard-drugsverslaafde uit de goot getoond die op school met een stickie zou zijn begonnen, alsof iedereen die een biertje drinkt zal eindigen als Korsakov- patient.’
Zo'n politieke salto binnen korte tijd verraadt dat Patijn eigenlijk geen enkele feeling heeft voor het bestuur van de meest vrijheidslievende stad ter wereld. Hij blijft de ene na de andere blunder aan zijn ambtsketting rijgen. Nog vers in het geheugen ligt zijn brief aan zigeuners op het Aziehaventerrein met de verdachtmakende en betuttelende zin: ‘Het is verboden dieren te plagen, dingen te vernielen of met stenen en andere voorwerpen te gooien.’ Mooi was ook zijn nederlaag tijdens het referendum over de opheffing van Amsterdam. In september vorig jaar liet hij studenten op de VU- societeit nog weten dat er ‘in 1998 op het stadhuis een bordje met Provinciehuis en op de deur van mijn kamer een plaatje met het opschrift Commissaris van de Koningin’ zou komen te hangen. Ome Schel de Hagenees schiet maar geen wortel in Amsterdam en is tot een schertsfiguur geworden die alleen bij de aankomst van Sinterklaas nog serieus wordt genomen.