Beste analyticus,
Soms bekruipt me een akelig gevoel als ik met collega’s, familieleden of kennissen omga. Ik kan ze zo als typetje of karikatuur in mijn hoofd ervaren dat ik afstand tot ze voel. Ze stappen in mijn hoofd ook eigenlijk nooit uit hun rol. Het vervelende gevoel zit hem in het idee dat ik meer met ze speel als een soort puppets – als marionetten – in plaats van dat ik oprecht contact met ze maak. Ik weet dan bijvoorbeeld dat iemand triggert op een bepaald onderwerp, en ik vind het dan leuk om daarmee te spelen. Het voelt alsof ik ze stiekem een beetje belachelijk maak door ze tot typetje te reduceren en daar voel ik me vervolgens dan weer schuldig over. Bij goede vrienden en de meeste anderen waarmee ik omga heb ik dit gevoel gelukkig niet. Ik ben nieuwsgierig naar wat u hier als analyticus van maakt.
Met vriendelijke groet,
M.
Beste M.,
Je pink beweegt en de figuur schiet omhoog. Nu is ze blij. Dan beweeg je je duim en tuimelt ze naar beneden. Nu is het een sippe marionet. Als poppenspeler ben je altijd in controle. Je taak is om het publiek te helpen geloven dat jouw pop in leven is. Een moeilijk vak, lijkt me. Poppenspelers laten ons dingen zien die er niet zijn, en ze blazen leven in wat levenloos is.
Ik heb altijd ‘iets gehad’ met maskers, poppen, figuurtjes. Als kind speelde ik graag met soldaatjes op het kleed. Deze is de goeie, deze is de slechte. Deze is op weg naar huis. En nu is hij dood. Als we klein zijn bouwen we in onze verbeelding kleine werelden, om als het ware het leven mee uit te proberen, te oefenen. We leren er dingen, en onszelf, door te beheersen. Godje spelen.
M., je schrijft dat je soms speelt met de gevoelens van anderen. Je ziet ze dan als een soort marionetten. Maar in feite doe je daarmee het tegenovergestelde van de poppenspeler: je blaast het leven úit mensen, en verandert ze in levenloze figuren. In de psychologie wordt dat depersonalisatie genoemd: een soort onthechting van de realiteit. Mensen en dingen komen je op zo’n moment vreemd voor. Ontzield. Het kan een teken zijn van depressie. Maar het kan óók zijn dat je gewoon een scherp oog hebt voor de marionetachtige kwaliteiten van ons dagelijks leven. We spelen allemaal voortdurend een rol. Jung noemde dat ons persona, het masker dat we iedere dag opzetten. Vandaag ben ik psycholoog, morgen ben ik weer Arthur. Als je dat eenmaal inziet, kan het verleidelijk zijn om ermee te spelen. Om de maskers van anderen door te prikken.
Je schrijft dat je snel doorhebt wat anderen triggert. Daar is mensenkennis voor nodig. Maar je houdt er mogelijk ook mensen mee op afstand. Een ander doorzien – of dénken dat je dat doet – is soms een bescherming tegen echt contact. Dat klinkt heftig, maar we doen het allemaal in meer of mindere mate weleens. Psychologen zeker. Zij reduceren mensen tot diagnoses: ook een soort typetjes, tenslotte. Iemand samenvatten in een beschrijving maakt de ander ongevaarlijk. Je kunt daardoor even vergeten dat je tegenover een mens van vlees en bloed zit. Psychologen en psychiaters die al te veel waarde hechten aan diagnoses zijn eigenlijk een soort poppendokters.
Ik vraag me af: zit er geen schrijver in je, of een regisseur? Zulke mensen doen niet anders dan personages scheppen, waar ze vervolgens allerlei fantastische en gruwelijke dingen mee mogen doen. Het klinkt een beetje kil, de neiging die je beschrijft. En ik merk bij mezelf weer de neiging om je gerust te stellen. Laat ik dit zeggen: ook onze ‘griezelige’ kanten kunnen bruikbaar zijn, zolang we ze onderzoeken en er de juiste plek voor vinden. Een vriendin van mij is chirurg en zei eens tijdens een etentje: goddank heb ik een gevoelloze, psychopathische kant die ik kan aanzetten als ik iemand moet opensnijden. Ze was bloedserieus. Ik vond dat mooi en ontnuchterend: zelfs onze meest duistere kanten kunnen ons helpen in het leven. Bij haar durf ik wel onder het mes.
Ik zou me er niet al te schuldig over voelen, zolang je er niemand kwaad mee doet. Misschien kun je jezelf afvragen als het gebeurt: waarom gebeurt het precies nu? En waarom gebeurt het juist bij deze persoon? En als het blijft gebeuren, of echt veel erger wordt, dan kun je eens met je huisarts gaan praten. Ter afsluiting wil ik je graag meegeven dat het veel leuker is om leven in dingen te blazen dan om het weg te nemen. Spelen met anderen geeft meer voldoening als je je ook door ze kunt laten verrassen. In je eentje spelen is leuk en veilig. Samen spelen is toverij.
Hartelijke groet,
Arthur
Heb je ook een brandende levensvraag? Mail dan een korte brief naar analyticus@groene.nl