Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving publiceerde eind vorig jaar een onderzoek naar de forse toename van groepsverkrachtingen door minderjarigen. Het gaat om groepjes jongens (gemiddeld veertien jaar oud) die één meisje na elkaar «nemen». Bij navraag bleken de daders geen benul te hebben van wat ze fout deden. Ze vonden het met zn allen «gezelliger». Het huilen van het meisje hadden ze opgevat als «nepgedrag».
Hoe komt dit? Een van de onderzoekers stelt: «Het slachtoffer wordt gedepersonaliseerd, het meisje is een ding.» De jeugdcoördinator van de Rotterdamse politie zegt dat hij de laatste jaren steeds vaker ziet dat slachtoffer en dader(s) elkaar leren kennen via het chatprogramma MSN. «Klassieke verkrachtingen, waarbij een meisje door een onbekende van de fiets wordt getrokken, komen bijna niet meer voor. Geënsceneerde groepsverkrachtingen steeds meer. Het besef dat geen enkel meisje het prettig vindt om met zoveel jongens tegelijk gedwongen seks te hebben leren ze tegenwoordig niet meer.» En een advocaat: «Kijk naar MTV, een clip van bijvoorbeeld Snoop Doggy Dog: rappers hebben twee naakte vrouwen aan een halsband. Dat gaan jongens normaal vinden, en het erge is: meisjes ook. De groepsdruk maakt het bijna onmogelijk om niet mee te doen. Ze denken dat het gewoon is.»
De daders groeien, net als hun generatie genoten, op in een geseksualiseerde samen leving. Beelden van pompende mannen en hijgende vrouwen zijn via internet 24 uur per dag beschikbaar. Op abris schitteren strakke billen en borsten ons tegemoet. In videoclips zien we mannen zich gedragen als arrogante pooiers met aan hun armen trossen digchicks. Om fantasieën om te zetten in handelingen staan contacten via de laagdrempelige chatbox ter beschikking. Dezelfde MSN maakt, naast eindeloos babbelen, ook seksuele uitwassen mogelijk. Meisjes kunnen zich via de webcam laten uitkleden. Jongens kiezen een meisje uit de klas. Oude mannen doen zich met een alter ego voor als de jonge, knappe boy next door. Het is bedoeld voor hun eigen voyeurisme. Maar soms worden de beelden «als grap» op internet verspreid zodat de hele school ze kan bezichtigen. De meisjes, die weliswaar «vrijwillig» ingingen op het verzoek, voelen zich achteraf gruwelijk misbruikt.
Is dit in feite vergelijkbaar met vroeger, toen meisjes zich lieten intimideren om zich in de bosjes uit te kleden? Of is het seksuele gedrag van jongeren anders dan van de generatie die opgroeide zonder de huidige beeldcultuur? Het is dezelfde vraagstelling als over de mogelijke causaliteit tussen geweld op tv en exorbitant agressief gedrag op straat. Daar is intussen veel onderzoek naar gedaan, maar nog geen eenduidig antwoord op gekomen. Volgens sommige studies zouden de meeste jongeren uitstekend in staat zijn om werkelijkheid en fictie van elkaar te onderscheiden. Of er een relatie bestaat tussen een overkill aan pornobeelden en seksueel gedrag is nog nauwelijks onderzocht. Maar daar begint nu verandering in te komen.
De Rutgers Nisso Groep (kenniscentrum seksualiteit) doet momenteel grootschalig onderzoek naar het seksuele gedrag van jongeren tussen de twaalf en 25 jaar. De aanleiding was, behalve dat het tien jaar geleden voor het laatst was gebeurd, bezorgdheid over toename van geslachtsziekten, ongewenste zwangerschappen en abortussen onder bepaalde groepen jongeren. De eerste resultaten werden onlangs gepresenteerd aan minister Hoogervorst van Volksgezondheid. Er is een voorlopig beeld: jongeren van twaalf tot en met achttien jaar zijn in de laatste tien jaar seksueel actiever geworden. In 1995 had een kwart geslachts gemeenschap gehad, tegenover eenderde in 2005. Ervaring met anale seks is in tien jaar tijd verdubbeld. De gemiddelde leeftijd waarop ze met iemand naar bed gaan is niet gedaald (rond de vijftien jaar). Jongens halen hun informatie met name van de televisie (85 procent), terwijl meisjes hun kennis vinden in tijdschriften en boeken (85 procent). In het gebruik van internet is het sekseverschil ook groot: 63 procent van de jongens versus 35 procent van de meisjes.
Deze cijfers illustreren dat jongeren zich niet radicaal anders gedragen dan tien jaar geleden toen internet nog nauwelijks een rol van betekenis speelde. Pornoaanbod zou volgens deze studie niet aantoonbaar leiden tot gedragsverandering.
Of toch wel? Klinisch psychologe Ellen Laan, die ruim twintig jaar onderzoek doet aan de Universiteit van Amsterdam naar vrouwen en seksualiteit, denkt wel dat er sprake is van een nieuwe trend onder jongeren.
Laan: «Ik denk dat de groepsdruk groter is geworden. In combinatie met de makkelijke beschikbaarheid van beelden geeft het jongeren het idee dat seks op jonge leeftijd normaal is. Ik heb het gevoel dat er wél op steeds jongere leeftijd wordt geëxperimenteerd met seks. De harde beelden van het internet scheppen verwarring en stroken niet met normale, prille gevoelens. Ik vind het vrouwbeeld uit de clips schokkend. Het is zeer seksistisch. Een vrouw moet continu beschikbaar zijn en voldoen aan de wensen van de man. Maar het geeft ook aan jongens een vertekend signaal af: ze moeten continu in erectie verkeren en scoren. Het is net als met reclame: er gaat een sluipende begeerte uit van al die wervende beelden. Genot als product.»
Behalve een ongewenst gender-beeld is er een andere ontwikkeling die volgens Laan mogelijk onder invloed staat van de pornonorm: medicalisering van de vrouwelijke seksualiteit. «Borstvergroting en een genitale facelift lippenknippen neemt onder jonge vrouwen toe. Ook het Braziliaanse streepje is een gevolg van het modebeeld. Om een string te kunnen dragen, waxen meisjes van dertien jaar al hun schaamharen. In tv-programmas als Make Me Beautiful zeggen plastisch chirurgen doodleuk: Ik help vrouwen, ik maak ze strak. Ze moeten lijken op strakke, kale kinder kutjes. Dat houdt letterlijk in dat de vrouw geïnfantiliseerd wordt», aldus Laan. Volgens haar is er sprake van een merkwaardige paradox: cosmetische eisen om sexy te lijken, zijn eigenlijk aseksueel: «Een strak in het kruis trekkende string kan slecht zijn voor de vaginale vochthuishouding. Hetzelfde geldt voor het inkorten of weghalen van schaamlippen of het strak maken van de vaginaspieren. Ze hebben een seksuele functie. Uit onderzoek blijkt bovendien dat het ideaal van slank en seksueel bij meisjes die daaraan niet voldoen, kan leiden tot een zeer negatief zelfbeeld. Het maakt ze ongelukkig en angstig dat ze zullen falen in bed.»
Laan pleit voor goede voorlichting: «Hier is een taak weggelegd voor ouders en scholen. Het is belangrijker dan ooit dat kinderen leren wat de zin en onzin is van seks. Meisjes moeten zich niet laten aanpraten dat ze een probleem hebben als het niet meteen lukt. In een onderzoek van mij geven vrouwen aan dat ze niks hebben met het seksbeeld uit modebladen, reclame en internet. Maar ze blijken er wel gevoelig voor te zijn.»
Het lijkt erop dat het vooral bij meisjes wringt tussen de pornonorm en de eerste kus. Bij de Rutgers Nisso Groep loopt sinds een jaar het project Girls Talk, een groepscounseling om «seksueel gezond gedrag bij meisjes te bevorderen». De achtergrond van dit onderzoek was volgens psycholoog Esther van Driel, consultant trainer bij het kenniscentrum, dat meisjes bij seks meer risico lopen dan jongens. Behalve het risico op ongewenste zwangerschap en seksuele grensoverschrijdingen is er dertien keer meer kans op een soa of hiv-besmetting.
Van Driel: «Het is belangrijk meisjes ervan bewust te maken dat seksualiteit betekent: zelf kiezen. Seks is een complexe sociale interactie. Machtsverhoudingen spelen daarin een grote rol en die blijven tamelijk klassiek. Jongens zijn veelal prestatiegericht, terwijl meisjes zich richten op het goed houden van de verhouding. Ze denken dat het van cruciaal belang is om het de jongen naar de zin te maken. Dat maakt ze kwetsbaar op het moment dat zij hun eigen grenzen niet erkennen en bewaken. Ik zeg altijd tegen de meisjes: Een leuke jongen is iemand die wil leren, die nieuwsgierig is naar wat jíj wil. Meisjes die een traditioneel rol model hanteren waarin agressief seksueel gedrag van jongens veelal genormaliseerd wordt en door meisjes als vanzelfsprekend beschouwd lopen seksuele risicos.»
Hebben internet en televisie daar invloed op? Van Driel komt het niet concreet tegen bij haar onderzoeksgroep, die veelal bestaat uit meisjes van het vmbo: «Als ik ze vraag naar hun rolmodel komen ze niet aanzetten met Britney Spears, maar bijvoorbeeld met een nichtje dat hen seksueel heeft voorgelicht en die in hun ogen een prettige relatie en leuke seks heeft. De manier waarop thuis met intimiteit, affectie en seksualiteit wordt omgegaan is heel belangrijk voor de ontwikkeling van de seksuele identiteit, mogelijk zelfs van doorslaggevender betekenis dan de signalen uit de samenleving. De oorzaak van grensoverschrijdend seksueel gedrag is niet het blootstellen aan porno op internet. Als iemand een gezonde seksuele ontwikkeling heeft doorgemaakt, dan vermoed ik dat het onderscheid tussen fictie en realiteit makkelijker gemaakt wordt. Ik stel: kijken naar porno leert je iets over porno.»
Wát het leert, blijft braakliggend terrein voor onderzoek. Maar het is glashelder dat de opvatting over de macht van beelden niet eenduidig is. Het staat bol van tegenstrijdigheden en hypocrisie. Jongeren zelf hoor je vaak zeggen dat ze porno op het internet zien als «een hilarische wereld». Anderzijds scheren veel jonge meisjes hun schaamharen en zien ze er vaak uit als urban chicks. En als videoclips vol zitten met sluikreclame voor modeartikelen, waarom zou het beeld van de pooier met uitdagende kindvrouwtjes dan niet ook onderhevig zijn aan de tucht van de markt?
Drie weken geleden werd in Engeland naar aanleiding van een rechtszaak een verbod uitgevaardigd op de fotos van David Hamilton. De inmiddels bejaarde fotograaf fotografeerde eind jaren zeventig frêle meisjes, gekleed in doorzichtige jurken in zacht tegenlicht tussen zonnebloemen. Hun onluikende seksualiteit wordt nu gezien als aanstootgevende kinderporno. Het bezit of de verspreiding ervan kan in Engeland worden gestraft. Dat zal lastig zijn: de beelden zijn in miljoenen verspreid, hangen in musea en aan de muur van het Deense koningshuis. De onschuld van meisjes van dertien wordt bepaald door mode. En mode wordt bepaald door markt en door mannen.