ONLANGS WERD in Cairo een 38-jarige vrouw die haar man de toegang tot het echtelijk bed had ontzegd omdat hij haar het geld dat zij met haar eigen zaak had verdiend had afgenomen, door een islamitische geestelijke in het gelijk gesteld. De man had zich tot de imam van de moskee gewend om zijn vrouw te dwingen haar seksstaking te beeindigen. Het oordeel van de imam luidde echter dat ‘noch in de koran, noch in de traditie er bezwaren zijn te vinden tegen het handelen van deze vrouw.’
Daar bleef het niet bij. De imam voegde eraan toe: ‘In de koran en de traditie zijn voldoende aanwijzingen te vinden die het gedrag van de man veroordelen. Volgens de koran is de man boven de vrouw gesteld als zorger en die plicht had hij duidelijk verwaarloosd. En de koran geeft aan alle vrouwen het recht hun eigen zaken te behartigen en de vruchten daarvan voor eigen gebruik te reserveren. Bezat de eerste vrouw van de Profeet Mohammed, Chadidja, niet een bloeiende handelsonderneming?’ Zolang de man zijn vrouw niet beter ging behandelen en zolang hij haar het geld dat zij had verdiend niet had teruggegeven, kon zij met een gerust hart haar lichaam aan haar echtgenoot onthouden. Van een scheiding op grond van haar weigering om geslachtsverkeer met hem te hebben, kon al helemaal geen sprake zijn.
Voor de meeste moslims is zo'n uitspraak van een lokale geestelijke van enorme waarde. In de praktijk kun je zelfs zeggen dat hij bindend is. Want het negeren ervan zou een moslim buiten de gemeenschap der gelovigen plaatsen, iets wat voor vrijwel elke moslim ondenkbaar is. Het resultaat was in dit geval dan ook dat de man het geld terugbetaalde en beterschap beloofde, waarop hij zijn plek in het huwelijksbed weer kon innemen.
DIT VOORBEELD is tekenend voor de manier waarop de islam verweven is met de kleinste en intiemste details van het dagelijkse leven. Alles in het leven van de gelovige moslim, dus ook seksualiteit en de seksuele moraal, wordt bepaald door het geloof.
Bovendien geeft het voorval een goed inzicht in de manier waarop er in de islamitische wereld wordt geredeneerd. Uitgangspunt is dat het geloof op alle vragen antwoord kan en moet geven. Voor het beantwoorden daarvan beschikt men over een aantal duidelijke richtlijnen. In de eerste plaats zijn er de regels die rechtstreeks aan de koran worden ontleend. De koran verbiedt sommige zaken zeer streng, andere worden met even grote gestrengheid verplichtend voorgeschreven.
Geeft de koran geen definitief uitsluitsel omdat de tekst niet duidelijk genoeg is of omdat er in de koran niets te vinden is over het betreffende probleem, dan grijpt men terug op de soenna (de tradities rondom de Profeet). Die tradities bestaan uit verhalen over het leven van de Profeet en een uitgebreide verzameling van spreuken en gezegden die aan de Profeet worden toegeschreven (de hadith).
Daarnaast is er nog de jurisprudentie zoals die in de verschillende islamitische rechtsscholen is ontwikkeld. En in laatste instantie kan soms een analogie een oplossing bieden. Volgens deze werkwijze vinden gelovige moslims bijvoorbeeld ook een antwoord op de vraag of zij coitus interruptus als voorbehoedmiddel mogen gebruiken. Dat antwoord vindt men in de hadith. Er is een uitspraak van Jabir, een van de eerste volgelingen van de Profeet, die luidt: ‘Wij waren gewoon om coitus interruptus toe te passen ten tijde van de Profeet, De Profeet was daarvan op de hoogte maar Hij heeft het ons niet verboden.’
De vraag naar de legitimiteit van abortus, waar op de Wereldbevolkingsconferentie in Cairo zo veel om te doen is geweest, wordt beantwoord door zowel naar de koran als naar de traditie te kijken. De koran verbiedt abortus niet expliciet. Wel is er sprake van een verbod op infanticide ofte wel kindermoord, een gebruik dat in de tijd van de Profeet nog voorkwam. Via de toepassing van de analogie kan men vaststellen dat abortus dus verboden is zodra er sprake is van leven.
Maar wanneer is er sprake van leven? Daarop geeft een andere hoofdstuk uit de koran weer een antwoord. Te weten soera (koranhoofdstuk) 23, waarin de verschillende stappen van de schepping worden beschreven. Pas bij de zevende stap is er sprake van leven. De soenna en de jurisprudentie laten ten slotte zien dat, afhankelijk van de wetschool die men volgt, die zevende stap na veertig, zestig of zelfs pas honderdtwintig dagen na de conceptie plaatsvindt. Tot op dat moment is abortus dus niet strafbaar.
IN VEEL ISLAMITISCHE landen propageert de overheid al jaren gezinsbeperkende maatregelen onder verwijzing naar de koran en de soenna. ‘Er zijn talloze uitspraken van de Profeet bekend’, zegt Abdel Rahim Omran, hoogleraar ethiek aan de islamitische Azar Universiteit van Cairo, ‘waarin Hij benadrukt dat de kwaliteit van het leven dat iemand zijn kinderen kan bieden bepalend moet zijn voor het aantal kinderen dat hij krijgt.’
Het condoom vormt, net als de pil en het spiraaltje, geen enkel probleem binnen de officiele islam. Coitus interruptus mag van de Profeet; abortus wordt weliswaar niet aangeraden, maar verboden is het in de islam geenszins. En de Profeet zelf heeft kleine gezinnen waarin kinderen een goede kans krijgen aanbevolen boven grote gezinnen waarin armoede wordt geleden.
Veel deelnemers aan de Wereldbevolkingsconferentie die afgelopen week in Cairo werd gehouden, waren dan ook verrast door de felle protesten die uit de islamitische landen kwamen tegen de ontwerpresolutie. Een Nederlands delegatielid zei daarover in een recent radiointerview: ‘De islamitische landen zijn het op heel veel punten eens met de plannen die door de conferentie zijn opgesteld om de bevolkingsproblematiek op te lossen. Maar waar men in de islamitische wereld blijkbaar veel moeite mee heeft, is dat in het document ook sprake is van seksualiteit buiten de gezinsstructuur. En ook de westerse openheid waarmee bepaalde zaken besproken worden, is slecht gevallen.’
Sheikh Jad al-Haqq Ali Jad al-Haqq, voorzitter van het Azhar Genootschap voor Islamitische Studien (Agis), verwoordde het bezwaar tegen de conferentiestandpunten aldus in een artikel in het Egyptische dagblad Al- Ahram: ‘De islam erkent alleen geslachtsgemeenschap binnen een wettig huwelijk en voorziet in de meest strenge straffen wanneer het gaat om overspel of homoseksualiteit. Of een en ander geschiedt tussen meerderjarigen en met wederzijdse instemming, doet niet ter zake. De islam damt dergelijke zonden in door toebereidselen tot zonde zoals afzondering of meer dan toegestane intimiteit (tussen ongetrouwden) te verbieden. De islam schrijft zelfs voor dat wanneer een jongen en een meisje elkaar tegenkomen, beiden de ogen dienen neer te slaan.’ ‘WILLEN WE tot een overeenkomst komen, dan zullen in de slottekst een aantal aanpassingen moeten worden gedaan en die zullen dan met name betrekking hebben op de passages waar het gaat over de jeugd’, zei het eerder aangehaalde Nederlandse delegatielid. Hij doelde op de passage in de ontwerptekst waarin wordt gesteld dat ouders zich niet moeten bemoeien met hetgeen volwassen kinderen ondernemen op het terrein van seksuele verbintenissen.
De Egyptische pers uitte scherpe kritiek op de stelling dat ouders flirts moeten beschouwen als een geheim tussen twee jonge mensen, een geheim dat alleen de direct betrokkenen aangaat. Een citaat van een anonieme auteur in het blad El-Saab: ‘Op deze manier staat het een ieder vrij zijn instincten te volgen en krijgen seksueel overdrachtelijke ziekten vrij spel.’
Een ander probleem lijkt dat de islamitische landen er moeite mee hebben dat de oplossingen voor hun gevoel te veel van buiten, lees: door het Westen aan hen worden opgelegd. Het Westen spreekt over de bevolkingsaanwas in de derde wereld, de uitputting van de grondstoffen en de vervuiling van het milieu, maar zwijgt over het feit dat de overmatige consumptie in het Westen het meest bijdraagt aan de uitputting van de grondstoffen en de vervuiling van het milieu. Met dank aan Theo van Oss
De profeet over de daad
Wat het aantal kinderen binnen een gezin betreft, kende de Profeet geen streefcijfers. Kwaliteit, daar ging het om. Met coitus interruptus en abortus heeft de islam in principe dus geen probleem. Maar seks buiten de deur blijft een heikel punt. Ook op de wereldbevolkingsconferentie.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1994/37
www.groene.nl/1994/37