JE ZOU HET in deze zinderende tijden bijna vergeten. Vergeten dat als het aan de vier grote partijen ligt, de werkloosheid over vier jaar even hoog is als nu, zo niet hoger. Vergeten dat in de plannen van alle partijen de hogere inkomens er op vooruitgaan en de lagere achteruit. Dat drie van de vier partijen de afgelopen jaren de angst voor buitenlanders hebben aangewakkerd in plaats van verminderd (de uitzondering is D66), en dat geen van de vier durft te kiezen voor een duurzame economie.
Hoe heerlijk was het ook om tijdens de verkiezingsavond even te vergeten dat het de PvdA was die het illegalendebat ontketende, die de WAO bijkans afschafte, die de bijstand uitkleedde, die de vreemdelingenwet liet passeren, die besloot Schiphol uit te breiden. Er leek warempel even sprake van een nieuw elan, die dinsdagavond in Paradiso. De PvdA is de grootste, Brinkman is verslagen, nu wordt alles anders! Naast de PvdA-prominenten waren er vooral 25- tot 35-jarigen in overwinningsroes, zelfs het levende kunstwerk Fabiola was er bij. Hoe knap is een campagne die vier voorgaande jaren doet vervagen.
GroenLinks werd er de dupe van, maar niet alleen daarvan. Inmiddels ontspint zich een vreemde discussie of GroenLinks een getuigenispartij moet worden dan wel een partij die ‘realistische alternatieven’ aandraagt. De vertrekkende Ina Brouwer was de eerste om alle kritiek op de campagne af te doen als ‘terug naar de getuigenispartij’. Wat een onzin. Alsof er niks zit tussen een SP en een partij die er vooral op uit lijkt te zijn aan het grote lijsttrekkersdebat te mogen meedoen. Natuurlijk moet je je programma laten doorrekenen door het Centraal Plan Bureau en het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieuhygie"ne, maar vervolgens kun je de andere partijen des te harder om de oren slaan.
En het was makkelijker dan ooit: GroenLinks heeft het beste programma voor het milieu, de ouderen krijgen er twaalf procent bij, het programma levert ongeveer evenveel banen op als dat van de grote vier terwijl de inkomensverschillen kleiner worden. Maar in plaats daarvan zei Ina Brouwer dat de verkiezingen nodig over inhoudelijke thema’s moesten gaan - en ging ze boksen en housen. Belangrijker dan die houseparty is dat de gezichtsbepalende GroenLinksers er nooit echt in leken te geloven. Wat dat betreft leek meer dan ooit het studenten-CPNianisme de overhand te hebben: echt bevlogen zijn ze niet, ze zien vooral een winnend marktsegment voor zich en hebben gelezen dat het goed is voor de wereld. In plaats van gewoon, zelfverzekerd en met durf te staan voor het programma. De leden kunnen overigens ook de hand in eigen boezem steken. Een meerderheid van hen liet bij het referendum over de gewenste lijsttrekkers de politieke correctheid - een vrouw en een migrant, wat wil je nog meer? - prevaleren boven een werkelijke weging van de kandidaat-lijsttrekkers. Het is die politieke correctheid die ook bij de samenstelling van de rest van de kandidatenlijst de overhand heeft gehad, en die weinig hoop geeft voor een inspirerende oppositie uit deze hoek.
Het meest opmerkelijke aan de verkiezingsuitslag kreeg afgelopen week echter de minste aandacht. Dat is het stemgedrag van de mensen tussen de achttien en vierentwintig. De VVD is hier de grootste partij met vijfentwintig procent, terwijl de CD (zes procent), de kleine christelijke partijen (zeven procent) en GroenLinks (zeven procent) ongeveer evenveel stemmen verwierven.
Ooit was er de banale uitdrukking: ‘Wie voor zijn veertigste geen socialist is, heeft geen hart, wie het na z'n veertigste nog is heeft geen verstand.’ Voor wie er erg vroeg bij was, veranderde ‘veertigste’ al gauw in ‘dertigste’, maar inmiddels lijkt het omslagpunt bij achttien te liggen. Op de lagere school zijn kinderen een en al solidariteit, schenken ze desgevraagd zo de helft van hun spullen aan de kindertjes in de derde wereld, worden ze spontaan vegetarie"r, schelden ze hun ouders uit als deze laten blijken ‘Auwatief’ een vreemde voornaam te vinden en kunnen ze huilen over het lot der olievogels. Op de middelbare school wordt het al iets minder, maar ook daar zijn acht van de tien jongeren erg begaan met discriminatie en milieuverontreiniging en stemt men in meerderheid links van het midden. Maar ook onder hen krijgt de CD zeven procent, en tegen de tijd dat ze mogen stemmen is de balans definitief naar rechts doorgeslagen. Er is iets radicaal mis met opvoeding en onderwijs in dit land.
EN TOEN WAS ER PAARS. Bij alle discussie over het nut, de historische onvermijdelijkheid en de logica van de paarse coalitie lijkt het belangrijkste argument tegen zo'n coalitie te worden vergeten. Want wat is het beleid dat een PvdA-D66-VVD-kabinet gaat voeren? Inderdaad, een CDA-beleid. Een beleid van een middenmoterige rechtsheid waar de honden geen brood van lusten. De dood in de pot voor het politieke debat, aangezien alle verschillen die er in het huidige tijdsgewricht toe doen, voortaan achter de gesloten deuren van het kabinet worden uitgevochten. Het nu demissionaire kabinet kreeg al op z'n donder toen het openbaar maakte dat twee ministers het besluit over vliegveld Zestienhoven niet ondersteunden, laat staan dat een o zo fragiel paars kabinet de kabinetsdiscipline zal durven afschaffen. Voor de grootste oppositiepartij valt bij paars geen oppositie te voeren aangezien men het beleid zal toejuichen. Behalve dan op levensbeschouwelijke punten, maar het is toch werkelijk triest als die thema’s de komende jaren, bij gebrek aan beter, het politieke debat gaan bepalen terwijl we er juist van af dachten te zijn.
Uit de vrijwel unanieme roep om een paarse coalitie blijkt hoe oud de politici en opiniemakers in dit land worden. Zij hebben niet door dat de strijd tegen de verzuiling al lang is gestreden, dat je je al lang niet meer kunt verenigen op een afkeer van de christendemocratische almacht.
Dat je niet hoeft te vechten voor individualisering, omdat die individualisering er al is. De vraag is wat je er mee doet, en daarin liggen PvdA en VVD als je hun programma’s mag geloven mijlenver uit elkaar.
Paars is achterhaald. De dominantie van het CDA is al doorbroken, of je ze in de regering haalt of niet. En of het nu om migratie, milieu, inkomensverdeling of criminaliteitsbestrijding gaat, steeds is het de keuze tussen humane veranderingsgezindheid of angstig conservatisme. En Bolkestein zit aan de verkeerde kant, hoezeer hij zich ook de Russische terminologie toeeigent en spreekt over progressief waar hij rechts bedoelt en conservatief waar het over de PvdA gaat.
Het is overigens zeer onwaarschijnlijk dat een paarse coalitie zal worden gevormd. Van de drie mogelijke coalities die op dit moment in beeld zijn, is het de enige waarbij twee van de drie deelnemende partijen geen belang hebben bij de samenwerking. Te weten de VVD en de PvdA. Beide partijen zullen te weinig van hun ideeen in het kabinetsbeleid terugzien. Bij de andere coalitiemogelijkheden daarentegen is er steeds maar een partij die er weinig belang bij heeft. Bij een centrum-links kabinet is dat het CDA, bij een centrum-rechts kabinet D66. De sleutels in de formatie liggen dan ook bij D66 en CDA.
ER VAN UITGAANDE dat paars mislukt, is PvdA-CDA-D66 de volgende optie die wordt onderzocht. Alles hangt hierbij af van de analyse die het CDA maakt van de nederlaag. Liepen de kiezers weg omdat men het beleid te zacht, te sociaal vond, of was juist het omgekeerde aan de hand? De fractie lijkt voor de eerste redenering te kiezen. Had de fractie meer de vrije hand gekregen van de (in hun ogen veel te sociale) Lubbers, dan was er veel meer samengewerkt met de VVD en had het allemaal niet kunnen gebeuren, zo was de stemming bij de door de De Hoop Scheffers gedomineerde eerste fractievergadering. Maakt het CDA echter de andere analyse, dan hebben de christendemocraten juist weer behoefte het sociale gezicht te tonen en dan ligt een coalitie van PvdA-CDA-D66 voor de hand. Onderzoek van Bureau InterView wijst in de richting van het laatste. Het verlies van het CDA kwam weliswaar voor twintig procent ten goede aan de VVD, vierentwintig procent ging echter naar ‘links’ (PvdA/ D66/GroenLinks), terwijl het overgrote deel van de in het CDA teleurgestelden niet ging stemmen.
Behalve de inschatting van de oorzaak van het verlies, is de opstelling van het CDA bij coalitiebesprekingen met PvdA en D66 ook sterk afhankelijk van hoe groot men de kans acht op een VVD-CDA-D66-kabinet. Dat immers is niet alleen voor de VVD, maar ook voor het CDA de gunstigste combinatie. In hoeverre dit walhalla op de achtergrond blijft gloren, ligt in handen van D66. Wederom is het de vraag wat die partij nou eigenlijk wil. Voor een enigszins progressief beleid is het doodzonde dat D66 zich niet op een coalitie met de PvdA wil vastleggen. Deed ze dat wel, dan stonden de twee samen zeer sterk in de onderhandelingen met VVD en CDA. Wordt het geen paars, dan wordt het PvdA-CDA-D66, zo simpel had het kunnen zijn.
Maar de machtspolitiek won het bij D66 van de drang tot een relatief progressief beleid. En machtspolitiek won het ook van de duidelijkheid jegens de kiezer, waar de partij zo prat op gaat. Het toekomstige slagveld overziend, wordt de kans op een kabinet van D66-CDA-VVD sterk onderschat. De feestgangers in Paradiso zouden wel eens te vroeg gedanst kunnen hebben.
Misschien kan het van Mierlo echt niks schelen of er, als paars mislukt, een centrum-links dan wel een centrum-rechts kabinet komt. Maar Tjeenk Willink is niet voor niets als ‘voorverkenner’ aangesteld en niet meteen als informateur. Mocht ‘paars’ moeilijk liggen, dan adviseert hij om eerst een van de andere opties te onderzoeken - zo blijft een purperen coalitie een mogelijkheid op de achtergrond, en moet het CDA met de billen bloot voordat deze partij onmisbaar is.
De ouderenpartijen zijn met hun advies aan de koningin voor een kabinet van VVD-CDA-D66 in een klap door de mand gevallen. Want zijn dat niet net de partijen bij wie de ouderen er het meest op achteruitgaan? Nog nooit pleegde een zo jonge partij zo openlijk kiezersbedrog: voor de verkiezingen zeggen dat je links van het midden staat, en een paar dagen erna honderdtachtig graden draaien. Het bevestigt dat het het Ouderenverbond en de Unie 55-plus niet zozeer te doen is om de (sociaal-economische) solidariteit met de ouderen, maar om een conservatisme in het kwadraat, de ordentelijke samenleving waarin het gezag weer gezag heeft.
LOS VAN DE UITEINDELIJKE kabinetssamenstelling, biedt de nieuwe getalsverhouding in het parlement veel meer dan voorheen de mogelijkheid voor een progressief beleid. Tot begin mei had de VVD tweeentwintig zetels, het CDA vierenvijftig en de CD een - een rechtse meerderheid waar het CDA dankbaar gebruik van maakte, hetzij door de PvdA onder druk te zetten (de vreemdelingenwet), hetzij door lak te hebben aan de coalitie en samen met de VVD besluiten te nemen (de aanleg van tal van nieuwe wegen).
In het nieuwe kabinet is die meerderheid verdwenen, zelfs als de ouderenpartijen zich in het conservatieve kamp scharen: VVD 31, CDA 34, CD 3, Ouderen 7 - dat is samen 75. Een ziek of vakantievierend kamerlid kan beslissend zijn, al was dat de afgelopen periode ook zo. De kleine christelijke partijen worden vaak onder rechts geschaard, maar gezien hun stemgedrag van de afgelopen vier jaar is dat ten onrechte. Waar het gaat om het milieu, om het opkomen voor de minst draagkrachtigen (zorg voor de armen), migratie, en het handhaven van de rechtsstaat stemden zij de afgelopen jaren vaak mee met GroenLinks en D66.
De voorstanders van een progressief beleid hebben gezien de huidige getalsverhoudingen belang bij het zo min mogelijk vastleggen van kwesties in het regeerakkoord - wie er ook in de regering zitten. Daarnaast zou het goed zijn als het dualisme weer serieus werd genomen: fracties die hun eigen verantwoordelijkheid nemen en niet automatisch meestemmen met ‘hun’ ministers en regering. Voor een progressief beleid is straks niet zozeer de regeringssamenstelling, als wel de mate van dualisme en de ware aard en rechte rug van D66 en de PvdA van belang.
Want inderdaad, dat zou je bijna vergeten, wat willen die partijen eigenlijk?
de feestgangers in paradiso zouden wel eens te vroeg gedanst kunnen hebben
De purperen schemering
Tja, dat paars. Een kabinet van PvdA-VVD-D66 zal toch weer neerkomen op een CDA-beleid. Want hoe je het ook bekijkt, het CDA heeft de sleutel in handen.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1994/19
www.groene.nl/1994/19