
Het geloof in Zwarte Piet kreeg dit jaar fundamentalistische trekjes. Dat is jammer, want het Sinterklaasfeest dreigt zijn veelgeroemde speelsheid daarmee te verliezen. Door zich vast te bijten in de zwartheid van Piet, wordt de toekomst van Sinterklaas zelf op het spel gezet. Nog een aantal jaren venijnige discussie over Zwarte Piet en straks wil niemand meer iets van Sinterklaas weten.
De orthodoxie (‘Piet was altijd zwart en moet daarom zwart blijven’) is verrassend, juist omdat het geloof in de Goed Heiligman één van de weinige geloven leek te zijn dat zichzelf niet zo serieus nam. Dit geloof is zo bijzonder omdat een meerderheid van niet-gelovigen er alles aan doet om de gelovigen in de waan van hun geloof te laten. Het is dan ook een jammerlijk moment als een kind van zijn of haar geloof valt: voor het kind zelf (die de grotemensenwereld plotseling als collectief bedrog ervaart) maar meer nog voor de volwassenen die treuren omdat de jeugdige goedgelovigheid voorgoed verdwenen is.
Zo’n geloof – in stand gehouden door niet-gelovigen, kom daar maar eens om! Zo’n geloof neemt zichzelf toch niet al te serieus zou je verwachten? Maar het tegendeel is waar: de niet-gelovige volwassenen waken als leeuwen over het ware kindergeloof. Niets mag daarin worden veranderd.
Waarom niet? Eén argument is dat kinderen hun geloof zullen verliezen als Zwarte Piet verandert. Wie dat serieus denkt, verraadt dat hij of zij inderdaad niet gelovig is want échte gelovigen –zoals de meeste kinderen- passen veranderingen vaak rimpelloos in hun geloof in. Zelfs van de meest onwaarschijnlijke, outdated aspecten van het Sinterklaasgeloof (het plaatsen van schoenen bij niet meer bestaande schoorstenen) valt een kind niet van zijn of haar geloof. Gelovigen kun je heel veel wijs maken – ze laten zich veel wijs maken. Daarom ook is geloof veranderlijk en, indien gewenst, veranderbaar. De gelovigen hebben er weinig problemen mee. Nu de ongelovigen nog.
Maar de hoeders van het Sinterklaasfeest hebben nog andere bezwaren tegen een verandering van Zwarte Piet. Het is namelijk hun geloof, het is een Nederlands feest, een traditioneel geloof. Veel van de critici zijn in de ogen van de gelovigen niet Nederlands (‘ga terug naar je eigen land’) en hebben daarom niets te vertellen over het Sinterklaasfeest, laat staan dat ze daarin veranderingen zouden mogen suggereren. Ook dit argument toont echter weer dat het Sinterklaasfeest door ongelovigen wordt verdedigd.
Echte gelovigen zouden namelijk hun geloof met anderen willen delen (of zelfs aan hen willen opdringen…) en er een zo inclusief mogelijk feest van willen maken. Sinterklaas alleen voor ‘echte Nederlanders’? Het is de ware gelovigen een gruwel om anderen niet te laten delen in de blijdschap die Sint brengt.
De ongelovigen vechten over het hoofd van de Goed Heiligman een heel andere oorlog uit: wie is de baas in Nederland? Op hardhandige wijze worden etnische hiërarchieën aangebracht waarbij witte Nederlanders als vanzelfsprekend echtere Nederlanders zouden zijn dan zwarte, en daarom zouden ze meer zeggenschap hebben over het nationale kinderfeest. Maar juist gelet op de geschiedenis van Sinterklaas is de claim dat ‘zwarten’ buiten dit Nederlandse feest staan extra bevreemdend. Ken uw geloof!
De serviele zwarte knecht die Sinterklaas er halverwege de 19de eeuw bij krijgt, is Nederlands, namelijk gemodelleerd naar Nederlandse slaven. Nederlandse Surinamers en Antillianen, als afstammelingen van deze slaven, hebben dus juist bij uitstek spreekrecht over de inhoud van het Sinterklaasfeest: Zwarte Piet, hun stereotype, raciale afbeelding is daar onderdeel van, juist omdat ze al eeuwen Nederlanders zijn.
Hen uitsluiten van dit debat op grond van het feit dat ze niet of minder ‘Nederlands’ zouden zijn en geen deel van deze traditie, is dus extra pijnlijk: de geracialiseerde figuur van Zwarte Piet is nu juist wél onderdeel van onze geschiedenis en is daarom in het Sinterklaasverhaal terecht gekomen. Dat hij als ondergeschikt, serviel figuur zijn rol speelt, zou een extra reden moeten zijn om zijn nazaten in het debat serieus te nemen en op hun woord te geloven. Als zij Zwarte Piet als uiterst pijnlijk ervaren, dan is dat voldoende reden om daarmee op te houden. Anders doen we net alsof ze nu geen mede-Nederlanders zijn en alsof dat verleden ons niets interesseert. De voorstanders van Zwarte Piet zijn trots op de Nederlandse traditie maar kennen hun nationale geschiedenis niet.
De ongelovigen bewijzen het geloof in Sinterklaas dus een slechte dienst nu zijn toekomst door hun orthodoxie op het spel komt te staan. Door vast te houden aan de zwartheid van Piet, tonen ze zich bovendien ongevoelig voor de emoties van andere Nederlanders. Niet alleen voor de emoties van veel zwarte Nederlanders, want er zijn ook witte Nederlanders die Zwarte Piet graag zien verdwijnen, die hun Sinterklaasgeloof graag zuiver houden en van racistische smetten vrij. Mogelijk lukt het dan om het leukste geloof van Nederland te behouden.
Beeld: Willem van de Poll / Nationaal Archief