Moskou − Dubbel feest in Rusland: de vakgroep neerlandistiek aan de Staatsuniversiteit in Sint-Petersburg bestond in oktober vijftig jaar en het Nederlands Instituut in Sint-Petersburg (nip) blaast 25 kaarsen uit. Treurig detail: de evenementenkalender op de website van het instituut bevat welgeteld nul evenementen. En ook het vijftigjarig jubileum is afgelopen najaar geruisloos aan Nederland en Vlaanderen voorbij gegaan, met slechts enkele buitenlandse bezoekers.
Sinds het uitbreken van de oorlog krijgen Russische docenten en studenten Nederlands namelijk geen beurzen en nauwelijks visa meer. ‘We kijken naar plaatjes van Nederlandse en Vlaamse steden, net als in de tijden van het IJzeren Gordijn’, zegt docent Alexandra Jakovleva. Ook het belangrijke contact met moedertaalsprekers is verdwenen.
Terwijl: tot voor kort had de neerlandistiek stevige voet aan de grond in Rusland. De studentenaantallen waren weliswaar bescheiden − enkele tientallen nieuwe studenten per jaar −, toch heerste er een bruisende studentencultuur en was het Nederlands dat aan de Universiteit van Sint-Petersburg gesproken en gedoceerd werd van hoog niveau. Universitair docent Jaap Grave, tegenstander van de wetenschappelijke boycot, gaf tussen 2020 en 2022 college in de stad en noemt het ‘een van de beste vakgroepen Nederlands waar ik ooit heb gewerkt’.
Al die opgebouwde taalexpertise dreigt langzaam verloren te gaan. De Taalunie, geldschieter van de internationale neerlandistiek, heeft de suppletie voor moedertaalsprekers en steun aan vakgroepen Nederlands in Rusland stopgezet − en volgt hierin de rijksambtenaren. Daarmee lijkt er stilletjes een einde te komen aan de academische banden tussen Nederland en Rusland.
Tóch vond er midden maart een evenement plaats, in Moskou. Een bescheiden evenement, weliswaar: in een besloten bijeenkomst zonder expliciete link naar het jubileum ontmoetten docenten Nederlands in Rusland elkaar. Digitaal aanwezig waren de Taalunie en de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (ivn). Hoogleraar Hans van Koningsbrugge, directeur van het Nederland-Rusland Centrum in Groningen, gaf een lezing over mogelijke samenwerking met Russische collega’s in oorlogstijd.
Zodoende lijkt er nog een kleine academische waakvlam te branden. Docent Jakovleva hoopt het clubje te zien als een platform om te zoeken naar oplossingen. ivn-directeur Anne Sluijs zegt dat men ‘blij was met het contact’ en dat docenten een ‘sterke drang voelen juist nu door te gaan met het Nederlands onderwijs’.