Jaarlijks lopen twaalfduizend jongeren in Nederland hersenletsel op. Een Europese epidemiologische studie uit 2005 liet zien dat dat aantal stijgt. Hoofdoorzaak is volgens Erik Matser, neuropsycholoog, een toename van het aantal verkeersslachtoffers, gevolgd door een toename van het aantal slachtoffers van geweld en van vallen tijdens sporten en straatspelen. Matser ziet ook een toename in het gebruik van harddrugs en alcohol onder jongeren.Daarnaast is er een categorie gedrag die Matser plaatst onder de noemer «stommiteiten»: straatspelen waarin jongeren in een winkelcentrum van verdieping naar verdieping springen, of met inline skates aan een rijdende auto of brommer hangen, zoals in het televisieprogramma Jackass. Daarin worden de fysieke grenzen van het menselijk lichaam afgetast. De ster, Johnny Knoxville, laat zich uit een kanon schieten, zit geblinddoekt achter het stuur en berijdt achterstevoren een bokkende stier.«Een serie als Jackass biedt natuurlijk geen verklaring voor de extreme toeren die jongeren uithalen, maar laat zien dat jonge mensen steeds meer risicovol gedrag vertonen», zegt Matser. «In Zwitserland en Oostenrijk zien artsen een toename van hersenletsel als gevolg van steeds extremere toeren en steeds hogere snelheden met snowboarden. De snelheid in sporten neemt toe, en met de snelheid ook de ernst van het letsel door vallen. Met inline skates kun je tegenwoordig 35 kilometer per uur halen, een snelheid waarvan je met de rolschaatsen van een paar decennia terug slechts kon dromen. Een nieuwe trend in Amerika en Canada is lockerboxing: je zet een ijshockeyhelm op, doet handschoenen aan en ramt elkaar zo hard mogelijk op het hoofd.»Vorige maand werd in Zwitserland een heel neurowetenschappelijk congres gewijd aan jonge mensen met hersenletsel als het gevolg van dit soort Jackass-achtige capriolen. Dat de oorzaak van hersenletsel niet altijd eenduidig is, blijkt uit het verhaal van Maarten van den Pol (28) die op een middag – hij was toen zeventien – brullend de huiskamer in rende. «Mijn hoofd, mijn hoofd», gilde hij. Er was een vaatkluwen in zijn kleine hersenen geknapt. Die vaatkluwen zat daar al zijn hele leven en zou een keer knappen. «Dat kon op zijn zevende maar ook op zijn zeventigste gebeuren», zegt Els van den Pol, moeder van Maarten. Maarten had die middag ook scheerschuimgas gesnoven. Els van den Pol: «Hij zat altijd op het randje met zijn geëxperimenteer. Maar of dat invloed heeft gehad valt niet te zeggen.»
Maarten verkeerde in kritieke toestand, maar overleefde het. Het vinden van een geschikte plek om te revalideren bleek bijna onmogelijk, omdat er nauwelijks instellingen zijn voor mensen met Maartens problematiek. Hij valt niet binnen de psychiatrie en heeft geen lichamelijke handicap. Na maanden shoppen in de zorg kwamen ze terecht in een instelling in Boekel waar Maarten een paar jaar revalideerde. Nu woont hij begeleid zelfstandig en gaat hij naar de Vrije Academie in Den Haag, waar hij schildert. Traumatisch hersenletsel wordt veroorzaakt door een ongeluk. Niet-traumatisch letsel, zoals bij Maarten, is het gevolg van processen in het lichaam, bijvoorbeeld een infectie of een hersenbloeding. Maar ook bij niet-traumatisch letsel kan gedrag van invloed zijn. Zo is het in het geval van Maarten onduidelijk welk effect zijn middelengebruik heeft gehad op zijn hersenbloeding.
Het gedeelte van de hersenen dat vaak beschadigd raakt bij een hersentrauma is de frontale cortex, het deel dat bij jongeren nog tot rijping moet komen. Daarom heeft een beschadiging van de frontale cortex ook zulke ernstige consequenties, variërend van veranderingen in het karakter tot stoornissen in cognitieve functies zoals geheugen, concentratie en snelheid van denken.Probleem bij hersenletsel bij kinderen en jongeren is dat er vaak sprake blijkt te zijn van onderdiagnostisering. Soms omdat er een ernstiger trauma op de voorgrond staat, maar ook omdat de beschadigde functies pas later gebruikt gaan worden. Een jong brein is immers nog in ontwikkeling. De gevolgen van hersenletsel kunnen dus lang verborgen blijven en pas op latere leeftijd – soms zelfs pas als iemand volwassen is – aan de oppervlakte komen. Artsen tasten in het duister wanneer zich een probleem manifesteert en leggen geen verband met het hersentrauma van jaren terug.Het syndroom van Korsakov is een vorm van niet-aangeboren hersenletsel waarbij ernstige geheugenstoornis optreedt als gevolg van slecht eten en overmatig alcoholgebruik. «De leeftijd waarop mensen een Korsakov-syndroom ontwikkelen wordt steeds jonger», zegt neuroloog Klaas Arts. Was de gemiddelde Korsakov-patiënt twintig jaar geleden nog tussen de vijftig en de zestig, tegenwoordig ligt die leeftijd tussen de veertig en de vijftig. Er melden zich nu ook vaker mensen van in de dertig, wat betekent dat ze al op jonge leeftijd zijn begonnen met drinken. De jongst geregistreerde Korsakov-patiënt is 25. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut uit 2004 blijkt dat het alcoholgebruik onder jongeren in vergelijking met de vier jaar daarvoor is toegenomen. Vooral onder veertien- en vijftienjarigen zijn er veel kinderen die regelmatig drinken, sommige zelfs meer dan tien glazen per keer. Ander onderzoek toont aan dat jongeren die voor hun vijftiende beginnen met drinken vier keer zoveel kans hebben om alcoholist te worden. Het probleem is, zegt Arts, dat jongeren beter tegen drank kunnen dan volwassenen, terwijl hun hersenen veel kwetsbaarder zijn. Alcoholgebruik in de pubertijd is van invloed op de ontwikkeling van de frontale cortex. Net als bij ander niet-aangeboren hersenletsel kan dit leiden tot stoornissen in de persoonlijkheid en cognitieve functies.
Een mogelijke verklaring voor de gesignaleerde toename van risicovol gedrag bij jongeren is volgens Matser een gebrek aan sturing door de ouders: «Jongeren verkennen hun grenzen, waarbij ze moeten worden bijgestuurd. Daarin lijken ouders steeds vaker tekort te schieten.»Dat sluit aan bij wat Carin Mulder in haar werk als zorgcoördinator ziet op een vmbo in Amsterdam. Mulder, bijna 25 jaar werkzaam in het onderwijs, noemt de gebrekkige steun van thuis de grootste verandering van de afgelopen tien, vijftien jaar: «Je merkt het in het gedrag van kinderen: ze houden zich niet aan afspraken en kunnen niet omgaan met gezag.» Verder valt het haar op dat er meer drugs en alcohol voorhanden is en wordt gebruikt. Aan extreme sporten of straatspelen doen de leerlingen van haar school niet. «Onze leerlingen komen niet op het idee om dat te doen.» Volgens Maerten Prins, cultuurpsycholoog aan de Radboud Universiteit Nijmegen, hebben straatspelen en alcohol- en drugsgebruik inderdaad weinig met elkaar te maken. Straatspelen zoals skaten zie je bij hoger opgeleide jongeren, terwijl alcohol- en drugsgebruik meer bij lager opgeleide jeugd voorkomt. Prins vraagt zich af wat de omvang is van de straatspelen waar Matser het over heeft: «Volgens mij is dat niet meer dan een uit de hand gelopen Nike-reclame.»
Ook vechtspelletjes als lockerboxing of happy slapping – wat je volgens Prins overigens wel weer meer bij lager opgeleide jongeren ziet – zijn volgens hem marginale fenomenen, en zo oud als de mensheid bovendien. In de jeugdcultuur heeft volgens Prins altijd een onderstroom bestaan van jongeren die agressief of delinquent gedrag vertonen. Vroeger waren het de nozems, later de hooligans en nu de gabbers en de londsdalers.Een voorbeeld van een bekend agressieventiel is de voetbalwedstrijd waarbij hooligans elkaar op niet zachtzinnige wijze behandelen en buitenstaanders er relatief weinig last van hebben. «De verharding van de jeugd is van alle tijden, het is iets wat volwassenen altijd fascineert en wat wordt opgeklopt. Het is nu niet erger dan vroeger.» Waar het Matser en zijn collega’s vooral om gaat is de constatering dat het aantal jongeren met hersenletsel toeneemt. Het is een verschijnsel met ernstige gevolgen, dat zich sluipenderwijs zal manifesteren omdat de effecten in veel gevallen niet direct zichtbaar zijn.
Hersenletsel heeft verregaande maatschappelijke gevolgen: er is een groeiende groep mensen die niet volledig mee kan draaien en die een beroep doet op de zorg. Het wetenschappelijk tijdschrift European Journal of Neurology bracht het aantal mensen met een hersenaandoening in kaart. Nederland telde in 2005 24.711 patiënten met traumatisch hersenletsel. Kosten: 110 miljoen euro, waarbij maatschappelijke kosten zoals ziekteverzuim niet zijn meegerekend. De meeste jongeren met hersenletsel zullen de rest van hun leven aanspraak maken op een vorm van zorg. Matser: «Als het om een toename van het aantal jongeren met knieletsel zou gaan, zouden we er niet zo’n punt van maken. Maar mensen met hersenletsel krijgen te maken met verstrekkende, levenslange gevolgen die niet moeten worden gebagatelliseerd.»
Het is een gegeven dat alcohol- en drugsgebruik onder jongeren toeneemt, en dat het nadelige effecten heeft op het zich ontwikkelende brein. Het is te verwachten dat dat, op langere termijn, veel slachtoffers gaat eisen. In hoeverre die ontwikkeling nu al bijdraagt aan de toename van het aantal jongeren met hersenletsel is echter nog niet duidelijk. De toename is, paradoxaal genoeg, ook het gevolg van de groeiende aandacht voor hersenletsel. De knvb, bijvoorbeeld, heeft in samenwerking met Hersenstichting Nederland het «hersenletselkaartje» ingevoerd, een hulpmiddel om eventueel hersenletsel «langs de lijn» te kunnen beoordelen.
De namen van Maarten van den Pol en zijn moeder zijn op verzoek van de werkelijke personen gefingeerd