
Als de eerste Europese oorlog van de 21ste eeuw alleen een informatieoorlog zou zijn, stond de winnaar nu al vast. Aan de Oekraïense kant houdt een viriele, sympathieke president dagelijks begeesterde toespraken, vol gloeiend patriottisme, vastberaden hoop voor de toekomst en morele verontwaardiging over de Russische aanval op zijn land en de beperkte westerse steun. Aan de Russische kant probeert een kalende man, met een van botox-injecties stijf gezicht, zittend in een bunker, de indruk te wekken alsof alles volgens plan verloopt en hij alles onder controle heeft – daarbij benadrukkend dat niet Oekraïne maar Rusland met de rug tegen de muur staat.
Het contrast is groot. Op de Oekraïense, Russischtalige tv-zender uatv – te zien via de satelliet en op internet – gloeit de vaderlandsliefde, en zweert spreker na spreker een dure eed op de verdediging van het eigen land tot de laatste centimeter. Correspondenten in het hele land doen verslag van de ontberingen in de door Russische troepen belegerde, kapotgeschoten steden, of laten hun licht schijnen over de stroperige contacten die inmiddels bestaan tussen de Russische en de Oekraïense diplomatie. President Volodimir Zelenski, die zijn dagelijkse toespraak tot de natie en de wereld soms op straat in hoofdstad Kiev houdt om te bewijzen dat hij niet op de vlucht is geslagen, verheelt niet dat de toestand heel moeilijk is, maar praat zijn gehoor desondanks hoop en moed in. Het is een zware strijd op leven en dood die we gaan winnen, aldus de Oekraïense president.
Vladimir Poetin vertoont zich middels de nieuwszender Rossija 24 eveneens dagelijks per televisie aan het volk en uit zich dan in bureaucratenjargon. Zijn woordenbrij wordt gekenmerkt door een innerlijke tegenstrijdigheid: uw president en zijn regering hebben de situatie volkomen in de hand, maar tegelijkertijd is er eigenlijk niet zo heel veel aan de hand. Rusland is immers groot en sterk. Het is tenslotte ook geen oorlog. In Poetins terminologie, die uiteraard ook die van de gelijkgeschakelde Russische media is, gaat het slechts om een ‘speciale militaire operatie’, die ten doel heeft een deel van het historische Rusland te bevrijden van een groepje door het Westen gestuurde ‘nazi’s’ die het op etnische Russen hebben voorzien.
Poetin houdt meestal geen toespraak, maar overlegt per ‘teleconferentie’ met de legerleiding of de ministerraad en geeft dan zijn instructies: vrijwilligers uit het Midden-Oosten zijn welkom aan de Russische kant in Oekraïne, het bezit van westerse ondernemingen die Rusland verlaten moet misschien genationaliseerd worden. Gaat het om overleg in levenden lijve, dan zit Poetin aan een belachelijk lange tafel op minstens tien meter afstand van zijn ondergeschikten, die aan hun kant op een kluitje moeten zitten. En dan nog staat er naast hen een waakzame veiligheidsagent.
In de eerste dagen van de oorlog leken de nieuwsredacties van de Russische staatstelevisie overvallen door de omvang van de oorlog die – anders dan verkondigd aan de vooravond van de vijandelijkheden – niet beperkt bleef tot Russische militaire steun aan de twee door Moskou zojuist als staat erkende separatistische stukken Oekraïne in het zuidoosten, maar een aanval op een heel land bleek te behelzen. In de eindeloze praatprogramma’s van het ‘eerste kanaal’, waar in normale tijden ‘deskundigen’ elkaar overschreeuwen met krasse verdachtmakingen aan het adres van Ruslands vele vijanden, bleef men aan de voorzichtige kant. Het viel zienderogen niet mee veel te zeggen over de ‘speciale militaire operatie’ – woorden als ‘oorlog’, ‘invasie’ of ‘aanval’ waren en zijn in het openbaar verboden. De deskundigen hielden het bij thema’s die al sinds 2014 vast deel uitmaken van het propagandarepertoire: de slechtheid van het Westen, het ‘nazi’-karakter van de machthebbers in Kiev, de fascistische ‘putsch’ in Kiev van 2014, enzovoorts.
Frontverslaggeving was er, wat de Russische staatstelevisie betreft, alleen in de door Russische separatisten beheerste Donbas: bejaarde mannen en vrouwen kregen uit een vrachtwagen enkele vage blikjes overhandigd door een tot de tanden bewapende militair en spraken dan hun diepe dankbaarheid jegens Rusland uit. Mochten de Russische militairen een zegetocht en verwelkoming als bevrijders hebben verwacht, dan was daarvan toch in ieder geval niets te merken. Uit Oekraïense bron waren inmiddels op Telegram en elders beelden te zien die eerder op het tegendeel wezen: inwoners van de veroverde steden Cherson en Melitopol betogen nu al meer dan een week dat ze niet geannexeerd willen worden en laten zich zelfs niet afschrikken als Russische soldaten in de lucht schieten. ‘Maakt u het nou niet nog erger allemaal’, roept in een van de video’s een Russische officier met wanhoop in de stem tegen de betogers.
Oekraïense websites lieten ook Russische conservenblikjes zien: uit het rantsoen van krijgsgevangen genomen Russische soldaten, met een ver verstreken houdbaarheidsdatum. Sommige krijgsgevangenen vertelden voor de camera hoe hun meerderen de indruk hadden gewekt dat ze in Oekraïne met open armen ontvangen zouden worden, en kregen een mobiele telefoon in handen gedrukt waarmee ze hun moeder in Rusland moesten bellen en zeggen dat ze tegen de oorlog moest ageren. (Zulk gebruik van krijgsgevangenen is overigens in strijd met het oorlogsrecht.) Uit sommige video’s kwam naar voren dat de Russische krijgsgevangenen dienstplichtigen waren – wat niet klopte met Poetins uitdrukkelijke verzekering tijdens een tv-optreden dat naar Oekraïne uitsluitend beroepsmilitairen en ‘contractanten’ uitgezonden werden. Dat is inmiddels in de Russische media gerectificeerd, vermoedelijk na aankomst van de eerste lijkkisten.

We zijn er de laatste jaren in het Westen aan gewend geraakt Poetins propaganda-apparaat te zien als een machtige desinformatiemachine, die door een slimme verspreiding van nepnieuws, en trollenfabrieken die maakten dat in democratieën steeds meer mensen serieuze media gingen wantrouwen, het Westen wist te destabiliseren. Voorbeelden: het Nederlandse Oekraïne-referendum, Brexit, de verkiezing van Trump, het verzet tegen de coronamaatregelen. Op grond daarvan had je misschien kunnen verwachten dat de op 24 februari begonnen oorlog begeleid zou worden met een op de westerse vijand gerichte propagandaoorlog zonder weerga.
Maar nee: bij het begin van de oorlog leek het apparaat voor Russische propaganda in het buitenland eerder in elkaar te storten. Nog voordat de westerse regeringen hun verbod hadden kunnen effectueren, waren de Engelse, Franse, Duitse en Spaanse versies van het propagandastation RT (vroeger Russia Today) al opgeheven en hetzelfde gold voor veel edities van de websites van Sputnik. Het infuus met desinformatie uit Rusland was plots afgekoppeld, wat voor vaste afnemers in de hele wereld die in eigen land de Russische boodschappen verder verspreidden even wennen geweest moet zijn.
De verklaring ligt in de werkwijze: RT en Sputnik beijverden zich om mee te gaan in wat hun doelgroep graag wilde geloven – dat al die vervelende coronamaatregelen geen toeval waren maar het gevolg van een sinister complot bijvoorbeeld, en dat de overheid niet te vertrouwen was. Ingaan tegen een harde waarheid – de militaire inval in een buurland – gaat de spankracht van dit soort propaganda te boven: het doel is immers niet zozeer om te overtuigen, als wel om verwarring te zaaien.
Een andere propagandaoorlog van het Kremlin ging echter volop door in de eerste oorlogsdagen, vermoedelijk volgens een al vooraf opgesteld scenario: die tegen de laatste media in eigen land die nog probeerden meer te zijn dan propaganda-organen, eerlijk nieuws te brengen en verschillende standpunten aan het woord te laten. Eén voor één werd ze in de tien dagen na de inval in Oekraïne de nek omgedraaid. Tegelijkertijd werd Rusland zo veel mogelijk afgekoppeld van buitenlandse media of sociale netwerken die de Russische staatsburger konden confronteren met wat er in de rest van de wereld bericht en gedacht werd over de oorlog die geen oorlog mocht heten. De ‘speciale operatie’ bleek dus niet iets waarvan de wereld overtuigd moest worden, maar het sein tot de vervolmaking van een Russische media-autarkie.
‘We waren een eilandje van normaliteit’, zei hoofdredacteur Tichon Dzjadko van Dozjd-tv in de laatste uitzending van dit enig overgebleven onafhankelijke televisiestation van Rusland, op donderdagmiddag 3 maart. Dzjadko was zelf alleen nog per Skype aanwezig in de studio – omdat hij zich bedreigd voelde was hij al naar een onbekend buitenland gevlucht. Hetzelfde gold voor sommige andere nieuwslezers en reporters van het tv-station dat al jaren geleden van kabelnetten en satellieten was verdreven en het de laatste jaren van abonnees op de eigen website en YouTube moest hebben.
Ontroerend jong oogden de meeste redacteuren en andere medewerkers van Dozjd, terwijl ze per Skype of in de studio hun tranen wegslikten en vertelden hoezeer ze van hun werk gehouden hadden. Moedig waren ze zeker: de afgelopen jaren hadden ze, vaak live, bericht over verboden demonstraties en processen – wetend dat een journalist die de waarheid vertelt in Rusland niet veiliger is dan een politicus die dat probeert. Tot het laatst hadden ze standgehouden.
Nadat de Russische internettoezichthouder Roskomnadzor vrijwel direct na de inval in Oekraïne de site voor Russische gebruikers had geblokkeerd, waren ze nog doorgegaan op YouTube. Maar nadat er in ijltempo een wet door het parlement was gejaagd die journalisten vijftien jaar kamp in het vooruitzicht stelde als ze over het optreden van de Russische strijdkrachten ‘bewust leugenachtige’ informatie zouden verspreiden – normaal nieuws dus – besloot de eigenares van het station, de van oorsprong helemaal niet oppositioneel ingestelde Russische ‘socialite’ Natalja Sindejeva, er de stekker uit te trekken.
Ze deelde het zelf de kijkers mee, en zei te hopen dat Dozjd-tv (’dozjd’ betekent ‘regen’) ooit zou terugkeren. Tenslotte had zij haar tv-station bij de oprichting in 2010 de ondertitel ‘het optimistische kanaal’ meegegeven, toen nieuws nog maar één van de speerpunten was van Dozjd-tv, naast lifestyle-uitzendingen die pasten bij het moderne levensgevoel dat veel, vaak jonge, Russische kijkers die de in 1991 ten onder gegane Sovjet-Unie niet meer hadden meegemaakt, graag wilden uitstralen. Dat gevoel lijkt nu iets uit het verleden, net als serieuze nieuwsvoorziening.
De afscheidsuitzending duurde veel te lang – iedereen wilde wat zeggen. Na een uur was het voorbij. ‘No pasaran’, riep iemand nog. En ‘njet voine’, nee tegen de oorlog, de kreet waarvoor de afgelopen weken nu al ruim tienduizend demonstranten in tientallen Russische steden zijn opgepakt. Het kanaal van Dozjd-tv vertoonde nog urenlang een stukje ballet uit Het zwanenmeer. Bij de mislukte staatsgreep tegen Gorbatsjov in 1991, die het einde van de Sovjet-Unie inluidde, toonde de tv urenlang alleen dit ballet. Het beeld, dat in de herinnering van Russen het begin van een vrijer bestaan markeerde, kreeg op deze zwarte dag bij Dozjd een heel andere betekenis.

Een ander prominent slachtoffer van deze zuiveringsactie onder media was het radiostation Echo Moskvi, dat al voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 bestond en zich door de jaren heen had ontwikkeld tot een professioneel kanaal voor nieuws en andere praatprogramma’s, en in heel Rusland in grote steden per FM te horen was. Hoofdredacteur Aleksej Venediktov had er de afgelopen jaren zorg voor gedragen dat zijn zender niet kon worden weggezet als een ‘buitenlandse agent’ of als ‘extremistisch’, predikaten waarmee andere media waren gehinderd of verboden. Ook de standpunten van ‘poetinisten’ en andere niet-liberale politici en journalisten kwamen bij Echo Moskvi aan bod.
Sinds 2018 was 66 procent van de aandelen van Echo Moskvi in handen van Gazprom-Media, een dochteronderneming van Gazprom, het staatsgasbedrijf dat in Poetins Rusland een centrale rol speelt. Venediktov placht, gevraagd naar redactionele invloed van Gazprom, te zeggen dat daarvan nooit sprake was geweest, en leek de verbinding van zijn zender met een zo machtig bedrijf eerder als een garantie voor de toekomst te zien. Maar nu mocht dit alles niet meer baten: op 1 maart sneed Roskomnadzor Echo Moskvi af van zijn FM-frequenties en toen de redactie doorging op YouTube besloten de eigenaren van Gazprom tot ontbinding van de dochteronderneming Echo Moskvi.
Zo verdwenen de laatste media die het Russische informatielandschap nog een schijn van betrouwbaarheid konden geven, en niet alleen op landelijk niveau: in het verre Jakoetsk werd bijvoorbeeld de website ykt.ru gesloten. Wat overblijft, opereert meestal vanuit het buitenland, zoals de website Meduza, of het met Amerikaans overheidsgeld gefinancierde tv-station van Radio Liberty.
Alleen de roemruchte krant Novaja Gazeta – tegenwoordig een weekblad en een site – is nog over. De hoofdredacteur, Nobelprijslaureaat voor de vrede Dmitri Moeratov, legde de lezers uit dat de redactie absoluut geen zin heeft in vijftien jaar kamp. Vanwege de ‘militaire censuur’ ziet de krant verder af van verslaggeving over Oekraïne. Er blijft, aldus Moeratov, nog genoeg om over te schrijven: ‘Welke gevolgen heeft de toestand voor de psychische toestand van Russen en Oekraïners? Welke toekomst wacht onze economie en onze persoonlijke financiën? Zal Rusland protesteren tegen de gang van zaken en welke vorm neemt die repressie aan?’
Eerlijke journalistiek en openhartige opinievorming worden – meer dan dertig jaar na de glasnost van Gorbatsjov – onder Poetin dus weer hoge uitzondering in Rusland, en gevaarlijk voor wie er zich aan waagt. Maar helden zijn in Rusland meestal wel te vinden: Jekaterina Sjoelman, politicoloog en specialist in mensenrechten, zet haar populaire uitzending op Echo Moskvi, Nieuwe kaders, op YouTube voort, zolang dit kanaal tenminste niet door Roskomnadzor geblokkeerd is, net als Facebook, Twitter, TikTok, en vele andere kanalen.
Wat voor een nieuwsgierige Rus overblijft is de schijnwereld van de agitprop, waarin deze dagen president Poetin zelf de hoofdrol speelt en die soms de vorm aanneemt van een toneelstukje: dan staat de president op achter zijn schrijftafel om een dode officier te eren of om per videolink op afstand in Kaliningrad een schip te water te laten. Het hoogtepunt van presidentiële enscenering tot nu toe was de ontmoeting, weer in de bunker, met een groepje jeugdige stewardessen en vrouwelijke piloten van Aeroflot, ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag. In een politiek systeem waar alles draait om één man is Noord-Korea nooit ver weg, bleek uit de bijeenkomst.
Twaalf Aeroflot-werknemers, afwisselend in blauw en rood uniform gestoken, mochten Poetin vragen stellen. Ieder had een potje verse thee voor zich op de ovale tafel staan, maar niemand durfde die aan te raken. De president nam de gelegenheid te baat de dames de redenen voor de ‘speciale operatie’ nog eens helemaal van voren af aan uit te leggen, inclusief de agressieve houding van het Westen en het ‘nazistische’ karakter van het regime in Kiev.
Uit de bijeenkomst kwam ook naar voren dat Poetin zich als president verplicht voelt overal verstand van te hebben. Dat bleek toen een pilote vroeg hoe het stond met de vernieuwing van de Russische luchtvloot. Dat die grotendeels bestaat uit van westerse bedrijven geleasede Amerikaanse Boeings en Europese Airbussen en door de sancties grotendeels aan de grond staat, bleef onbesproken. Poetin had wél een opvatting over de krappe bagagerekken boven de passagiersstoelen – alsof hij daar vaak mee te maken had.
Nu, drie weken na het begin van de oorlog, begint de Russische staatstelevisie er pas een beetje in te komen, met het breed uitgemeten verhaal dat de VS en Oekraïne samenwerkten aan biologische wapens die op wonderbaarlijke wijze onderscheid kunnen maken tussen volkeren en vooral Russen om zeep zouden helpen. Ook de politiek van glasharde ontkenning van bewezen feiten, zoals we die kennen van MH17, is terug: de bombardering van een kraamkliniek in Marioepol zou een opzetje zijn van het ‘nazistische’ Azov-bataljon, een eenheid van het Oekraïense leger die in 2014 al een zwart schaap was in de Russische propaganda. Het Russische trollenleger op Twitter is ook weer in actie gekomen, over deze beide thema’s.
Wekenlang was het bij propagandistische proefballonnen gebleven. Minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov lanceerde kort na de inval het verhaal dat Oekraïne op het punt stond van de Amerikanen kernwapens te krijgen – zó’n onwaarschijnlijk verhaal dat het weinig indruk maakte. Hetzelfde gold voor de theorie dat de Oekraïense strijdkrachten een ‘genocidaire’ aanval op de separatisten in de Donbas in de zin hadden gehad, die Rusland nog net op tijd met de ‘spetsoperatsija’ had weten te voorkomen. Het sensationeel op de staatsnieuwszender Rossija 24 gebrachte nieuws dat de Oekraïense president Zelenski de hoofdstad Kiev was ontvlucht viel dood omdat Zelenski net op datzelfde moment per videoverbinding honderdduizenden mensen toesprak op pleinen in Praag, Tbilisi, Frankfurt en andere steden.

De veiligste formule voor een Russische televisiepropagandist is op dit moment vermoedelijk om aan te sluiten bij de agitprop-versie van de Tweede Wereldoorlog, waarvan de officiële lezing onder Poetin tenminste duidelijk is vastgelegd. In de toonaangevende zondagavonduitzending Vesti Nedeli, nieuws van de week, stelde presentator Dimitri Kiseljov het Russisch militaire optreden voor als een soort naspel van de oorlog die in Rusland ‘de Grote Vaderlandslievende’ moet heten: na de val van Berlijn in 1945 moeten de nazi’s anno 2022 nu ook nog even uit Kiev verwijderd worden. Kiseljov filosofeerde over de manier waarop in Oekraïne de zuiveringen en tribunalen georganiseerd zouden moeten worden – naar het voorbeeld van Neurenberg uiteraard.
In het programma Anti-fake – ‘fake’ wordt in het Russisch met de letters ‘feik’ weergegeven – waarschuwen deskundigen voor desinformatie, waaraan het Westen jaarlijks miljoenen dollars zou uitgeven. Het is beter zulke informatie in het geheel niet tot je te nemen, want het brengt je uit je evenwicht en houdt je van je werk, is het advies in het programma. Houd verder het internetgebruik van je kinderen in de gaten. Opvallend is dat de staatstelevisie elke avond aandacht besteedt aan een paar in Oekraïne gesneuvelde militairen. De fout uit de tijd van Afghanistan, toen het Rode Leger tien jaar lang de doden geheim hield, wil Poetin kennelijk niet nog een keer maken.
Inmiddels wordt in andere uitzendingen hard gewerkt aan de bredere context van de nieuwe oorlog. Vlak voor de opheffing van het station vertoonde RT een documentaire waaruit moest blijken dat het Westen en Stalins Sovjet-Unie helemaal geen echte bondgenoten waren in de strijd tegen Hitler-Duitsland: nog voor de inname van Berlijn had de Britse leider Winston Churchill het plan opgevat met de resten van de Duitse Wehrmacht een nieuwe veldtocht tegen de Sovjet-Unie te beginnen. Er zijn ook opvallend veel tv-programma’s over de ‘Great Game’ in de negentiende eeuw – de strijd om invloedssferen in Centraal-Azië tussen het Russische imperium en Groot-Brittannië, in het Kremlin nu kennelijk als een inspirerend voorbeeld gezien.
In nieuwsuitzendingen op tv wordt ook gepoogd iets te laten herleven van het enthousiasme bij de inlijving van de Krim in 2014, die Poetin bij veel Russen kortstondig zeer geliefd had gemaakt. Er zijn dan optochten van auto’s te zien waarop met witte tape de letter Z is geplakt – het kenmerk dat in Oekraïne op veel Russische tanks en andere militaire voertuigen staat.
Sommige analytici in het Westen denken uit Poetins moeizaam verlopende inval in Oekraïne te kunnen opmaken dat de Russische president misschien slachtoffer is geworden van zijn eigen propaganda: zo dwingend was het zelfbedachte verhaal over een groepje drugsverslaafde neonazi’s aan de macht in Kiev en de zwakte van pseudo-staat Oekraïne dat Poetin zich heeft misrekend wat betreft de snelheid waarmee hij militair een einde kon maken aan dit buurland.
De relatieve afwezigheid van Russische oorlogspropaganda richting het Westen suggereert echter nog een andere mogelijkheid: wie in eigen land alle oppositie en onafhankelijke stemmen heeft geëlimineerd en met een goed geoutilleerd veiligheidsapparaat perfecte repressie uitoefent, denkt dat hij ook naar de buitenwereld toe niet meer geloofwaardig hoeft te zijn, alleen afschrikwekkend. Wat Poetin betreft ligt de tijd dat internationale rivaliteiten werden uitgedragen met propaganda, informatie, culturele aantrekkingskracht en andere middelen van ‘soft power’ definitief achter ons.