Dakar – Na decennia van stilte en vergetelheid was hun onthaal meer dan groots. Vlaggen wapperden, ministers wachtten, een erehaag van soldaten stond klaar. Allemaal voor de negen inmiddels hoogbejaarde heren die die ochtend het vliegtuig hadden gepakt vanuit Parijs om definitief thuis te komen op Senegals internationale luchthaven. ‘Ik ben blij, zo blij’, glunderde de 90-jarige Gorgui Mbodji, met rijen medailles op zijn borst.
Aan dit moment ging een lange strijd vooraf. Mbodji en zijn acht broeders behoren tot de Tirailleurs Sénégalais, een geuzennaam voor soldaten uit Frankrijks voormalige koloniën die decennialang werden ingezet – vaak onder dwang – in oorlogen die niet van hen waren. Maar met het verstrijken van de tijd werden ze een stuk Franse en Senegalese geschiedenis waar opeenvolgende presidenten liefst overheen keken.
Zo bleef na de onafhankelijkheid in 1960 weinig over van Frankrijks beloftes aan zijn West-Afrikaanse soldaten. Hun pensioenen werden bevroren en het Franse burgerschap werd hun onthouden. De soldaten keerden terug naar hun dorpen zonder eer, zonder erkenning.
Terwijl in Senegal na de eeuwwisseling voor het eerst een landelijke herdenkingsdag voor de tirailleurs werd georganiseerd, begon ook Frankrijk beetje bij beetje de discriminatie van de nog levende veteranen goed te maken. Hun pensioenen werden gelijk getrokken, en in 2017 kregen een dertigtal heren eindelijk hun citoyenneté.
Maar één regel bleef: zij die via het Franse leger recht hadden op een pensioenuitkering, zo’n 950 euro per maand, moesten daarvoor minimaal zes maanden per jaar in Frankrijk zijn.
‘Als mijn vader dat niet zou halen, kreeg hij een hoge boete. Of zijn uitkering zou helemaal worden stopgezet’, vertelt Diouma Mbodji (42). De afgelopen twintig jaar leefde Gorgui Mbodji met zo’n dertig andere ancien tirailleurs noodgedwongen maandenlang duizenden kilometers weg van zijn familie, in een flatje in de Parijse voorwijk Bondy.
Maar haar vader werd steeds ouder, zegt Mbodji. En de reis werd zwaarder. Sommige tirailleurs overleden terwijl ze in Frankrijk waren. Anderen verloren op afstand geliefden. Begin dit jaar schafte president Emmanuel Macron die regel eindelijk af. De heren, inmiddels tussen de 85 en 95 jaar, mogen hun ‘laatste dagen’ nu écht thuis doorbrengen.
Hij gaat Bondy missen, zei Yoro Diao, de oudste van het stel, bij aankomst. ‘Maar dit is een memorabele dag. Papy (opa) is eindelijk thuis.’