Hoewel wordt aangenomen dat de sluier is geworteld in de traditie, lijkt de wederkeer ervan een antwoord te zijn op de sociale en politieke instabiliteit van vandaag. In Afghanistan en andere delen van Azië zette de val van communistische regimes een groei van religieuze orthodoxie in gang, net zoals het afzetten van de sjah in Iran deed. In Egypte en Saoedi-Arabië, in het hele Midden-Oosten zelfs, heeft de wedergeboorte van de sluier vele wortels: sommigen beweren dat het voortkwam uit de Arabische nederlaag in de oorlog van 1967 met Israël; anderen zeggen dat het begon met het uiteenvallen van de droom van Arabische eenwording.

Dit verband met de politiek wijst er nog sterker op (aangezien sluieren nauwelijks wordt genoemd in de koran) dat het gebruik een sociale en religieuze constructie is: sluieren maakt de onmiddellijke creatie mogelijk van een nieuwe politieke identiteit — een soort «instant-traditie» — die vooral machtig is wanneer de sluier wordt opgelegd door publieke sanctie. Deze sanctie kan van bovenaf worden opgelegd — dat wil zeggen door overheids- of andere besluiten die islamitische dogma’s herzien — en ook van onderaf — door gemeenschapsnormen en sociale druk.

Waar de impuls te «versluieren» van onderaf komt opwellen, vanuit de familie en de gemeenschap, roepen zulke gebruiken rond sluieren tegenacties van de staat op. In Turkije verbood de regering hoofddoeken op openbare scholen en universiteiten. Duizenden jonge vrouwen werd de toegang tot de school ontzegd en konden niet afstuderen als zij zich zouden vertonen met een hoofddoek. Ook in het Turkse parlement is de hoofddoek verboden.

De hoogste gerechtshoven van Turkije beargumenteren deze harde maatregelen tegen het sluieren door zich te beroepen op het wettelijk vastgelegde secularisme van het land, dat Kemal Ataturk oplegde toen hij het moderne Turkije deed verrijzen uit de ruïnes van het Ottomaanse Rijk. Maar door op zo'n manier fundamentele rechten op vrijheid van samenkomst en expressie te schenden, brengen de Turkse sluierverboden nu, paradoxaal genoeg, een van de grootste ambities van het land in gevaar: aansluiting bij de Europese Unie.

Vergelijkbare sluierverboden zijn overal in de regio van kracht, en veelal om dezelfde politieke reden: politieke moslimheerschappij op een afstand houden. Egypte bijvoorbeeld, net als in Tunesië en Oezbekistan, heeft wetten die de gehele sluier verbieden.

Het sluieren beperken of verbieden is echter niet voorbehouden aan moslimlanden die hun politiek seculier georiënteerd willen houden. In Frankrijk zijn hoofddoeken op openbare scholen verboden sinds de late jaren tachtig, maatregelen die in stand werden gehouden ondanks de bezorgdheid van de Europese Unie dat de Turkse beteugeling van de sluier in strijd met de mensenrechten zou zijn.

Hoofddoeken werden voor het eerst verboden in Frankrijk door een administratief besluit. Dat verbod werd later bevestigd door het Constitutionele Hof, dat stelde dat het toestaan van dergelijke religieuze expressie in het openbaar waarschijnlijk inbreuk zou maken op de «neutraliteit» van de publieke sfeer, en zo zou leiden tot «verdeeldheid».

Jammer genoeg bestaat zulke verdeeldheid al: de weerstand in de publieke opinie tegen de sluier is groot, maar die lijkt minder over religie te gaan dan over racistische xenofobie, anti-immigrantengevoelens, en weerstand tegen multiculturalisme.

Het lijkt ook te gaan om angst voor de mogelijke erosie van de Franse nationale identiteit. Gezien zulke druk is de sluier in heel Frankrijk een uiterst beladen symbool.

Waar die nieuwe beleidsvormen met betrekking tot sluieren — zowel voor als tegen het dragen van de sluier — het doel dichterbij kunnen brengen van het verstevigen van politieke identiteiten in tijden van instabiliteit, doen ze dat door een ongelijkwaardige last te leggen op vrouwen, en hun recht op vrijheid van expressie en samenkomst te ondermijnen. Maar wat kan eraan worden gedaan? Als sluiergeboden die eisen dat vrouwen sluiers dragen draconisch lijken, is het in geen geval logisch dat anti-sluierwetten vrouwen grotere vrijheid bieden.

Sterker nog, als staten sluierregels opheffen, dan verschuift het gezag over vrouwen vaak naar de familie en andere ouderen in de gemeenschap. Zo kwam er in 1994 in Egypte, toen de minister van Onderwijs meisjes op de lagere school verbood hoofddoeken te dragen, een sterke terugslag en volgde een opmerkelijke terugval in vrouwenrechten in het algemeen. Andersom zeggen veel moslimvrouwen in Frankrijk dat ze een grotere vrijheid ervaren wanneer de staat sluieren verbiedt, omdat zulke wetten hen toestaan de mandaten van hun religieuze gemeenschappen te negeren.

Anderen zeggen dat wanneer de staat de sluier verbiedt, dat een netto verlies aan vrijheid voor vrouwen betekent, omdat het dragen van een sluier — zowel vroeger als in deze tijd — een buffer creëert waardoor vrouwen zich vrij kunnen bewegen in de maatschappij. Daarbij geven sluiers vrouwen beter toegang tot seculiere instellingen waarvan ze anders zouden zijn uitgesloten. In het algemeen biedt het dragen van een sluier een grotere vrijheid aan vrouwen in samenlevingen die door mannen worden gedomineerd.

Of de sluier nu wordt toegejuicht of afgewezen, deze sluieroorlogen markeren een brede, bijna wereldwijde strijd over culturele en politieke identiteit. De sluier, en de gevechten erover, representeren ook een cultuuroorlog die op een onevenredige manier wordt uitgevochten op vrouwenlichamen. In de context van een lange traditie waar van vrouwen wordt gedacht dat ze staan voor de openbare deugd, verbaast het niet om te ontdekken dat de oorlog slechter wordt op plaatsen waar politiek gezag en legitimiteit verzwakt zijn. Tenslotte verschuilt naakte macht zich in het algemeen achter een sluier.

Vertaling: Rob van Erkelens

© Project Syndicate