Pers? Daaraan hebben ze geen boodschap. Ze hebben niets toe te voegen aan de berichten van de Nederlandse en Duitse media die hun kazerne afschilderden als broeinest van dealers en drugsgebruikers. Bovendien wordt uit de school klappen tegenover een journalist niet gewaardeerd door de hoge omes. Ook een gewoon huzaartje kan hard vallen.
Een van hen is echter minder schamper. Hij wil eindelijk z'n verhaal wel eens kwijt, want hij heeft toch niets meer te verliezen. Eind september moet hij voor de rechter verschijnen. De beschuldiging: drugsdealen op en rond basis Seedorf. Waarschijnlijk moet hij vijf maanden zitten.
Volgens Remy (19), gabberkapsel, tatoeage op de rechter bovenarm, heeft het drugsdealen in Seedorf zo'n hoge vlucht genomen dat het haast niet meer te stoppen is. ‘Tegenwoordig is het spul hier makkelijker te krijgen dan in Nederland. Het geld is gauw verdiend. Ik kwam hier in december en in februari reed ik al rond in een Porsche 911 Carera. Zonder rijbewijs.’
Hij kreeg onlangs te horen dat er voor hem geen plaats meer is in het leger. Nu is hij nog ‘nadiener’, een voormalig dienstplichtige die wacht op toelating tot een militaire opleiding. Beroeps zal hij echter nooit worden. Remy: ‘Ik kreeg een fax waaruit blijkt dat ik niet word aangenomen op de militaire opleiding. Die moet je doorlopen om beroepssoldaat te worden. Ze hebben me afgekeurd. Die fax zegt dus eigenlijk: rot maar op uit het leger, dan kan de rechter je aanpakken.’
Tamelijk ironisch, vindt hij dat. Want sinds hij militair was geworden, had hij het gevoel dat hij aan de problemen die hij al eerder in verband met drugs in de burgermaatschappij had gehad, was ontkomen.
REMY KWAM voor het eerst met drugs in aanraking in de Zuidhollandse uitgaanswereld. Vrienden van hem begonnen te dealen en werden daar al snel heel groot in. Remy: ‘Vanaf m'n zestiende handel ik in hard drugs: MDMA-pillen, zoals XTC, en speed, hartstikke goedkoop. En zo nu en dan wel eens coke. Trips en heroine niet. Dat is een heel ander soort spul waar een heel ander soort dealer bij hoort. Wat ik verkoop hoort bij de hardcore rave-scene, gabbers, weet je wel. Hardcore-dansfeesten duren vaak twaalf, soms wel zesendertig uur. Dat hou je zonder oppeppende pillen niet vol.’
Tot vorig jaar was Remy als dienstplichtige in Amersfoort gelegerd. Daar besloot hij zich aan te melden als BBT'er (Beroeps Bepaalde Tijd) met een voorkeur voor legering in Duitsland. Hij is discjockey, een beroep dat hij overal uitoefent waar draaitafels en danstenten zijn. Daardoor heeft hij veel contacten binnen de hardcore rave-scene. Remy: ‘In Duitsland is een danscultuur in opkomst die lijkt op de Nederlandse. “Techno” noemen de Duitsers hun muziek. Die lijkt op onze rave maar is net iets anders. Het is allemaal nog erg nieuw hier, maar de pillen horen er al helemaal bij. In Amersfoort sprak ik Nederlandse jongens die van m'n muziek houden. Die zeiden: “Jij gaat toch ook naar Duitsland? Da’s mooi, want onze jongens en die Techno-gasten daar hebben spul nodig.”
In december kwam ik hier aan met 350 pillen op zak. De jongens waren er gek op. Begin januari begon het redelijk te lopen. Binnen een maand was mijn handel al aardig omvangrijk. Zo'n honderd man kocht regelmatig van me. Eerst vroeg ik vijftien mark per pil. Dat werd twintig toen die jongens het spul vaker wilden hebben. Ondanks de prijsverhoging kwamen ze toch bij me terug. Omdat het goede pillen waren. En omdat ik het als enige op de kazerne slim speelde. Ik liet me niet pakken en bracht zeker mijn afnemers niet in gevaar.’
REMY ZETTE BINNEN de legerbasis een netwerk van contacten op, zodat hij precies wist wanneer er gevaar dreigde. Vervolgens verplaatste hij een groot deel van zijn handel naar disco’s in de omgeving van Seedorf. Eerst zette hij een drugscircuitje op in de Metropol in het plaatsje Stade, later ook in Meyer’s Tanzpalast vlakbij Zeven. In het Tanzpalast was zijn handel geen lang leven beschoren. Toen bekend werd dat Nederlanders er drugs verkochten, liet men er geen militairen van de basis meer binnen. In de Metropol verliep de nering beter. Remy: ‘Er werd eerst gewoon top-veertigmuziek gedraaid. Toen ben ik er een paar keer platen gaan draaien. Door de mensen die op m'n muziek afkwamen, veranderde de sfeer en kon ik meer pillen afzetten.
Ik zorgde dat ik nooit drugs bij me had. Als mensen naar me toe kwamen, wees ik ze bij wie ze konden betalen en waar ze vervolgens hun dope konden afhalen. Ik werkte met jongens die zelf gebruikten. Die hoefden hun pillen niet te betalen. Ga je alleen dealen, dan kan je misschien veel meer verdienen, maar je loopt ook veel meer risico. Andere dealers hadden hun pillen gewoon op zak. Ongelooflijk stom, want er loopt daar genoeg marechaussee in burger rond. Ik ben vaak genoeg aangehouden, maar ze konden me niets maken. De leiding van Metropol kreeg mijn handel natuurlijk in de gaten. Ze vonden dat ik daarmee verkeerd publiek aantrok. Maar rave-muziek wordt steeds populairder, daar heb ik ze van kunnen overtuigen.
Ik heb veel met de mede-eigenaar van die tent gepraat. In het begin een beetje ruzieachtig, later sloten we een deal. Ik kon pillen verkopen, maar dan wilden ze wel samples hebben om te controleren of ik geen gevaarlijke troep verkocht. En als ik gepakt werd, zouden zij er niets mee te maken hebben. Ik hou me aan die deal, dus tegenover jou en de marechaussee laat ik niet meer los dan dit. Je weet nooit hoe die lui van zo'n disco zijn. Te veel zeggen kan me de kop kosten. Er wordt daar flink wat omgezet per avond, dus ze hebben veel te verliezen. En bovendien heb ik ze nog nodig, want als ik mijn straf heb uitgezeten, kom ik hier zeker weer terug. Het is namelijk een superdeal. Als ik hier een weekje rondloop, hoef ik een maand niet te werken.’
HET DRUGSGEBRUIK op de basis staat grotendeels in verband met de Hollandse en Duitse rave-scene. Maar er wordt ook wel gebruikt uit verveling. XTC en andere MDMA-pillen geven de gebruiker een helder en relaxed gevoel. Dat gaat vaak gepaard met de behoefte aan gezelschap en wederzijdse vertrouwelijkheid. Ook zonder de 220 beats per minuut van de gabberhouse is het de drug bij uitstek om een nachtje door te halen.
Remy: ‘Soms komen er ’s nachts jongens naar me toe die wat willen hebben. Ik verkoop ze een paar pillen en ze nemen ze meteen in. Kunnen ze een nachtje opblijven, een beetje kletsen en muziek draaien. De volgende dag om een uur of vijf, als het werk erop zit, is de pil uitgewerkt en vallen ze als een blok in slaap. Meestal zie je op zaterdag in het AMT heel wat jongens met zonnebrillen op. Daarachter zitten knoepers van pupillen. Maar ik eis wel van ze dat ze voorzichtig zijn. Met een pil achter je kiezen op appel, oke. Maar ik moet er niet aan denken dat iemand “strak” met een wapen in z'n hand staat. Je hebt absoluut geen gevoel in je vingers, dus je haalt zo de trekker over. Zo iemand krijgt van mij niks meer. Dat moeten we niet hebben.’
Soms is juist de werkdruk een reden om eens flink in te nemen. Remy: ‘Vandaag was er een triathlon. Daar deden militairen aan mee die gisteren uit waren geweest. Die kwamen vanmorgen naar me toe voor een pil, anders trokken ze het niet. Het komische is dat ze moesten samenwerken met jongens van de marechaussee die ook pillen bij me hadden gekocht.’
Aanvankelijk werkte Remy alleen met gewone soldaten, maar sinds februari zijn er ook officieren en onderofficieren bij zijn drugslijn betrokken. Volgens Remy was het een fluitje van een cent om zijn contacten uit te breiden tot de hogere kringen op de basis. Remy: ‘Via-via kreeg ik te horen dat je bij een groep luitenants en sergeants coke kon kopen. Dat ben ik gaan uitzoeken, want ik vroeg me af hoe ze eraan kwamen. Ik heb hun vertrouwen gewonnen op een heel simpele manier. Die jongens zijn helemaal weg van rave en hardcore, en als discjockey draai ik die muziek. Dus ik nodigde ze bij me uit. Later kwam ik bij hen over de vloer en gingen we een keertje stappen. Toen ik me liet ontvallen dat ik zo nu en dan wat dealde, was ik snel ingewijd. Ze zijn werkelijk ontzettend stom. Ze denken dat een simpel soldaatje als ik ze niks kan maken. Daar hebben ze ook gelijk in, tenzij ik kan bewijzen dat ze dealen of zelf spul kopen. En dat kan ik.
Ze gebruiken zelf zelden, maar hebben een flinke cocainehandel opgezet. Die is gericht op de officieren en onderofficieren van de basis. Ze houden zich niet zo bezig met export van hun handel, zoals ik. Ze brengen maar een klein deel naar buiten. Maar ik kwam erachter dat hun circuit het grote werk was, en niet het mijne.’
Remy was vastbesloten daar verandering in te brengen. Hij fotografeerde dealende officieren en onderoffieren en nam hun gesprekken op. Remy: ‘Ik heb een heel mooi, klein fotocameraatje. In Metropol mag niemand met een camera binnen, behalve ik. Als ik een van hen zag binnenkomen, wist ik dat ze weer een deeltje van hun handel buiten de basis wilden slijten. Ik kan van een kilometer afstand zien of iemand staat te dealen. En in een volle disco is een foto snel gemaakt zonder dat iemand het merkt.
Ook al zijn het officieren, als ik de bewijzen in handen heb zijn het voor mij kleine kinderen. Ik ben natuurlijk niet achterlijk, dus heb ik die bewijzen niet alleen zelf. Ook jongens onder mij hebben ze in handen. Ik heb foto’s van drie officieren en een onderofficier. Hun persoonlijke adressen en telefoonnummers heb ik laten uitzoeken door vrienden met wie ik vroeger dealde. Zelf heb ik ook het een en ander achterhaald. Ik ken iemand die bij het ministerie van Defensie werkt. Zo nu en dan werkte hij thuis op een computer van het ministerie. Ik zei dat ik z'n computer nodig had om een verslag te maken. De bestanden met vertrouwelijke informatie hadden een beveiliging die ik zo had gekraakt. Gekoppeld aan de adressen en telefoonnummers die m'n vrienden hadden uitgezocht, kon ik alle defensie-informatie die over die officieren en onderofficieren bestond achterhalen.’
Daarmee en met de foto’s en geluidsopnamen ging Remy naar ze toe. Ze kregen de keus: met hem samenwerken of hangen. Remy: ‘Ze kozen vrij snel eieren voor hun geld. Toen pas werd het echt groot, en ik was nog maar twee maanden in Duitsland. Ik kocht ongeharde coke van ze, verhardde die en maakte daar weer leuke dealtjes van. Ik verkocht aan de gewone soldaten. Dat deden zij niet, maar ik vond dat de gewone jongens ook wat moesten hebben.’
Rond maart bereikte zijn omzet het hoogste punt. Maar door het groter worden van zijn handel begon hij steeds meer op te vallen. De marechaussee zat hem op de hielen. En een van de officieren bleek zich toch niet te laten kisten door een soldaatje. Remy: ‘Toen ik dacht dat ik alles voor elkaar had, ging het mis. Zodra ik geen soldaat meer ben is het bingo, dan word ik opgepakt. Ik duik niet onder. Ze hebben eigenlijk heel weinig bewijs en dat is nog onrechtmatig verkregen ook. Kijk. (Hij haalt een fotootje uit zijn portemonnee.) Dat is een wachtmeester van de marechaussee, die andere vent is een hoge officier. De foto is genomen tijdens een barbecue in Smilde, bij de wachtmeester thuis. Daar praten ze over het onderzoek dat ze eigenlijk niet mochten uitvoeren. Daar is min of meer vastgesteld hoe ze me gingen pakken. Dat gesprek heb ik natuurlijk op tape. Die tape en dat fotootje kunnen me redden.’
De laatste weken is Remy bezig om zijn nering over te dragen aan een goede vriend van hem die nog twee jaar in Seedorf moet dienen. Die jongen is BBT'er. Van de mannen die tijdens zijn afwezigheid voor hem blijven werken, is zestig procent onderofficier en tien procent officier. Remy: ‘Dat waren die jongens die konden kiezen of delen. Als er iets misgaat hoor ik dat gelijk, want via-via krijg ik informatie van een majoor. Ook in de gevangenis.
Gisteravond ben ik naar de Metropol gegaan om eens te kijken hoe het zonder mij verliep. En ik moet zeggen: ze doen het perfect. Ik heb niemand opvallend zien dealen. Wat betreft het publiek was het een matige avond. Maar aan het eind kreeg ik toch 650 Mark in mijn handen gedrukt. Zonder een vinger uit te steken.’