Een evenement als het Holland Festival groeit met horten en stoten, net als een mens. Als jongetje werd het in de jaren veertig en vijftig keurig opgevoed; in de jaren zestig en zeventig werd het woest, revolutionair en experimenteel. Op veertigjarige leeftijd, in de jaren tachtig, leed het aan een midlifecrisis, was korte tijd stuurloos en koos tijdelijk voor poenerige deftigheid. Nu is het festival een zestiger en het is ernstiger en wijzer geworden. Onder artistiek directeur Pierre Audi heeft het vele contacten in Nederland en daarbuiten. En het bezint zich op zijn oude idealen: kan een kunstfestival betekenis hebben voor het maatschappelijk debat? Het gevolg is dat het jubileumfestival ernstig, politiek en een tikje somber is. Het motto Oppression and Compassion blijkt geen loze kreet.

Het begon met een zeer ernstige openingsvoorstelling, Uit het dodenhuis, de laatste opera van Leo Janáçek, gebaseerd op het boek van Dostojevski waarin deze zijn verblijf in een strafkamp in Siberië beschrijft. Het stuk werd door de oude dirigent en componist Pierre Boulez indrukwekkend verklankt en door regisseur Patrice Chéreau bijna klassiek geregisseerd. Hij legde de nadruk niet op de hardheid van het kampleven en de onderlinge twisten, maar op de schaarse gebaren van solidariteit tussen de gevangenen en een houten vogel als symbool van hoop op vrijheid.

Deze topvoorstelling kreeg een hedendaagse pendant in een kleine Australische dansvoorstelling Honour Bound, over de politieke gevangenen die in Guantánamo Bay en Abu Ghraib worden geïsoleerd, vernederd, gemarteld en tot wanhoop gedreven. Theatermaker Nigel Jamieson en choreograaf Garry Stewart namen het werkelijke verhaal van de Australiër David Hicks, die vier jaar zonder proces in Guantánamo Bay zat opgesloten, als uitgangspunt. In een claustrofobische ruimte waarin alleen tralies te zien zijn brachten de dansers vooral de gevoelens van volstrekte wanhoop tot uiting: ze hingen letterlijk in de lucht, liepen daadwerkelijk tegen de muren op en konden ook bij elkaar geen enkele steun vinden.

Noodzakelijkerwijs bevat zo’n ernstig festival ook interessante mislukkingen, zoals de oorspronkelijk door prins Claus bedachte Sahel-opera Bintou Were. Volslagen over elke grens heen was Babel van Elfriede Jellinek, gespeeld door het gerespecteerde Wiener Burgtheater. Ook Jellinek heeft het over de wandaden in de Abu Ghraib-gevangenis, maar zij geeft daar geen politieke betekenis aan. Volgens haar zijn mensen nu eenmaal zo, ze doen niets liever dan elkaar vernederen, martelen, doden en opvreten. Ook een aardige lesbische relatie eindigt in een afschuwelijke moord en abject kannibalisme.

Dit festival leverde minstens twee nieuwe meesterwerken over het politieke bedrijf op. Doctor Atomic van regisseur Peter Sellars en componist John Adams is een indrukwekkende, waarschuwende opera over de gevaren van de atoombom. Tegenover de redenaties en ambities van mannelijke atoomgeleerden en militairen is een vrouwelijke tegenstem te horen, die de dromen van gewone mensen verwoordt. En zeer goed past ook de nieuwe marathonvoorstelling Romeinse tragedies van regisseur Ivo van Hove in de context van dit festival. Drie stukken van Shakespeare achter elkaar, waarin diens visie op de Romeinse politiek geheel van onze tijd blijkt te zijn. Net zoveel ambitieuze jonge politici, hypocriete volksvertegenwoordigers en pleitbezorgers van de elite, die het met elkaar eens moeten zien te worden. De voorstelling duurt zes uur, maar je wilt er geen minuut van missen, zo goed spelen de acteurs van Toneelgroep Amsterdam.

Shakespeare en Van Hove waarschuwen voor te veel emoties in de politiek. Coriolanus (Fedja van Huêt) laat zich door zijn gekwetste gevoelens meeslepen, hij luistert niet naar de sussende woorden van zijn moeder (Frieda Pittoors), hij wordt verbannen en sluit zich aan bij de tegenstanders van Rome. Het eindigt met zijn dood en algehele ontreddering. In het stuk Julius Caesar blijft Brutus (Jacob Derwig) eerlijk en hij laat zijn twijfels zien. Hij verliest het, omdat Antonius (Hans Kesting) in staat is zijn eigen emoties zo te hanteren dat hij bij het volk het pleit wint. Of zijn emoties echt zijn of niet doet er dan niet meer toe; ze worden via de media als echt ervaren. Diezelfde Antonius verspeelt in Antonius en Cleopatra een wereldrijk doordat hij zijn liefde voor Cleopatra (een weergaloze Chris Nietveld) belangrijker acht dan de staatszaken.

Deze Romeinse tragedies polemiseren op dit festival met de opera Doctor Atomic. John Adams en Peter Sellars pleiten voor meer gevoel in de politiek, Shakespeare en Ivo van Hove waarschuwen daar tegen. Je hebt meer aan een koele, verstandige vorst die de zaak bij elkaar weet te houden en met – als het moet – harde hand de vrede handhaaft, dan aan jonge en oude losbollen, die, hoe sympathiek ook, niet in staat zijn persoonlijke en staatszaken uit elkaar te houden. Je hoeft het er niet mee eens te zijn om onder de indruk te zijn van een festival dat zich zorgen maakt over de staat van de wereld en niet bang is grote maatschappelijke vraagstukken aan de orde te stellen.

Holland Festival, t/m 24 juni, www.hollandfestival.nl, tel. 020-5237787