Het cliché van de maand is ‘lessen trekken uit de crisis’. Ik heb er wel een paar. Je zou bijvoorbeeld denken dat er in die tien jaar wel een back-upsysteem ontwikkeld werd. Volgens sommigen ontstond midden in de crisis inderdaad een alternatief voor ons geldsysteem. ‘Voor libertairen zal het heel aantrekkelijk zijn, als we het goed uitleggen – maar ik ben beter in programmeren dan schrijven’, schreef Satoshi Nakamoto (de artiestennaam van de anonieme mensen die bitcoin bedachten) op 14 november 2008 op de Cryptography Mailing List. De volgende dag waren wereldleiders bijeen in Washington om het internationale financiële systeem te redden. In januari 2009, toen Nakamoto de eerste bitcoinsoftware lanceerde, verloren de VS meer banen dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog en begon de eurocrisis in Griekenland. Het eerste bitcoinblock dat door Satoshi geproduceerd werd, bevat naar verluidt een citaat uit The Times van 3 januari 2009: ‘Chancellor on brink of second bailout for banks.’ Waar of niet, mooier kan de vervlechting van crisis en crypto niet geïllustreerd worden. Terwijl de Grote Financiële Crisis goed op stoom kwam, werd het zelfbenoemde alternatief in de startblokken gezet.

Tien jaar na de crisis is het dus niet alleen tijd om lessen te trekken uit de crisis, maar ook om het alternatief te evalueren. Wat hebben bitcoin, ethereum en ripple dat gewone munten niet hebben? Stabiliteit in ieder geval niet: de prijs van bitcoin vervijfvoudigde eind vorig jaar in enkele maanden en verloor daarna weer twee derde van haar waarde. En bitcoins zijn wel digitaal, maar de benodigde infrastructuur niet. Op mining farms in IJsland, Oezbekistan en andere koude plekken staan schuren vol computers algoritmen op te lossen. Daarbij wordt net zoveel energie verslonden als Ierland jaarlijks verbruikt. Het is zware industrie: hoeveel energie wordt verbruikt, en hoeveel CO2 geproduceerd, voor een kilootje bitcoins? Dat steekt wellicht slecht af bij gewone munten.

Tien jaar na de crisis is het tijd om de bitcoin te evalueren

De grootste aantrekkingskracht van bitcoins lijkt intussen precies te zijn waar Nakamoto in 2008 over schreef. Volgens een recente studie noemt ongeveer de helft van de Amerikaanse cryptogebruikers zichzelf libertair (tegen tien procent landelijk). Cryptomunten zouden ons bevrijden. Burgers beslissen en handelen direct met elkaar, zonder afhankelijkheid van machtige monopolisten in de financiële sector en de manipulatie van politiek en centrale banken.

Zoals alle libertaire wensdromen is dit gebaseerd op onbegrip. Geld is een vorm van schuld, en schuldverhoudingen zijn altijd hiërarchisch: crediteuren hebben macht over debiteuren. Bovendien is er een staat nodig om te bepalen welke vormen van schuld als geld mogen gelden. Een munt vrij van machtsverhoudingen en politiek is dus luchtfietserij, niet gehinderd door de logica van geldsystemen. Alle levensvatbare munten zijn gebaseerd op een kredietsysteem en hebben politieke steun nodig.

Die logica ondergraaft ook het idee van bitcoin als geld. Natuurlijk, je kunt je ermee laten betalen. Managers worden betaald in aandelen (in transacties die vele malen groter zijn dan de hele bitcoinmarkt), dat wil niet zeggen dat aandelen geld zijn.

Daar komt nog een andere economische wetmatigheid bij die libertairen graag vergeten. Wie het eerst en het meest investeerde, kan de markt manipuleren en de rest buiten de deur houden. Het idee dat nieuwe bitcoins door miljoenen vrije burgers geproduceerd worden klopt niet. Uit onderzoek door Giuseppe Maio van het Britse Trilateral Research blijkt dat zeven aanbieders ruim tachtig procent van het aanbod domineren. Allemaal early adopters met namen als BTC.com, AntPool, F2Pool en SlushPool. Klinkt heel hip, maar in hun sector gedragen ze zich gewoon net als de grootbanken.

Is er dan geen back-upsysteem denkbaar voor ons fragiele financiële stelsel? Zeker wel, en eenvoudiger dan via de blockchain en coin farms. Herintroduceer in elke economie één bank in overheidsbeheer. Die is er niet om winst te maken of te innoveren, maar om in tijden van crisis of stress het betalingsverkeer en een minimumniveau aan kredietverlening veilig te stellen. Commerciële banken kunnen zich toeleggen op andere, risicovoller activiteiten, die ook nodig zijn. Gaat het eens mis – en dat is onvermijdelijk – dan hoeven we ze niet te redden omdat anders de continuïteit van het betalingsverkeer gevaar loopt of de kredietverlening wegvalt. Banken dienen zo de economie, zonder haar te kunnen gijzelen. Het is een saaier, realistischer en effectiever back-upsysteem dan cryptomunten. Maar op een of andere manier is het ons in die tien jaar toch niet gelukt dit te realiseren.