MAANDAGOCHTEND, een rijtjeshuis in het stille Almere Buiten. De Stadspartij Almere is in beraad. Rond de keukentafel zitten fractievoorzitter Luuk Kroes en raadslid Joke Knop. Ze maken zich op voor de gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart. En hopen op betere tijden.
Kroes: ‘Juli vorig jaar heeft de voorzitter, Bob Fonhof, ons de partij uitgewerkt. Een regelrechte coup. Het gebeurde tijdens de ledenvergadering waarop ik als fractievoorzitter zou worden herkozen. Het liep aardig vol, jongelui in een jolige stemming. Er moesten extra stoelen worden aangesleept, we waren verheugd. Totdat bleek dat die lui allemaal uit de Ruischvoornstraat kwamen. Daar woont de zoon van Fonhof.
Fonhof begon ze toe te spreken. Dat hij voor vrije drugs was, verstrekking via apotheken. Ze hebben het tientje contributie betaald en hem tot voorzitter gekozen. De hele nacht is er nog gefeest op kosten van de partij. Wij zijn verslagen naar huis gegaan. Al het werk, drie‰neenhalf jaar, vaak tachtig uur in de week, in ÇÇn klap verwoest.’
Knop: ‘Nog diezelfde nacht hebben we de Stadspartij opgericht. Fonhof is verder gegaan met de Almere Partij. In de kas zat nog 35.000 gulden, met hard werken en het afstaan van de raadsvergoeding hadden we die gespaard. Fonhof weigert dat over te dragen, tot op de dag van vandaag. Met ons geld veroorlooft hij zich een peperdure campagne. Elke dag advertenties, terwijl wij ons niet meer dan een karige folder kunnen veroorloven. Gelukkig zijn er wat financi‰le steunbetuigingen gekomen. In ieder geval hebben we ballonnen kunnen bestellen.’
Voor Kroes en Knop is het een lange weg terug naar de top. ‘In stabiele toestand hadden we op vijf zetels kunnen rekenen. Door de scheuring zullen het er hooguit drie worden. Wij moeten de Almerenaars duidelijk zien te maken dat wij de oorspronkelijke partij zijn. Niet eenvoudig, Fonhof is met het door ons geschreven program de verkiezingen in gegaan. Vier weken hebben we van de zomer zitten pennen. Hij doet alsof het zijn idee‰n zijn. Alleen de drugsparagraaf is komen te vervallen.’
Knop: ‘Hij heeft het nooit kunnen verdragen dat Luuk in 1994 tot fractievoorzitter is gekozen. Vandaar die coup. Het is hem om de vergoeding te doen: 25.000 gulden per jaar. Daarom gaat hij opnieuw de verkiezingen in. De tweede op zijn lijst is zijn tennispartner.’
TIJDENS DE gemeenteraadsverkiezingen van 1994 deden de lokale partijen de gevestigde fracties grote concurrentie aan. Ruim twintig procent van de stemmen ging naar plaatselijke lijsten. In totaal leveren ze 2318 raadsleden en 335 wethouders.
In een voorgaande periode wist ook de Almere Partij een wethouderspost in de wacht te slepen. De partij schoof Arvid Gundersen naar voren. Een raadslid dat zijn naam had gevestigd door alle Almerenaars een rubberboot te beloven, mocht het ooit tot een dijkdoorbraak komen. Over zijn collega’s in de raad zei Gundersen: ‘Het zijn allemaal mensen die in Amsterdam niet aan de bak konden komen.’ Gundersens wethouderschap was van korte duur.
Joke Knop was indertijd fractieassistent. ‘Ik kreeg een telefoontje van het politiebureau. Gundersen zat vast. Die avond was hij in de functie van wethouder Sport uitgenodigd voor een darttoernooi. Hij was dronken en had een vrouw mee naar huis genomen. Die deed aangifte van verkrachting, waarop ze hem van zijn bed hadden gelicht. Hij beweerde dat de vrouw hem verleid had om daarna een woning te eisen.’
DIT JAAR ZAL een recordaantal van zevenhonderdvijftig lokale partijen meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen. De voorspelling is dat ze opnieuw triomfen zullen vieren. Ten koste van de filialen van de Grote Landelijke Partijen, die het contact met de burger verloren hebben. Hoe staat het met dat beweerde grotere volksvertegenwoordigende vermogen in, bijvoorbeeld, Arnhem?
Daar haalde de Stadspartij Arnhem ‘92 twee raadsplaatsen voor Jan Brinker en Martin de Graas. Na een half jaar krijgen ze ruzie. De Graas houdt het voor gezien. Brinker zet door. Als een hartinfarct hem velt, wankelt de partij. Dan verschijnt Rudy Kousbroek, een invloedrijke bordeelhouder in het Spijkerkwartier, ten tonele. Voor hem is de Stadspartij een laatste redmiddel in de strijd tegen het gemeentelijke plan de rosse buurt te verplaatsen naar een industrieterrein. Voor de nieuwe verkiezingslijst heeft hij vijftien kennissen geronseld. Hij gooit er een peperdure campagne tegenaan, betaald uit eigen middelen.
In de Spijkerstraat draait een monteur grote keilbouten in de muur. Vanachter hun ramen kijken de prostituees toe hoe een spandoek de lucht in wordt gehesen. Tussen de gevels strekt zich een wervende tekst uit: 'Stem Stadspartij, voor een warme buurt’. Op de stoep knikken Kousbroek en fractievoorzitter Bert Konings tevreden.
De stadspartij wil uitgroeien tot een brede volkspartij, licht Konings toe. ‘We zijn meer dan de partij van de pornobaas. Vrije sluitingstijden en gratis ongediertebestrijding staan ook hoog in ons vaandel. En de prijs van het paspoort moet in Arnhem omlaag.’
Rudy Kousbroek sponsort de campagne. Hij kijkt niet op een dubbeltje meer of minder. ‘Iedereen moet weten wat hier gebeurt, zodat we veel zetels kunnen halen. Ze willen de boel verplaatsen. Kost 57 miljoen. Van de gekke. Je gaat de Wallen toch ook niet verplaatsen? Het Spijkerkwartier is een historisch stukje Arnhem.’
De gemeente maakt het leven van Kousbroek zuur. Er waren hier veel parkeerproblemen. Dus gooide hij een poort los. De auto’s konden op het achterliggende terrein parkeren. Toen zijn in opdracht van wethouder Lenferink hopen puin voor de ingang gestort. Grote vrachtwagens, midden in de nacht. Verkeersoverlast is een van de argumenten voor verplaatsing. Om opstoppingen te forceren zijn stoplichten in de buurt heel kort op groen afgesteld.
‘Wethouder Lenferink gaat eraan. We gokken op zeven zetels. Reken maar dat we het college in komen. We beschikken over de nodige bestuurservaring. Lijsttrekker Seth Gerritsen heeft lange tijd in het bestuur van de worstelvereniging gezeten. Ik ben er ook niet vies van. We hebben genoeg intelligentie in huis om te weten hoe dat allemaal gaat straks. We gaan heel groot worden.’
IN 164 VAN DE 622 Nederlandse gemeenten is een lokale partij de grootste. Zo ook in Hilversum, waar Leefbaar Hilversum bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen uit het niets met acht zetels binnenstormde. LH-Fractievoorzitter en Vara-kopstuk Jan Nagel slaagde er niet alleen in de eenheid te bewaren, hij wist zelfs resultaat te boeken. Zijn partij bracht een wijdvertakte corruptie aan het licht waarbij wethouders door projectontwikkelaars de personeelskas hadden laten spekken.
‘Op onze bijeenkomsten komen zo'n tweehonderd man af’, vertelt Nagel in de Hilversumse stationsrestauratie. ‘We zorgen dat de thema’s aanspreken. Zoals: de intercity die weer moet stoppen hier, het vliegtuiglawaai dat is toegenomen, de verkeerssituatie die afschuwelijk is. Of subsidie aan de voetbalclubs, mag die wel of niet gebruikt worden om het eerste elftal te salari‰ren?
De gevestigde partijen zijn lokaal niet slagvaardig. Ze teren op het landelijke succes. Maar de kiezer kijkt tegenwoordig naar de prestatie. En juist een lokale partij kan presteren. Niet de landelijke partijen in de gemeenteraad, die zijn gebonden aan Haagse eisen. Durven niks zonder toestemming. Affiches krijgen ze van de partij toegestuurd, het lijstnummer moeten ze zelf opplakken. Gemeentepolitiek is voor die partijen niet meer dan een opstap naar het landelijk apparaat. De belangen van de plaats sneeuwen onder.
We hebben veel weerstand ondervonden van de bestaande partijen die zich rot schrokken van ons. Ze hebben ons uit het college gehouden terwijl wij de grootste zijn. Na 4 maart komen we erin. We gaan over de tien. Dat voorspelt ook Maurice de Hond.
In het hele land zijn de lokale partijen in opkomst. Het gaat niet overal even vlekkeloos als hier. Daarom heb ik een aantal lokalen geholpen door cursussen te geven over oppositie voeren.’
DAT SOORT ontwikkelingshulp gaat ook uit van het Platform Politiek Onafhankelijke Groeperingen (PPOG) en de Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen (VPPG), waarbij de meeste lokale partijen zijn aangesloten. Gezien de spectaculaire ontwikkelingen van 1994 lijkt het deze organisaties logisch dat lokale partijen overheidssubsidie krijgen voor politieke vorming en scholing, zoals dat voor nationale partijen geldt. De VPPG reageerde getergd op de recente uitlatingen van VVD-leider Bolkestein, die plaatselijken verweet bij te dragen aan de versnippering van het lokaal bestuur. Volgens deze organisaties voldoet de lokale partij niet meer aan de karikatuur van ‘ÇÇn-onderwerppartij’ die de bestuurbaarheid van een gemeente in gevaar brengt, zoals Bolkestein suggereert.
Toch is ook in Zwolle een folkloristische patroon als in Almere en Arnhem te herkennen. Met vijf zetels baarde Swollwacht in 1994 opzien, vervolgens vlogen de getrouwen elkaar in de haren. De raadsleden Jan de Vries en Astrid Pap keerden Swollwacht de rug toe. Een opluchting, wat fractievoorzitter Johannes van Nieukerken betreft.
Van Nieukerken: ‘Jan de Vries, mijn broer Kees en ik hebben de partij opgericht. Elkaar gevonden in het actiewezen. We procedeerden tegen de aanleg van de Van Karnebeektunnel en tegen de Assendorperlure, een landelijk gebied dat prestigieus bebouwd werd. Gelijk al is er een kloof gaan gapen tussen Jan en mij. We konden nooit tot consensus komen.’
In de lounge van het prestigieuze Wientjes Hotel nipt hij van zijn cola. ‘Ik deed negentig procent van het werk, Jan zette zijn naam eronder. Verkiezingen '94. Hij moest en zou met zijn hoofd op de pamfletten. Zo stalinistisch.
We knalden van twee naar vijf. Uitzicht op een wethouderspost dus. Is niet doorgegaan. Jan de Vries wilde zich kandideren. Met de grootste moeite hebben we het uit zijn hoofd gepraat. Hij was bij de gemeente afgekeurd, vanwege MS, en dan zeker het wethouderschap voor tachtig uur in de week. Maar hadden wij hem niet tegengehouden, dan had de raad wel een veto uitgesproken.
De afspraak was dat Jan halverwege de zittingsperiode het fractievoorzitterschap aan mij zou overdragen. Dat deed hij niet. Je trekt je maar terug, zei hij. Met Astrid Pap begon hij een blok te vormen. Nam radicale standpunten in. Alle coffeeshops weg. Dat wil ik ook, maar wettelijk kan dat niet. Justitie heeft het laatste woord.
Ook nam hij stelling tegen verdere groei van Zwolle. Economische binding voor elke nieuwkomer, riep hij. Ik zeg: Jan, dat is lachwekkend. De kroon overrulet je la minute. Dikwijls hebben we hem in toom moeten houden. Als hij een algemene beschouwing hield tijdens een begroting pleegde ik de ene interruptie na de andere.
Toen hij onder zware druk van het bestuur alsnog het voorzitterschap overdroeg, heeft hij gelijk een ontslagbrief geschreven. Een half jaar later begon hij voor zichzelf. Met Plaatselijk Belang Zwolle. Gaat hij de verkiezingen mee in.
Hij heeft een vaste aanhang onder duivenmelkers. Die kunnen me gestolen worden. Erger is de lastercampagne die hij tegen Swollwacht begonnen is. Hij schrijft ingezonden brieven die hij door anderen laat ondertekenen. Dat ik met raadslid Marieke van der Linden het bed zou delen. Electoraal een ramp. De kiezer in de wijk moet ik de grofste leugens uit het hoofd praten.’
De tegenwerking en een bevuilde naam hebben het optimisme van Van Nieukerken niet kunnen temperen. Hij is vastbesloten uit te groeien tot een volwaardige partij. ‘We zullen de vijf zetels van 1994 op zijn minst evenaren. We hebben een behoorlijke naam op het gebied van ruimtelijke ordening en minimabeleid. De burger heeft er weer alle vertrouwen in. Die heeft ons telkens met de caravan in zijn wijk zien staan. Onze ploeg is vreselijk fanatiek. Ik draai veertig uur in de week voor Swollwacht, naast mijn gewone baan.’
In de auto met logo begeeft Joop Zijlstra van de Eindhovense Stadspartij zich naar het secretariaat, waar hij ook woont. Zijn partij Eindhoven Met Stip (EMS) fuseerde in 1996 met Eindhoven Open Stad (EOS) van Marjanne Stas en Evert van den Berg tot de Stadspartij.
Zijlstra haalde met Van den Berg het paard van Troje binnen, vertelt hij in de huiskamer. ‘Van den Berg is een legendarische bommengooier uit de jaren zeventig, aangesloten bij de Eindhovense Rode Jeugd en oud-PSP'er met RAF-connecties. Hij is de goeroe van Marjanne. Van den Berg is een geniale vent, helaas verstrikt in zijn anarchisme. Ik was jezuãet, ken de orde en heb oog voor de gewone mens. Hij accepteerde het partijbestuur niet. Daar zijn brieven over geschreven. Toen belde hij op en zei: ik kap ermee. Achteraf blijk ik een revolutie op het nippertje ontzenuwd te hebben. Waarom denk je dat hun vroegere partij EOS heette? Eos, Grieks voor morgenrood. Richting marxisme.’
Zijlstra had geen boodschap aan absolutisme. ‘Ik hou mij veel met details bezig. Dat hebben ze mij wel eens verweten. Als ik een tirade hield tegen het college inzake het nieuwe PSV-stadion dan zei ik: geeft u mij het korfbalveldje maar dat in Acht-noord zou komen. Laatst werd ik van de weg gedrukt door een motoragent. Een limousine passeerde. Wim Kok die de wijken in ging… Ik ben er voor de kiezer. Mijn deur staat altijd open. Een pragmatische aanpak die niet onopgemerkt is gebleven.
Ik verdom het om maar een millimeter in te leveren van mijn eisen over het stadsonderhoud. Ik strijd tegen direct menselijk leed. Mensen die struikelen op straat klampen mij aan.
Ik werd eens gebeld door een oude dame. Haar invalide man die altijd met een zuurstofapparaat over straat moest, was gestruikeld over een trottoirtegel die drie centimeter boven de andere uitstak. Hij had zijn rug gebroken en was uiteindelijk overleden in een revalidatiecentrum. Ik heb een brief gestuurd naar burgemeester Welschen. Ik wilde op zijn minst een boeket voor de weduwe.’
Niet alleen dat boeket kwam er. ‘Een keer heb ik de gemeente aangeklaagd voor dood door schuld. Als gevolg van gebrekkig onderhoud is een snorfietser verongelukt. Dat gaf me een commotie in de raad. Met resultaat. Alle fietspaden zijn herbestraat.’