11’09’01 September 11 is een verzamelwerk van elf korte films door vooraanstaande regisseurs uit alle werelddelen. Het druipt van de anti-Amerikaanse sentimenten, maar het is uitgerekend het werk van de Amerikaan dat treft. De bijdrage van acteur en regisseur Sean Penn aan het project van de Franse Studio Canal Plus is een schitterende poëtische mijmering over tijd en mortaliteit en over de metafysische betekenis van de terreurdaden. De toon van innerlijke zelfwaarneming — de film handelt over de eenzaamheid van één bejaarde man in de grote stad — staat in schril contrast tot het politieke karakter van 11’09’01. Neem de film van de Britse cineast Ken Loach. Hij laat een Chileense activist in ballingschap een brief schrijven aan de slachtoffers van 11/9 waarin hij een andere 11 september in herinnering roept: die van 1973, de dag waarop Augusto Pinochet middels een gewelddadige staatsgreep aan de macht kwam. In beeld komen niet de Twin Towers, maar verdwijningen, martelingen, executies, dertigduizend doden en een lachende Henry Kissinger op de foto met de generaal.

Zo zijn de meeste korte films frontale aanvallen op wat de cineasten beschouwen als een geschiedenis van misdaden jegens de rest van de wereld gepleegd door opeenvolgende regimes in Washington. De beer is los: niet een van de elf regisseurs is geïnteresseerd in het onderzoeken van de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme, de immoraliteit van de terreurdaden, het gekwetste Amerikaanse zelfbeeld of het gevaar van het islamitisch fundamentalisme voor de vrije wereld. Des te meer stellen ze belang in de symbolische betekenis van de gebeurtenis zelf en in de dieperliggende oorzaken van de aanslagen, die ze vooral zoeken in de ziel van de grote vijand Amerika.

De film komt op een historisch moment. Zelden zijn kunstenaars méér geïnspireerd door een gebeurtenis dan door 11/9. Een jaar na de aanslagen lijkt New York nauwelijks meer te bestaan, behalve als een soort conceptueel kunstobject. Er is geen museum, theater of culturele instelling te bedenken waar niet een tentoonstelling is ingericht over 11/9; geen kunstenaar die niet een boek of gedicht of toneelstuk heeft geschreven, een film geregisseerd en gedraaid, een strip getekend en verkocht, een muziekstuk gecomponeerd en ten gehore gebracht, een tv-documentaire gemaakt en uitgezonden of een tijdschrift in elkaar gezet en in miljoenen exemplaren gedistribueerd over de hele wereld, zoals The Oprah Winfrey Magazine, waarin Oprah-als-moeder levensgroot en geruststellend op de cover prijkt met op de achtergrond het Chrysler Building dat schittert op de brandnieuwe kim van Lower Manhattan.

Vanaf 11 september draait 11’09’01 September 11 over de hele wereld — behalve in Amerika. De film is geselecteerd voor de festivals van Venetië, Deauville en Toronto, maar volgens berichten van het filmvakblad Variety is er nog geen Amerikaanse distributeur gevonden. Daar heeft de radicale inhoud alles mee te maken: in een tijd waarin Amerikanen het liefst bidden in een poging de scherven van hun zelfbeeld bijeen te rapen, komt een film waarin het eeuwige leven niet bestaat, God geen Amerikaan is en, zoals in de bijdrage van de Iraanse cineast Samira Makhmalbaf, de kinderen van een schooltje in Iran zich vervelen als de juf even aandacht vraagt voor het gedenken van de slachtoffers van 911.

Het zelfgenoegzame en propagandistische aan veel 11/9-films en -documentaires is afwezig in 11’09’01 September 11. Er is zelfs plaats voor humor. Uit Burkina Faso komt een juweel van een film door Idrissa Ouedraogo. Op een mooie dag ziet een groepje kinderen hem: Osama bin Laden wandelend over de stoffige wegen van hun dorpje. De jongens bewapenen zich met pijl en boog, mitrailleurs van hout en plakband en een videocamera — en zetten de achtervolging in! Maar terwijl ze ergens op hem staan te wachten, verliezen ze hun belangstelling en gaan maar weer hun eigen spelletjes spelen.

Opvallend aan 11’09’01 September 11 zijn de artistieke vrijheid die de regisseurs hadden en de symbolische lengte van de verschillende films: elf minuten, negen seconden en één filmframe. Dit laatste lijkt pretentieus, maar het geeft de film als geheel een bijzonder ritme. Tevens raakt de kijker zich gaandeweg bewust van een organische connectie tussen de film en de terroristische aanslagen, tussen het kunstwerk en datgene wat het uitbeeldt. Dat is van cruciaal belang bij 11/9-films. Immers, weinig gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis zijn intensiever op beeld vastgelegd. Een jaar na de aanslagen neemt het fictionaliseren van 11/9 alleen maar toe, voor zover kijkers er sowieso al toe in staat waren de beelden te beschouwen als «de realiteit» en niet als een scène uit een Hollywoodfilm.

Documentaires als Clear the Skies — onlangs te zien op BBC2 — compliceren de relatie tussen de aanslagen en fictie. Het programma is een serieus onderzoek naar de reactie van verschillende Amerikaanse veiligheidsdiensten op 11 september. Maar de kijker krijgt de journalistieke feiten opgediend in de vorm van populair vermaak. In Clear the Skies lijken de rokende Twin Towers een special effect, niet te onderscheiden van de realistische beelden in bijvoorbeeld The Sum of All Fears, de nieuwe kaskraker naar de gelijknamige Tom Clancy-roman, waarin een atoombom Miami van de aardbol vaagt. Qua vorm is Clear the Skies een kopie van de overigens briljante thrillerserie 24 (waarvan de laatste aflevering twee weken geleden te zien was op dezelfde BBC-zender en die momenteel door RTL5 in Nederland wordt uitgezonden). De belangrijkste stijlmiddelen in beide series zijn precies dezelfde: de splitscreen-techniek in filmisch breedbeeldformaat en het gebruik van een tikkend elektronisch horloge dat de spanning moet verhogen en waarvan de brontekst de klassieke western High Noon is.

Ironisch genoeg is het de relatie tussen de werkelijkheid van de aanslagen en de fictie van de film die het best aan de orde komt in 11’09’01 September 11, en wel in een bijdrage waarin hoofdzakelijk een zwart scherm te zien is. In zijn korte film combineert de Mexicaanse regisseur Alejandro Innaritu een zwart scherm met het geluid van nieuwsuitzendingen tijdens het instorten van de Twin Towers. Dan ziet de kijker, als een lichtflits, een vallend lichaam tegen de achtergrond van een van de torens. De flitsen worden almaar langer, zodat de werkelijkheid langzaam tot de kijker doordringt. Door de vervreemding van de flits en het zwarte scherm weken de inmiddels tot cliché verworden beelden van de imploderende torens zich los van het domein van de fictie, en krijgen ze nieuwe betekenis. Hierin ligt de meerwaarde van de film: hij biedt tegenwicht tegen het feit dat de mediabeelden van de vliegtuigen die zich in de Twin Towers boren en de instorting betekenis verliezen door de eindeloze herhalingen binnen de context van 11/9 als media event.

Ook Amerikaanse opinieschrijvers kampen met het «verdwijnen» van 11 september. Velen hekelen «the deadening of September 11», in de woorden van Leon Wieseltier in The New Republic. Wieseltier neemt het niet alleen de visuele media kwalijk dat de betekenis van de aanslagen afkalft. Ook journalisten en auteurs werken daaraan mee, zoals zijn collega William Langewiesche die in The Atlantic spreekt van «the unbuilding» van het World Trade Center. Veel te symbolisch gesteld, vindt Wieseltier, die vervolgt: «De gebouwen waren niet ‹ontbouwd›, ze waren aangevallen.» Bijval krijgt hij van schrijver Mark Slouka, docent aan Columbia University, die in een essay in het nieuwe Harper’s Magazine de metafysica van de terroristische daden bespreekt: «De aanslagen waren traumatisch voor ons doordat ze de mythe van onze uniekheid bevestigen, maar ook ontkennen. Deze mythe is het best te zien in ons eeuwenoude ontkennen van de dood… Het ging niet slechts om terroristische aanslagen, het ging om een daad van metafysische overtreding.» Slouka verwijst naar Amerika als het Nieuwe Kanaän waar de dood nooit welkom was en de nieuwe mens zichzelf en zijn geschiedenis iedere dag opnieuw kon uitvinden — totdat het moment van 11 september de sterfelijkheid van het land en de burgers onderstreepte. Illustratief voor dit idee is de tekst van Langewiesche: «Drie maanden later vielen de doden uit elkaar op Ground Zero. De lichamen die reddingswerkers onder het puin vandaan haalden, waren in verregaande staat van ontbinding. Bijzonder problematisch waren de hoofden die van lichamen af vielen — een luguber teken van een confrontatie met mortaliteit.»

Alsof hij de geheime aanstichter is van het discours over sterfelijkheid komt Sean Penn met zijn meesterlijke kleine film voor 11’09’01 September 11. Zijn bijdrage is eenvoudig, doch doortrokken van een complexe metaforiek waarvan de implicatie niet mag worden onderschat. Penn stelt: de essentie van menselijkheid vergaat tussen de wolkenkrabbers van het industriële kapitalisme. De oude actieheld Ernest Borgnine speelt een bejaarde man die in een bouwvallig appartement in Manhattan dagenlange gesprekken voert met zijn dode vrouw, van wie het enige bewijs een zwart-witfoto uit de jaren veertig is. Iedere dag legt hij netjes een jurk voor haar klaar op het bed. ’s Avonds gaat hij naast de jurk liggen slapen. Op een vensterbank staat een vaas verwelkte bloemen. Laatste shot: een schermvullende muur met klein in het midden een raam, daarachter Borgnine en de onzichtbare vrouw van zijn verleden. Op de muur: twee langwerpige schaduwen vallen plotseling naast elkaar naar beneden. Als gevolg hiervan schijnt de zon op de bloemen, die miraculeus opbloeien.

11’09’01 September 11, een film door elf regisseurs. Vanaf 11 september te zien in Vlissingen, Nijmegen en Groningen. Vanaf 12 september ook in Amsterdam