
Staged City, samengesteld door Laura van Rijs en Petra Noordkamp, toont kunstwerken die de stad gebruiken als ‘inspiratiebron, vertrekpunt of metafoor’, het zijn er geen weergaven of afspiegelingen van – geen Ed van der Elsken, dus, geen Georges Perec, geen McDonald’s of Starbucks. Natuurlijk is zo’n manifestje lek als een mandje; er is bijvoorbeeld Chair Man, een aardige film – of eigenlijk meer: een montageproces-op-beeldscherm – van Paulien Oltheten, waarin zij in Nicaragua een beveiligingsbeambte filmt die met een plastic stoel op zijn hoofd van en naar zijn werk fietst. Het is een ongepolijste, toeristisch-observerende weergave van het leven in de stad, bijna zoiets als Amor met snor – geen metafoor, gewoon goed gekeken naar het leven zoals het zich voordoet.
Net zo begrijp ik de foto’s van Pawel Jaszczuk van dronken Japanse witteboorden-salarymen, die op hun bedrijfsetentjes te veel drinken om de baas te imponeren en dan op straat in elkaar zakken; net zo de foto’s van stadsbloembakken van Diana Scherer, onopgemerkte dingen in het straatbeeld die Scherer aandacht geeft door er een grote witte rechthoek achter te plaatsen. Daardoor lijken ze opeens te poseren.
Toch staan veel van de werken op flinke afstand van de drukke stedelijke werkelijkheid ‘daarbuiten’. De grote tekeningen van Arjan van Helmond tonen verstorven sombere lelijke ruimtes, een balkon met plastic stoelen dat uitziet op een lelijk gebouw, een blik door een oude bloemetjesvitrage uit een raam van een galerijflat op de oranje daken van een woonwijk. Het zijn beelden van plekken zonder leven, herkenbaar voor iedereen die wel eens een vrijwel leeg opgeleverde uitgewoonde huurwoning betrad. ‘Was iemand hier ooit gelukkig?’ ‘Is die oude man hier alleen gestorven?’
Daartegenover ligt op de vloer een foto van een zwembad van zes bij zes meter, samengesteld uit duizenden bladzijgrote kleinere foto’s. Dit nu is een heus conceptueel kunstwerk van Elisabeth Tonnard, One Swimming Pool, bestaand uit een set boekjes van 3164 pagina’s die samen, als je ze zou uitscheuren en neerleggen, die ene foto vormen. Een zwembad op de boekenplank, dus. Het oorspronkelijke beeld is een foto van Ed Ruscha, die negen zwembaden portretteerde in Nine Swimming Pools and a Broken Glass (1968). Ruscha is een grote kunstenaar, Tonnard heeft er mooie boekjes van gemaakt, het zwembadblauw is aantrekkelijk, je kunt je afvragen hoe je dat verbindt met ‘de stad’, maar vooruit.
Er zijn een paar flauwe, of gemakkelijke werken bij – de lange video Arcadia met beelden van een uitgestorven Siciliaans stadje, door Petra Noordkamp, die aanvoert dat haar trage kijken schatplichtig is aan de films van Antonioni. Daar is wat voor te zeggen, maar het is óók zo dat het een verrassend saaie film oplevert, net zoals de geluidsopname van een park in Recife door Maria Barnas eigenlijk volledig onbegrijpelijk is en de diaprojector in Pablo Pijnappels Fontenay-sous-bois zó vervaarlijk ratelt dat de statige voice-over nauwelijks te volgen is. Naar buiten, dus, naar de echte stad, ‘… die eksterplaag/ van mensen voor de etalages. Hoe alles/ maar de winkelstraten door hoereert!’, zoals Menno Wigman het zegt.
Staged City, Arti et Amicitiae, Amsterdam, t/m 22 juni; Arti.
Beeld: Paulien Oltheten, Chair Man, excerpt of performance, 2014. Staged City, Arti et Amicitiae (Paulien Oltheten).