De podiumkunstenaar die Anne Frank op de planken wil brengen heeft in principe drie opties. 1. Leeg podium, een stoel en een jonge actrice die het dagboek voorleest. Lijkt simpel, is gecompliceerd door de lengte, die niet overal in de tekst recht evenredig is met spanning en kwaliteit. Voorleesboek/cd-versie vormt een goed alternatief met als bijkomend voordeel dat je Anne af en toe uit en weer aan kunt zetten. 2. De zoveelste variant op de zoveelste herwerking van het toneelstuk The Diary of Anne Frank van de Amerikanen Goodrich en Hackett uit de jaren vijftig. Daar zijn ondertussen filmscripts van, gedanste en symfonische versies en zelfs een musical. Het materiaal is meestal gemaakt vanuit een compassie met het leed van de familie Frank in het bijzonder en het joodse volk tijdens de shoah in het algemeen, wat nogal heilig en meestal zeer saai theater oplevert.
- De derde variant valt onder de noemer ‘iets met Anne Frank’: het personage is tot thema gemaakt, de scenische realiteit gaat een eigen leven leiden, los van de anekdotiek van het dagboek. Tot deze categorie hoort de voorstelling Lieve Kitty (tekst: Rob de Graaf), onlangs door Dood Paard in première uitgebracht. Er komt een jonge vrouw op in een uniform (‘van het Israëlische leger’, hoorde ik later), op een band horen we wat tekstfragmenten uit ‘het’ dagboek (aanhef: ‘Lieve Kitty’, iedere directe verwijzing naar Anne Frank ontbreekt verder in de voorstelling), de jonge vrouw zwijgt, gaat in een hoek zitten en maakt gedurende de hele toneelhandeling een automatisch wapen schoon. Er komen vier entertainers op die besluiten een revue te maken over een dolend volk. Hun ‘podium’ bestaat uit tafeltjes van ongelijke hoogte waaronder zich benauwde kruip- en verkleedruimten bevinden. Camera’s projecteren de handelingen in de ‘onderduik’-kelder op vier grote schermen. Het speelvlak heeft aan vier zijden glittergordijnen én publiek. Even wordt gesuggereerd dat we ons in de Hollandsche Schouwburg bevinden. De vier entertainers zijn het onderling oneens over verhaal, ritme, genre en toon van hun revue, hun zoektocht naar de juiste stijl wordt almaar wanhopiger. Waarschijnlijk ook tot hun eigen schrik is die wanhoop niet alleen het thema van de voorstelling Lieve Kitty geworden, maar ook de vorm. Met als nominaal resultaat een geluidskakofonie en gestuiter en gestuntel van over elkaar heen vallende en vechtende lijven. Ik zat op rij één (waar ik voor het eerst sinds tijden spijt van had) en constateerde dat ik tegen dit type voorstelling niet (meer) opgewassen ben. De spaarzame ruimte voor ontroering, reflectie of gewoon een gulle lach wordt vrijwel meteen tot gruzelementen gestampt. Anne Frank, die hier Odessa heet, schiet tegen het eind haar wapen leeg en doet een sacrale dagsluiting waar ik rode vlekken van in de hals kreeg.
In de jaren negentig heeft toneelmaker Gerardjan Rijnders drie pogingen ondernomen Anne Frank op het toneel te benaderen. De eerste (Anne Frank: De tentoonstelling) was een voorstudie die door het publiek zo heilig werd bekeken dat Rijnders dat pad meteen afsloot. Count Your Blessings speelde in een opengewerkt herriehuis met autochtone en ‘vreemde’ bewoners. Anne Frank dwaalde door dat huis op zoek naar iemand die naar fragmenten uit haar dagboek wilde luisteren. Daarna kwam Moffenblues (1996), zich afspelend in een bouwput in Berlijn, waar de voorstelling ook werd gemaakt. Anne Frank zoekt hier naar een Duitser die naar haar verhaal wil luisteren, zodat ze eindelijk dood kan gaan.
Ik weet het, ik moet dit niet doen, het is niet eerlijk, maar ik ontkwam er niet aan: die drie ‘toenaderingen tot Anne Frank’ schoten door mijn kop terwijl ik naar iets zat te kijken dat uiteindelijk nog het meest weg had van een spasme vol desperate (zelf)destructie.
Lieve Kitty is nog tot 30 mei in Nederland en Vlaanderen te zien. Inlichtingen: www.doodpaard.nl