Ik ben niet zo van de straat. Maar daar stond ik, op een mooie zaterdag, met een pvda-rozet opgeprikt, in de Amsterdamse Rivierenbuurt mensen aan te spreken over de verkiezingen. We waren met z’n achten, twee aan twee gekoppeld. Mij hadden ze meegestuurd met een ervaren canvasser. Ik had me voorbereid op gesprekken aan de deur, dichtgegooide deuren, moeizaam in trapgaten schreeuwen, maar uiteindelijk deden we enkel straatgesprekken. Leek me ook veel efficiënter. Je kon er veel meer mensen mee bereiken.
Van de campagnebegeleider kregen we een map met een standaardvragenlijst, een soort routine om het net te laten lijken op een enquête. Drie vragen eigenlijk: wat vindt u in deze buurt plezierig, wat niet en wat zou de politiek moeten doen? Meer geschikt voor de gemeente of het stadsdeel, leek me. Maar zo ontdekten we dat mensen in de Rivierenbuurt dol zijn op de rust in de buurt, het wel gezellig vinden dat het vroeger een joods-katholieke buurt was, dat ze pissig zijn op de gemeente omdat lijn 25 is opgeheven en dat Connexxion, die bejaarden vervoert, een waardeloze organisatie is. Het probleem met die vragen is precies ook waarom je ze stelt: sommige mensen lopen helemaal leeg. Misschien nuttig voor de stadsdeelvertegenwoordiger, niet als je zo veel mogelijk mensen op zo’n zaterdagmiddag wil benaderen. En ze landelijk wilt engageren.

Mijn partner hield zich aan de lijst, ik begon al snel met de vraag of mensen al besloten hadden op wie ze gingen stemmen. Verrassend weinig mensen reageerden zoals ik zelf omga met flyerende types: een wegwuivend gebaar. Iedereen was vriendelijk. Misschien helpt het ook als je zo’n pvda-roos aanbiedt. Nederlandse waarden in de praktijk: zomaar voor niets en nop een roos krijgen, daar zeg je geen nee op. Nou vooruit, dan neem je ook wel die flyer mee. Ik had zo mijn twijfels over die wat oude routine met rozen, maar het is absoluut een gespreksopener.
Veel mensen hadden nog niet beslist maar een aantal van hen wist heel zeker dat ze niet op die man gingen stemmen, wijzend op het portret van Asscher. Waarom niet? Het bekende verhaal: de partij had verraad gepleegd door met de vvd te gaan regeren en moest worden gestraft. Mijn reactie dat er toen geen andere mogelijkheden waren, dat de pvda toch behoorlijk wat bereikt had en dat het nog veel meer kon zijn als we sterk uit de verkiezingen kwamen, sloeg niet aan. Ook geprobeerd: maar het gaat nu toch goed met Nederland? Ja, kan wel zijn, maar zo gemakkelijk wordt er niet vergeven. Lodewijk Asscher zelf maakt niets los of het moeten negatieve gevoelens zijn, vrees ik. Hij voegt niets toe op een laagtepunt in de peilingen, geen gunfactor of emotiestem.
Er was een mevrouw die twijfelde tussen de Partij voor de Dieren en Thierry Baudet. Hoezo dan? Ze had Baudet gehoord over cultuur en zo, en dat klonk wel aardig en ze vond Baudet en Thieme sympathiek. Ik was verbaasd over het aantal mensen dat dacht over de Partij voor de Dieren. De gemeenschappelijke factor was dat ze een partij wilden die niet haar idealen uitverkocht. Maar konden ze dan ooit gaan regeren? Maakt niet uit.
Ik geloof dat ik één iemand heb overgehaald om pvda te stemmen. Hij stond met zijn scooter op de hoek met twee nieuwe Nederlanders te praten, alle drie een jaar of vijftig. Die nieuwe Nederlanders kende hij overigens al 25 jaar, een van hen stemde altijd pvda, ging hij nu weer doen. Maar de scooterman vond het allemaal maar niets. Uit protest zou hij deze keer pvv gaan stemmen. Zo’n partij uitsluiten vond hij maar niets. Natuurlijk was het onzin om moskeeën te sluiten en korans te verbieden, maar het was tijd voor wat anders.
Maar, vroeg ik, wat heb je daar dan aan? Een proteststem op een partij die dingen wil die in strijd zijn met de grondwet? Een partij die, als ze ooit zou willen regeren die standpunten direct weer zou moeten inleveren? Nou, dat vond hij ook wel lastig, maar hij vond dat hij weinig alternatieven had, en protest was hard nodig. Al pratend kwam hij ineens met de vaststelling dat het eigenlijk best wel goed ging. Ik wees hem toch maar op de flyer die ik in zijn handen had gedrukt. Ja, eigenlijk was de pvda toch wel een optie, had hij vroeger ook op gestemd. Zijn gezicht, toch al in de altijd-vrolijke-Amsterdammer-stand, klaarde ervan op. Ik ook.
Mijn flyermiddag beschouw ik als een verrassende ervaring. Je kunt op veel manieren deelnemen en ik was nooit zo van de retailpolitiek, althans niet in deze vorm. Ik zie me nog steeds niet huis aan huis aanbellen, al heb ik wel eens geklaagd dat ik in dertig jaar Amsterdam nog nooit iemand aan de deur heb gehad die mijn stem kwam vragen. Maar landelijk lijkt me dat inefficiënt. Als de lijsttrekker of kandidaten flyeren is het wat anders. Maar verder volgen de meeste mensen de politiek vooral via de media.
Dat probeerde ik zondag ook. Ik had me voorgenomen nog maar eens zo’n debat uit te zitten. Het lukte niet. De hele opzet en vooral mevrouw Matroos waren dermate vervelend dat ik, ontheven van mijn kijkplicht door het reclameblok, niet meer terugkwam toen ik Lubach had gevonden. Ik ga liever een middag flyeren dan een avond naar dit gekeutel luisteren. Zo ben je nooit te oud om wat te leren.