Qamislo – Twee meisjes van een jaar of zeven staan vervaarlijk te dansen op de dwarsijzers van het hoge hek dat de tribunes van het speelveld scheidt. Vaders erachter, om ze op te vangen als het misgaat. Een van de meisjes zingt uit volle borst de nummers mee, net als de hele tribune, die volgepakt is met families. ‘Guerrilla! Guerrilla!’ scanderen ze een refrein mee.

Diyar Dersim geeft een optreden op het veld van de voetbalclub van Qamişlo, Noord-Syrië, pal op de grens met Turkije. Op een bescheiden podium zit hij op een stoel met zijn tanbur (een snaarinstrument) en zingt, met naast hem een muzikant op de zurna (een blaasinstrument). De liederen gaan over de Koerdische strijd. Dersim heeft in de afgelopen drie decennia een indrukwekkend oeuvre aan strijdliederen opgebouwd en het is de eerste keer dat hij een concert geeft in de grootste stad van Syrisch Koerdistan.

De plek is historisch. Op 12 maart 2004 begon in het stadion een achtdaagse opstand van de Koerden tegen het regime van Assad. In een pot voetbal tussen de lokale club en het Arabische elftal uit Deir ez-Zor hielden de Zor-fans portretten van de (toen bijna gevallen) Iraakse leider Saddam Hoessein omhoog, berucht om zijn genocide tegen Koerden. De spanningen kwamen tot een climax toen de bezoekende supporters de Koerden aanvielen met stenen, messen en stokken, en de Syrische veiligheidsdiensten ze een handje hielpen. Gevolg: zes doden, onder wie drie kinderen.

In de dagen daarna verspreidde Koerdisch protest zich over nabijgelegen steden. Een standbeeld van Assad werd neergehaald, de veiligheidsdiensten grepen in en uiteindelijk kwamen er veertig Koerden om, raakten er honderden gewond en werden er zeker tweeduizend gearresteerd. Het stadion is vernoemd naar de gebeurtenissen van toen: ‘Martelaren van 12 Maart Stadion’.

Sinds de vroege dagen van de Syrische oorlog, in 2012, werken de Koerden aan autonomie op hun grondgebied, met Qamişlo als officieuze hoofdstad. Die autonomie maakt het mogelijk dat Dersim hier nu (gratis) optreedt. Op het veld wordt in groepen gedanst, de tribunes deinen. Wrang is wel dat juist in Qamişlo het Syrische leger nog bescheiden aanwezig is, en een paar straten en pleinen in handen heeft. Ook recht tegenover de ingang van het stadion is Assads portret nog te zien. Maar hij kijkt niet op de concertbezoekers neer. Zeker na deze avond is het precies andersom.