De Oekraïense ambassadeur voor Duitsland, Oleksii Makeiev (op de Leopard 2) en de burgemeester van Kyiv, Vitali Klitschko (onder de loop), tijdens een bezoek aan Munster, 20 februari © Christian Charisius / dpa / ANP

Even wennen is het wel, deze berichtgeving. ‘Zijn kanon wordt gevreesd’, zegt de Duitse mannenstem met nauwelijks verholen sensatielust: ‘Zijn beweeglijkheid is legendarisch.’ Dan volgt opzwepende rockmuziek, snelle beelden, een explosie: ‘Dit is het speerpunt van de Duitse tanks: de Leopard 2.’

Natuurlijk, het is een video van Bild, Duitslands grootste boulevardkrant, en daar overdrijven ze altijd al graag. Maar al wordt het in keurige kwaliteitsmedia als de Süddeutsche Zeitung en Der Spiegel neutraler geformuleerd, de strekking is hetzelfde. Ook daar worden de goede eigenschappen van deze tank nu al weken uitgelicht – de vuurkracht, de snelheid, de bescherming – en in iedere talkshow zitten generaals b.d. die de tactische mogelijkheden van de Leopard 2, type A6 – de mogelijke ‘gamechanger’, zoals de Duitse minister van Defensie hem omschreef – vermelden.

In september 2022 begon het, deze focus op de tank in het Duitse publieke debat. Vanuit Oekraïne werd er expliciet om de Leopard-tank gevraagd ter verdediging tegen de Russische aanval. In Duitsland worden ze gemaakt, vanuit daar worden ze naar dertig landen geëxporteerd. Maar daar ontstond ook een politiek probleem: in Duitsland geldt de wet dat er geen tanks naar crisisgebieden mogen worden vervoerd, en als een ander land ze tóch uit wil voeren, moet dat van de Duitse regering toestemming krijgen.

Maanden duurde het tot die toestemming, op 25 januari, van de Duitse bondskanselier kwam. Maar ondertussen had de tank bijna ongemerkt een compleet nieuwe rol in het publieke debat gekregen. ‘Niet eerder is er in het naoorlogse Duitsland de nadruk zo sterk op één aspect van oorlogvoering gelegd’, zoals militair historicus Markus Pöhlmann, verbonden aan het Centrum voor militaire geschiedenis en sociale wetenschappen van de Bundeswehr, het omschrijft, ‘behalve op de atoombom in de Koude Oorlog.’ Waarbij in de meeste media nu niet, zoals in de jaren zeventig en tachtig, de aandacht ligt op de vernietigende kracht van wapens, maar juist op hun waarde voor de verdediging – de verdediging van ‘de vrije wereld’, zoals Vitali Klitschko, burgemeester van Kyiv, het vorige week bij een bezoek aan Duitsland formuleerde.

Nergens wordt deze omslag duidelijker dan bij de omgang met de bedrijven die de Leopard 2 maken. ‘In de jaren tachtig was het de beste strategie voor de persafdeling van een wapenfabrikant om de telefoon níet op te nemen’, vertelt een woordvoerder van het Bundesverband für Sicherheits- und Verteidigungsindustrie (bdsv), dat de belangen van de Duitse wapenindustrie behartigt. ‘Daar kwam toch niets goed van.’ En nu? Nu vertelt een woordvoerder van Rheinmetall, dat de kanonnen van de Leopard produceert, hoe snel de verandering in hun imago heeft plaatsgevonden: ‘Vroeger werden we voor onze wapenexporten bekritiseerd. Nu worden we als hulpverlener in de crisis gezien.’

De Duitse wapenfabrikanten hebben zo hun eigen opvattingen over waarom deze Leopard 2 zo in het centrum van de aandacht is gekomen. De Leopard wordt ontwikkeld door een Duits familiebedrijf uit München, Krauss Maffei Wegmann (kmw). kmw presenteert de Leopard 2 op zijn website als ‘een succesverhaal dat met niets te vergelijken is’. De tank is ‘kwaliteit made in Germany’. En de woordvoerder van Rheinmetall voegt hieraan toe: ‘Met onze technologieën, producten en systemen leveren we de noodzakelijke basis voor vrede en veiligheid.’

Maar een compleet nieuw ‘positief imago’ van de tank als brenger van vrijheid is toch te sterk uitgedrukt, relativeert historicus Pöhlmann. De levering van Duitse gevechtstanks aan Oekraïne wordt door ongeveer de helft van de Duitse bevolking afgewezen; de beslissing van bondskanselier Olaf Scholz is omstredener dan uit de berichtgeving over de tanks blijkt. Ook militair strategisch is de grote aandacht voor de tank niet helemaal te verklaren, vindt Pöhlmann. Tanks zijn alléén nooit beslissend in een oorlog, ze ontvouwen hun werking pas in de context van ‘het gevecht van de verbonden wapens’, bijvoorbeeld in combinatie met infanterie, artillerie en luchtmacht.

Dat het desondanks de tank is die in het publieke debat overheersend is, laat zien dat er meer aan de hand is, zegt Pöhlmann. De tank is in het huidige Duitse maatschappelijke debat uitgegroeid tot niets minder dan een symbool – maar waarvan eigenlijk?

Je hoort ze direct als je uitstapt. Eerst lijkt het hier een treinstation zoals er vele in Duitsland zijn; er stoppen alleen stoptreinen, een paar pubers hangen tegen een vervallen muurtje. Maar dan hoor je de schoten – eerst mitrailleurvuur, dan het zware geschut van een tank, donderend door de vroege middag. Het oefenterrein van de Panzertruppenschule, de tankschool van de Duitse Bundeswehr, wordt ook vandaag weer gebruikt.

‘De tank representeert het leger zoals geen ander wapensysteem dat doet’

Het stadje Munster in de deelstaat Nedersaksen – niet te verwarren met de universiteitsstad Münster in Noordrijn-Westfalen – is al bijna tweehonderd jaar een soldatenstad. Eerst was hier het Pruisische leger gestationeerd, daarna zaten er de nazi’s, daarna de geallieerden, de Navo-partners en de Bundeswehr. Het bekende soldatenlied Lili Marleen geldt hier als het officiële lokale volkslied. Maar toen in 2011 de Duitse dienstplicht werd afgeschaft (officieel: uitgesteld) verdween dit plaatsje met zijn vijftienduizend inwoners uit de publieke aandacht – en stopten er zelfs geen intercity’s meer.

In september vorig jaar keerde die aandacht ineens terug. Plotseling stroomden ze allemaal naar Munster: het Duitse journaal ARD-Tagesschau, het weekblad Der Spiegel, de Frankfurter Allgemeine Zeitung, alle grote media wilden weten hoe het nu eigenlijk zit, met die Duitse tanks. Hoewel het leger zelf weinig spraakzaam is, diende hier een ander aanspreekpunt zich aan: Ralf Raths, ‘zoon van een soldaat’, militair historicus en directeur van het Panzermuseum, het tankmuseum van de Bundeswehr dat zich óók in Munster bevindt.

Raths kan er nog wel eentje bij hebben vandaag. De Japanse televisie is net weg, dus snelt Raths, een jong ogende veertiger met blond haar in een staartje, nog eens een keer de hallen met honderdvijftig tanks in. Raths vergelijkt zichzelf graag met de bekende viroloog Christian Drosten, die in de coronacrisis het land moest uitleggen hoe het met het virus zat; Raths vertelt de Duitsers nu over tanks. Hij doet het al jaren ook op YouTube, en heeft daarmee niet alleen een flinke online fan-gemeenschap opgebouwd, maar bezorgde ook het kleine museum honderdduizend bezoekers per jaar.

Eén ding staat voor Raths in zijn museum voorop: mythes, de vele mythes rond tanks, dienen ontkracht te worden. Dat doet de linkse Raths niet alleen voor de neonazi’s die hier langskomen – ‘ja, ik laat ze binnen, maar ze moeten hun jassen met opschriften vóór de deur uitdoen’ – maar ook voor de vele nieuwe geïnteresseerden. Tanks zijn niet heroïsch, zegt Raths, en wijst op de afbeeldingen met slachtoffers die in het museum achter waarschuwingslapjes zijn opgehangen. Maar de tank, laat Raths zien, is altijd óók een cultureel product geweest waar verhalen en mythes omheen geweven worden.

Dat begint eigenlijk direct al als de Britten de tank als eerste natie in de Eerste Wereldoorlog inzetten. De tanks – ze werden genoemd naar watertanks om hun ware doel te verbergen – waren niet beslissend voor het verloop van de oorlog, maar ze groeiden wel uit tot het symbool van de Duitse nederlaag – zeker in Duitsland zelf. De Duitsers waren daarna aan de beurt, en ze zetten in de jaren dertig alles op de tank: ze mochten ze volgens het verdrag van Versailles eigenlijk niet bouwen, maar dat deden ze wel, beter, sterker, onoverwinnelijker dan die van de anderen moesten ze worden.

Raths weet als geen ander hoe de symbolische betekenis van een tank ook weer snel kan omslaan. Zelfs in het hedendaagse Berlijn kun je dat direct zien. Daar staat al 78 jaar een Russische tank in het centrum van de stad. De tank is deel van het sovjetmonument voor de gevallen soldaten van het Rode Leger in het park Tiergarten. Hij is hier in 1945 neergezet als symbool van de geallieerde bevrijding van het fascisme, maar hij werd in de Koude Oorlog in het westen van Duitsland dan weer vooral symbool van de Russische bezetting van Oost-Duitsland. Na 1990 leek de tank in Tiergarten slechts nog een relict uit het verleden, maar sinds de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 heeft hij weer nieuwe actualiteit gekregen. Activisten spanden een Oekraïense vlag over de T34; de ‘bevrijder’ van toen is de bezetter van nu geworden. Om die reden werd in het weekend van 24 februari 2023 een paar honderd meter verderop zelfs het wrak van een Russische T72, in 2022 door een Oekraïense mijn opgeblazen, bij de Russische ambassade in Berlijn neergezet.

Niemand in Duitsland had echter kunnen voorspellen dat in deze nieuwe oorlog uitgerekend een Duitse tank de belangrijkste nieuwe symbolische rol zou krijgen. De Leopard 2 is een van de laatste tanks in het museum. ‘Herken je die schuin aflopende voorkant?’ vraagt Raths. Maar om hem goed te begrijpen kun je beter eerst ook naar de historische tanks in het begin van het museum kijken. Daar staat de eerste roemruchte Duitse tank, de Tiger, tijger, van de Wehrmacht; het voorwerp van de grote mythevorming rond ‘onoverwinnelijke’ Duitse tanks in de Tweede Wereldoorlog.

Bij de nazi’s is het begonnen, die Duitse gewoonte hun tanks de namen van katachtigen te geven. Deze oorsprong van de Duitse tank betekent alleen niet dat er een directe lijn van de Tiger naar de hedendaagse Leopard loopt, zegt Raths. Direct na 1945 zakte de Duitse productie van tanks juist compleet in, vijftien jaar lang werd er niets ontwikkeld of gebouwd. Pas toen West-Duitsland in 1955 lid van de Navo mocht worden, kwam ook de wapenindustrie weer op. Het was toen met name de kennis van de machinebouw die ervoor zorgde dat Duitsland in de decennia daarop tot een van de grootste wapenindustrieën ter wereld kon uitgroeien.

Een compleet nieuw ‘positief imago’ van de tank als vrijheidsbrenger is te sterk uitgedrukt

Zijn eerste symbolische rol kreeg de Leopard daarmee als succesvol exportproduct, in een land dat er op hetzelfde moment juist alles aan deed om níet met oorlog geassocieerd te worden. In de jaren zestig was het de Leopard 1, vanaf 1979 kwam de Leopard 2 op het toneel. De oorzaak van dit succes zit ’m er niet zozeer in dat de Leopard nu per se beter is dan de Amerikaanse Abrams of de Engelse Challenger, zegt Raths. Wel was de Leopard zeer geschikt voor de Koude Oorlog, omdat hij het meest algemeen inzetbaar is. Hij is in alle drie de aspecten van een tank goed: in vuurkracht, beweeglijkheid en bescherming. ‘Dus als je niet precies weet waarvoor de tank zal worden ingezet, is dit de beste keuze. De Leopard 2 is de Volkswagen Golf onder de tanks.’

Zijn nieuwe symboolfunctie laat de Leopard 2 een paar dagen later zien, een paar honderd meter van het tankmuseum vandaan. Op het terrein van de Panzertruppenschule staan vier mannen voor een Leopard 2. Een van hen is Boris Pistorius (spd), de nieuwe minister van Defensie van Duitsland. Hij bezoekt vandaag de Oekraïense soldaten die hier sinds een week worden getraind om met de Leopard 2 tegen het Russische leger te vechten.

Pistorius vertelt, zoals opgenomen door het Duitse persbureau dpa, hoe hij zojuist met Oekraïense soldaten heeft gesproken. Ze zijn ‘handvaardig en technisch begaafd’, zegt hij, ze leren snel van de Duitsers hoe ze met de tanks moeten omgaan. Maar de Duitse soldaten leren óók van de Oekraïners, zegt Pistorius met extra nadruk, ze leren van de ‘ervaringen die direct uit een oorlogssituatie’ komen. En dat is cruciaal, vindt hij: ‘In dit land wordt nu al een jaar over oorlog gesproken. Maar het is wat anders om over oorlog te praten dan in de gezichten te kijken van hen die oorlog meemaken.’ De sociaal-democraat Pistorius is nieuw in de landelijke Duitse politiek. Precies in de week dat bondskanselier Olaf Scholz zijn omstreden beslissing nam om de tanks aan Oekraïne te leveren, nam Pistorius de post over van zijn afgetreden collega Christine Lambrechts. Binnen een maand heeft hij het voor elkaar gekregen om de populairste politicus van het land te worden. De reden ervoor? Het zou kunnen zijn dat Pistorius woorden blijkt te vinden die Scholz niet heeft gevonden, woorden voor een nieuwe Duitse werkelijkheid.

In maart 2022 riep Scholz de zogeheten ‘Zeitenwende’ uit: door de Russische aanval op Oekraïne was Europa in een nieuwe realiteit terechtgekomen, zei hij, en dat betekende voor Duitsland niet alleen dat er meer in het leger geïnvesteerd moest worden, maar dat het land ook een nieuwe leidende rol in Europa zou moeten innemen. In de maanden erop bleek het alleen moeilijk in te schatten waar Scholz nu zelf stond, zijn begrip voor de tegenstanders van wapenleveranties was groot, zijn communicatie was uiterst spaarzaam.

Pistorius heeft daar minder moeite mee. Staand voor de Leopard 2 vertelt hij dat die nieuwe leidende rol van Duitsland simpelweg al is ontstaan. Duitsland zou in de afgelopen maanden volgens meerdere Navo-partners de levering van tanks hebben geblokkeerd, zegt Pistorius, het land zou te aarzelend zijn geweest. Maar nu is het Duitsland dat actie onderneemt, terwijl de critici van Duitsland juist geen wapens blijken te sturen. Duitsland is inmiddels de op twee na grootste leverancier van wapens aan Oekraïne, na de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.

Duitsland, het land dat nog altijd met zijn oorlogsverleden worstelt, staat ineens daar waar het nooit had gedacht te komen: vooraan bij militaire hulp in een Europese oorlog. En het is precies in deze nieuwe werkelijkheid waar de diepere oorzaak van het Duitse tankdebat ligt, legt historicus Pöhlmann uit. De grote aandacht voor de tank is een uiting van ‘de ontdekking van het leger’. Het leger was uit het bewustzijn van de natie verdwenen, zegt hij. In de jaren tachtig was het vanwege de dienstplicht een vanzelfsprekendheid, na 1990 waren er weliswaar meerdere militaire acties, zoals in Kosovo en in Afghanistan, maar men voelde de conflicten in de wereld niet zelf.

Dit nieuwe conflict is echter dichtbij. Duitsland slaat volgens Pöhlmann ‘een nieuwe richting in rond zijn eigen verdediging. Dat zijn voor veel mensen abstracte processen. De tank representeert hierbij het leger zoals geen ander wapensysteem dat doet, zowel in positieve als in negatieve zin.’ Een meerderheid van de bevolking blijkt er voor te zijn dat Duitsland de uitgaven voor de Bundeswehr vergroot, maar een leidende rol van het land stuit op grote scepsis. Maar ook deze ‘Duitse twijfel’, zoals Die Zeit de gemengde gevoelens heeft genoemd, heeft de tank als symbool gekregen.

De nieuwe Duitse werkelijkheid vraagt om nieuwe symbolen, en om nieuwe woorden, vindt Raths. Boven de ingang van zijn tankmuseum heeft hij een citaat van de joods-Duitse schrijver Walter Benjamin laten aanbrengen: ‘Wer aber den Frieden will, der rede vom Krieg’, staat er in oranje letters: ‘Wie echter vrede wil, die praat over oorlog.’ Het citaat stamt uit 1926, de jaren na de Eerste Wereldoorlog, en was een kritische reactie van Benjamin op een vorm van pacifisme waarbij de realiteit van de oorlog ontkend wordt.

Het citaat laat voor Raths de missie van zijn museum zien: er mocht jarenlang niet over oorlog gesproken worden, maar dat was niet realistisch. Vrede is het doel, maar je kunt daarbij niet de realiteit van de oorlog uitvlakken. Als historicus weet hij hoe snel de wereld kan veranderen – en tanks zijn deel daarvan. Bij de Russische bezetting van de Krim in 2014 heeft hij het al gezegd: de Russen hebben tienduizend tanks staan, Europa heeft er maar duizend. En nu willen de westerse landen ineens toch weer meer tanks hebben.

Maar als Duitsland leert realistisch over oorlog te spreken, moet het ook leren realistisch over tanks te praten. En daarvoor moet ook de nieuwe ‘mythevorming’ rond de Leopard 2 getemperd worden, vindt hij. Het publiek ziet nu in spannende filmpjes van de Bundeswehr hoe de Leopard 2 kan schieten terwijl er een glas bier op de loop staat – zónder dat er gemorst wordt. Maar anders dan de Amerikaanse Abrams is de Duitse tank nooit echt in oorlogsgebied ingezet, zegt Raths.

Hier ligt volgens hem een psychologisch probleem. Ook deze ‘hooggeprezen vaartuigen’ kunnen in Oekraïne vernietigd worden. Ook dit ‘succesverhaal made in Germany’ kan door een nieuwe realiteit ineens weer een andere symbolische functie krijgen.