Een Romeo en Julia-verhaal over de Poolse arbeiders die onze glastuinbouw draaiende houden. Een spektakel over de ontworteling van een honderdjarige Limburgse schoenenfabriek die de eerste sociale werkplaats van Nederland was. Een koningsdrama over de sluiting van het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis. Een familiekroniek over de gaswinning in Groningen, die begint bij de ontdekking van de gasbel en eindigt bij de aardbevingen. Waar het Nederlandse theater het afgelopen jaar in uitblonk zijn nieuw geschreven toneelstukken die het nieuws van de dag dramatiseren en een plaats geven in grote maatschappelijke veranderingen.

De grens tussen de reguliere theaterinstituties en pionierend locatietheater lijkt daarin opgeheven. Het glastuinbouwdrama Lost in the Greenhouse, dat plaatsvond in een tomatenkas in het Friese Sexbierum, was een productie van muziektheatergezelschap Orkater en de Drachtse schouwburg De Lawei. Toneelgroep Maastricht nam voor Emma haar intrek in het leeggekomen gebouw van de Brunssumse schoenenfabriek Emma. Dood Paard ensceneerde de privatiserings-neergang van MC Slotervaart in een kunstenaarsbroedplaats op een steenworp afstand van het in een sluitingsdrama verwikkelde ziekenhuis. En Toneelgroep Jan Vos bouwde voor Gas in samenwerking met het Noord Nederlands Toneel een mobiel theater dat neerstrijkt bij dorpen in het Groningse aardbevingsgebied waar de bewoners de gebeurtenissen in de familiekroniek aan den lijve hebben meegemaakt.

Wat opvalt is het vakkundige gemak waarmee de theatermakers de uitkomsten van journalistieke research verwerken in een plotmatige vertelling die dicht op de werkelijkheid zit. In The Tragedy of Slaughtervaart is het geldbeluste tweetal dat de leiding overneemt van het ziekenhuis uitvergroot tot een Macbeth-achtig koningskoppel, maar alles waar die twee over oreren is waargebeurd en zij dragen de namen van ziekenhuisdirecteur Aysel Erdubak en haar geldschieter Jan Schram. Bij Lost in the Greenhouse ging uitleg over de gang van zaken in de tomatenkweek samen op met een tragisch liefdesverhaal over de dochter van een Friese kweker en een Poolse seizoensarbeider; de voorstelling werd deels in ondertiteld Pools gespeeld.

Je ziet aan deze voorstellingen ook hoe vaardig professionele theatermakers momenteel gebruik maken van plaatselijke amateurs, waarmee ze de betrokkenheid intensiveren van de mensen waar ze over vertellen. Bij Emma speelden werknemers van de schoenenfabriek mee, maar ook een Limburgse fanfare en gardedansers, en ook in het half Poolse tuinbouwdrama bevolkten amateurs de tomatenkas en kwam een Friese fanfare een deuntje ten beste geven.

De verbeelding is nog altijd aan de macht in deze ensceneringen van de werkelijkheid – de personages zijn ontroerend, de teksten poëtisch en de conflicten en plotwendingen dramatisch – maar tegelijk biedt dit theater inzicht in economische machinaties die de betrokkenen verdelen in machtigen en machtelozen. Het theater eist hiermee een functie op die het in de jaren zeventig had. ‘Sociaal-realistisch volkstoneel’, noemde de Volkskrant Lost in the Greenhouse. ‘Antikapitalistisch vormingstheater’, stond er boven de Slaughtervaart-recensie in de Theaterkrant. De verontwaardiging van de theatermakers over de zorg-cowboys die dankzij de liberalisering van de gezondheidszorg onze ziekenhuizen om zeep brengen, kwam in de Dood Paard-voorstelling het helderst naar voren in het beeld van de ziekenhuisdirecteur die brutaal op een ziekenhuisbed lag te oreren terwijl een eenzaam achtergebleven verpleegkundige in een naakt dikmaakpak in de lege ruimte rondscharrelde. En toen in Gas het ‘rooie’ personage uit verzet tegen de gaskapitalisten een communistisch strijdlied aanhief, werd dat bij de voorstellingen in Ten Boer luid meegezongen door het publiek.

Sta op, verworpenen der aarde. De theatermakers zijn met u.

Gas is nog t/m 6 januari te zien, www.nnt.nl