Jan Toorop , De jonge generatie, 1892. Olieverf op doek, 96 cm x 110 cm © Peter Cox / Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

De schilderes Charley Toorop (1891-1955) was de dochter van de kunstenaar Jan Toorop (1858-1928), de moeder van de schilder Edgar Fernhout (1912-1974), en ook nog de moeder van de fotograaf en filmmaker John Fernhout (1913-1987), die het vak leerde van Joris Ivens en trouwde met Eva Besnyö. De titel De Toorop Dynastie voor deze tentoonstelling in Alkmaar is dus ter zake, al beperkt die zich tot die drie schilders. Een goede ondertitel was misschien geweest: ‘Voer voor psychologen’. De drie generaties lagen immers aardig met elkaar overhoop. Hier worden de onderlinge relaties opgerakeld in een afgewogen setting met eersteklas materiaal – belangrijke stukken, bekende stukken, minder bekende stukken – en een paar stellingen die tot nadenken stemmen. Bijvoorbeeld: dat die drie kunstenaars in totaal verschillende stijlen werkten, maar dat er toch ‘sterke verwantschappen’ tussen hun werk bestaan.

De vrouw, Charley Toorop, was de meest assertieve van het stel, in haar stijl en in haar doen en laten. De bezoeker wordt begroet door haar grote schilderij, getiteld Drie generaties (1941-1950, Boijmans), waarop zij zichzelf toont als de schakel tussen haar vader (in de bronzen kop door John Rädecker, die ernaast staat) en zoon. Voor Charley ‘was het schilderen de bron van het leven: haar hele leven werd erdoor beheerst’, aldus Arthur Lehning, en boven die ambitie moet de schaduw hebben gehangen van haar vereerde vader, die in 1928 zo ongeveer een staatsbegrafenis kreeg. De tentoonstelling windt er geen doekjes om dat Charleys ambitie voor haar kinderen grote consequenties had. De jonge Edgar was al even getalenteerd, maar zijn moeder bemoeide zich actief met zijn artistieke ontwikkeling. Pas toen zij dood was leek hij zich in vrijheid te kunnen ontwikkelen, en bereikte uiteindelijk een opmerkelijk fraaie abstractie.

De tentoonstelling wil dat u vooral naar hun werk kijkt om daarin iets van een gemeenschappelijk dna te zien. Dat is een hele opgave. Wie hier nietsvermoedend binnenwandelt zou kunnen denken dat dit een overzicht is van tien totaal verschillende kunstenaars die driekwart van de twintigste eeuw beslaan. Van Jan hangen er schilderijen in de stijl van Breitner, Seurat, Van Gogh; sombere symbolistische naast briljant kleurrijk zomerse. Van Edgar hangen er magisch-realistische interieurs, obsessieve zelfportretten maar ook later abstract werk; van Charley haar topstukken, Kaasmarkt van Alkmaar, het grote ‘Vriendenportret’, de getergde clown in het verwoeste Rotterdam. Relaties? U mag het zeggen. Eén verwantschap is zeker frappant: de Toorop-Fernhouts hadden iets met frontale portretten met een borende blik. Bij Jan zou je die ‘spiritueel’ moeten opvatten, denk ik; de donkere ogen als spiegel van een oude ziel. Bij Charley is het echt een doordringende, agressieve manier van kijken, die van de vakvrouw, fanatiek, om niet te zeggen: klinisch. Bij Edgar Fernhout, wiens werk momenteel tevens te zien is bij Museum Kranenburgh, is die blik lastig te peilen. Hij lijkt mij trots en kwetsbaar tegelijk. Niet star, wel gespannen, zelfverzekerd in zijn stijl, virtuoos zelfs, en toch met een voelbare onzekerheid, alsof er elk moment iemand het atelier binnen kan komen die in vier woorden even duidelijk maakt dat het allemaal broddelwerk is. Wat ik al zei: voer voor psychologen.

De Toorop Dynastie, t/m 26 januari, Stedelijk Museum Alkmaar, stedelijkmuseumalkmaar.nl

Edgar Fernhout, Licht in kleur, t/m 17 november, Museum Kranenburgh, kranenburgh.nl