
In november ging de documentaire Scènes met mijn vader van Biserka Šuran op het Idfa in première. In een festivalpodcast van Het Ketelhuis werd ze geïnterviewd. Openingszin van interviewer: ‘Wat heb jij een schat van een vader.’ Want, licht hij toe, als Biserka in haar film zegt dat ze zich ‘half’ voelt met Kroatische vader, Nederlandse moeder en een naam die ze altijd moet verantwoorden, antwoordt vader: ‘Je bent niet half, je bent heel.’ Mooi natuurlijk, hoewel toch ook niet echt uitzonderlijk. Biserka lijkt sowieso enigszins verrast door dat ‘schat’. Ze relativeert: hij zei ook ‘dan noem je jezelf toch Kroatisch?’ − want dat geldt voor hemzelf. En inderdaad lijkt die suggestie niet te getuigen van veel begrip voor het identiteitsconflict van zijn in Nederland getogen dochter.
‘Schat’ zou ik ook niet gauw gebruiken voor een man die nauwelijks met zijn inmiddels volwassen dochters heeft gepraat. En helemaal niet over het hoe en waarom van het plotse vertrek uit Zuid-Europa, dat hun levens overhoop gooide en vergaande consequenties had voor hun geestelijk welzijn in later tijd. Vader blijkt verbaasd over het feit dat juist zijn jongste met die vragen bezig is omdat ze pas twee was toen het gebeurde. Maar ja, een ontwortelde vader, hoofdwerker, die hier op zijn veertigste bouwvakker moest worden omdat er elders, mede door het taalprobleem, geen werk was; en over wie Biserka zegt: ‘Als kind al wist ik zeker dat hij van een andere planeet kwam’ – dat gaat je niet in de kouwe kleren zitten. Bovendien blijkt dat haar vijf jaar oudere zussen meer dan zij zelf beschadigd zijn. En vertelt ze in het interview dat mede door zijn onwil tot verantwoording de familie uit elkaar dreigde te vallen. Deze film is een poging tot heling.
‘Schat’ mag niet het meest voor de hand liggende woord zijn, toch maak ik een buiging voor deze Vinko Šuran, die uiteindelijk bereid was voor en met zijn jongste dochter een reis naar Joegoslavisch c.q. Kroatisch verleden te maken; en een reis in het familieverleden met trauma’s die nooit aan bod kwamen. Confronterend. Al lijkt hij ook tijdens hun reis enigszins van die verre planeet, in de zin dat hij vooral erkentelijk is voor Biserka’s benoemen van het ongenoemde dat hem de ogen opent – maar waaronder hij niet, zoals ik zou doen, ineen kruipt van schaamte, schuld en spijt. Laconiek is het woord niet, want ja, hij geeft toe dat hij opener had moeten zijn – tegen zijn kinderen, tegen zijn zonder aankondiging achtergelaten familie − maar verbazend is zijn rustig erkennen van tekortschieten toch wel. Een van de zussen houdt een hartverscheurend verhaal. Anderzijds: hoe verwerpelijk is het dat je, getrouwd met een Nederlandse vrouw, de burgeroorlog na Tito’s dood ontvlucht (we zien de vernietiging in archiefbeeld)? In de hoop daarmee je kinderen een betere toekomst te geven.
Driedubbele reis eigenlijk, want een groot deel van de film is gedraaid in een leegstaande Hollandse fabriek waar in verschillende hoeken simpele decors zijn neergezet: een Kroatisch stationnetje, een restauranttafel, hotelkamer, oude auto. Vader en dochter reizen door die ruimte. Van hoek naar hoek. Voor steeds een nieuw tableau. Met steeds een nieuwe gespreksinvalshoek.
Reconstructie van een migratiegeschiedenis. Met archiefbeelden uit wat toen nog eenheidsstaat Joegoslavië heette. Met de viering van Tito’s 87ste verjaardag, tegelijk ‘de dag van de jeugd’, waarbij in een afgeladen stadion tienduizend jongeren defileren en de bekende indrukwekkende en angstaanjagende dictatuur-eigen militaire massagymnastiek doen. Met de aankondiging van des maarschalks overlijden en het massaal geuite verdriet dat volgde. Soms zien we plekken aan de kust, waar vader tegelijk met een groep Hollandse jongeren in zijn Istrische zee dook om toevallig naast aanstaande moeder weer aan land te komen.
Zo kunnen lot en ‘liefde op het eerste gezicht’ (suggereert Biserka) de geschiedenis veranderen. Hoewel vader tamelijk terughoudend is bij dat ‘liefde’. Biserka gidst zichzelf en ons ook door de tijd aan de hand van bewaard gebleven brieven die het Hollandse meisje en de Kroatische jongen na de kennismaking jarenlang wisselden. In een telefoongesprek met Biserka daarover zegt haar moeder, lachend: ‘Je zult niet veel liefdesverklaringen tegengekomen zijn.’ Dat blijkt te kloppen. Vader was kennelijk ook destijds al ingetogen. Zijn, ook volgens de Kroatische familietak, relatieve eigenaardigheid, wereldvreemdheid, wordt wel geweten aan zijn legertijd onder Tito, die al op zijn vijftiende (!) begon. Maar hoe dan? denkt deze kijker. Het is een van de vragen die ook in de film niet echt worden beantwoord.
Scènes met mijn vader wordt zondag uitgezonden. Wel op NPO 2 Extra, dat niet in ieders tv-pakket zit. Ik heb daar wel begrip voor. Er zijn kanttekeningen te plaatsen. Niet alles in het concept werkt. Waarom bijvoorbeeld draagt Biserka in veel van de toneelachtige scènes waarin vader en zij elk een koffer meedragen (je denkt onwillekeurig aan een Beckett-duo) een ouderwets ruim zittend mannenpak? Sommige passages zijn bepaald niet onontkoombaar. Sommige dialogen stoppen waar je meer had verwacht. Maar ik heb respect voor het lef van de jonge maakster (en dat van vader) om voor het eerst de confrontatie aan te gaan. En om dat in een originele, toneelmatige, gekunstelde setting te doen, al werkt die voor mijn gevoel soms wel, soms minder.
De proloog zet een weinig belovende toon. Biserka leidt vader rond, toont hem de stoelen waarop ze zullen gaan zitten en zegt ‘zo gaan we het doen’. ‘Is die stoel wel schoon?’ vraagt hij. Nee dus. Dan moet ze die eerst schoonmaken. En dan spreekt hij zijn twijfel over het project uit: ‘In Nederland is het leven zo complex en veelzijdig dat je overal iets kunt vinden dat interessant genoeg is om een documentaire over te maken. Maar jij kiest voor wat alleen bij jezelf past en dat het brede publiek niet interesseert. Dat vind ik raar.’ Wie de film bekijkt moet maar beslissen of hij of zij gelijk heeft. Ik neig meer naar haar kant, want juist in het particuliere schuilt vaak het universele. De tragiek van gedwongen migratie. Het doorwerken daarvan in generaties. Het onvermogen tot communiceren daarover tussen ouders en kinderen. De negatieve uitwerking van goede bedoelingen, want de oudere zussen vragen zich af of ze het hier wel beter hebben gekregen dan in het land van hun jeugd (ondanks die oorlog). Ze raakten niet alleen de heuvels, bergen, zee, maar ook alle familie en vriendinnetjes kwijt.
De gewoonten en gebruiken. De geuren. De taal. Na zo’n begin verwacht je eigenlijk niet dat vader zo open mee zal gaan in het eigenaardige traject van dochter. Maar hij doet het, eerst met tegenzin, later met kennelijk plezier (hij houdt van praten, zegt ze lachend). Ook al blijkt de kloof nog dieper: vrouwen horen niet ambitieus te zijn, zegt hij, ze moeten zich richten op moederschap en gezin – dat zegt de natuur. ‘Dat zeg jij.’ ‘Ja, want dat zegt de natuur tegen mij.’
Uit het interview blijkt dat hij, in de drie jaar tussen eerste en laatste filmopnamen, beduidend minder rigide is geworden in zijn opvattingen over gender. Mede door het maken van de film. En dat mannenpak van Biserka? Ze koos ervoor in de eerste opnames om gelijkwaardiger aan hem te zijn. Aandoenlijke maar ook wat teleurstellende bekentenis, want gelijkwaardigheid behoeft geen vermomming als ‘de ander’. Toch loutert het gezamenlijke project, zie en voel je. En blijkt hij veel meer dan de zwijgzame patriarch die je in hem aanvankelijk vermoedt. Deze curieuze man die veel meer aan een vijftiger-jaren-kantoor-employé of onderwijzer doet denken dan aan een bouwvakker. Uiteindelijk schudden ze elkaar de hand en lopen ze samen uit de set. Emotioneler wordt het niet, passend in concept en relatie. Maar wel gearmd.
Biserka Suran, Scènes met mijn vader, NTR, NPO 2 Extra, zondag 16 april, 20.30 uur