Istanboel – Eindelijk, een ongekend vertoon van eenheid van de Turkse oppositie: bij de verkiezingen volgend jaar brengt ze één gezamenlijke kandidaat in het veld tegen de zittende president, Recep Tayyip Erdogan. Maar ho ho, eenheid kent haar grenzen. Want wélke kandidaat dat dan wordt, daarover zijn de partijen van de ‘Tafel van Zes’ het nog geenszins eens.

De tijd dringt. Erdogan heeft twintig jaar de kans gehad zich te profileren als leider van de republiek. Dat deed hij des te meer sinds de invoering in 2017 van een presidentieel systeem dat bijna alle macht in de handen van één man legde, te weten Erdogan zelf. Zeker internationaal kan hij zich zo presenteren als de belichaming van een trotse natie. Turken zijn daar gevoelig voor. Dus de oppositie zal daar iets geloofwaardigs tegenover moeten stellen. Tot nu toe is dat niet gebeurd.

Op het centrale plein van Güzelyurt, een stadje in Centraal-Anatolië, komen drie gepensioneerde mannen tijdens hun spelletje 101 (een soort rummikub) tot precies die conclusie. Hoewel dit deel van Turkije een bolwerk is van Erdogans AK-partij (akp), zijn ze het erover eens dat de regering er weinig van bakt. Met de economie gaat het slecht, dat weet iedereen; de prijzen blijven maar stijgen en de lira staat lager dan ooit. Toch gaan ze bij de parlementsverkiezingen weer akp stemmen en bij de presidentsverkiezingen – op dezelfde dag in juni – weer op Erdogan.

‘Op wie anders? Er is geen alternatief voor Tayyip’, zegt Ramazan Ünlü, een tachtigjarige voormalige fabrieksarbeider. En Kemal Kiliçdaroglu dan, de leider van de sociaal-democratische chp? Ünlü keert zijn handpalmen naar boven. ‘Kiliçdaroglu? Die heeft nog nooit iets voor Turkije gedaan.’

Dat is inderdaad het probleem van de oppositie. Als leider van de grootste partij binnen de Tafel van Zes zou Kiliçdaroglu de vanzelfsprekende tegenkandidaat moeten zijn. Het ontbreekt hem echter aan zowel charisma als bestuurlijke ervaring. Bovendien valt zijn religieuze achtergrond (hij is aleviet) slecht bij een deel van het electoraat. Volgens de peilingen zou de populaire chp-burgemeester van Istanboel, Ekrem Imamoglu, kansrijker zijn.

Waarom hij het dan niet wordt? Misschien wel omdat de Tafel van Zes hem niet helemaal vertrouwt. Wie weet vindt hij het straks zó mooi om president te zijn dat hij weigert het presidentieel systeem af te schaffen. Dan wordt hij de nieuwe Tayyip. En één Tayyip is meer dan genoeg.