Herbert Wehner (1906-1990) was een van de meest omstreden politici uit de geschiedenis van de Duitse Bondsrepubliek. Als fractievoorzitter was hij jarenlang de Zuchtmeister van de spd-fractie in de Bondsdag. Hij zorgde voor de rugdekking van de sociaal-democratische bondskanseliers Willy Brandt en Helmut Schmidt. Dat is sowieso geen functie waar je populair mee wordt, maar de aanvallen waar Wehner aan bloot stond, waren ongekend heftig en smerig. Dat had alles te maken met zijn politieke verleden.
Deze zoon van een schoenmaker uit Dresden was in zijn jeugd anarchist geweest maar had zich in 1927 aangesloten bij de Kommunistische Partei Deutschlands (kpd). Toen die partij na de Machtübernahme van Hitler in de illegaliteit gedwongen werd, werd de jonge en fanatieke stalinist al snel opgenomen in de partijleiding.
De vier jaar die hij in Moskou doorbracht, vormen de duisterste periode uit zijn leven en zijn er de oorzaak van dat hij later altijd bijzonder kwetsbaar was voor laster en verdachtmakingen. Omdat Wehner de bloedige ‘zuiveringen’ overleefde, terwijl veel andere Duitse communistische ballingen werden vermoord, moet hij Stalins beulen op de een of andere manier van dienst zijn geweest. Ongetwijfeld heeft hij belastende verklaringen afgelegd, zoals ook van hem werd gezegd dat hij voor de Gestapo werkte. Meyer heeft echter aannemelijk gemaakt dat de twee jaar geleden door Reinhard Müller in Herbert Wehner – Moskou 1937 geuite beschuldigingen hooglijk overdreven zijn.
Het zwaartepunt van Meyers mooie biografie ligt evenwel bij de naoorlogse periode, waarin Wehner decennialang officieus de machtigste man binnen de spd was. Door zijn verleden en zijn gebrek aan charisma kon hij nooit officieel partijleider worden. In 1966 was hij het die een einde maakte aan de eeuwige oppositierol van de sociaal-democraten en de Grosse Koalition met de christen-democraten tot stand bracht.
Zijn verhouding met Willy Brandt is altijd ambivalent geweest. De charmante Lebemann en womanizer Brandt, die zijn oren vaak liet hangen naar de vleiers in zijn omgeving, en de keihard werkende apparatsjik Wehner die alle dossiers van buiten kende, verschilden van elkaar als dag en nacht. Wehner besefte dat hij nooit nummer 1 kon zijn en Brandt realiseerde zich dat Wehner onmisbaar was, vooral door zijn goede contacten met de ddr-leiding. Na zijn val, toen bleek dat zijn naaste adviseur Günther Guillaume een Stasi-spion was, heeft Brandt Wehner er ten onrechte van beschuldigd dat hij daar de hand in had gehad.