Had Andy Warhol toch gelijk toen hij zei dat vooruitgang goed is voor alles, behalve eten en drinken? Alhoewel vandaag de dag, ik weet daar zo gauw geen andere uitdrukking voor, traditie en vooruitgang elkaar moeiteloos opheffen.
Het eeuwige jaar nul is aangebroken.
Oud is plotseling vreselijk nieuw en wat op de meest uitgelezen plek op aarde en petit comité zojuist als dernier cri is binnengehaald, wordt op datzelfde moment een kanonschot verderop door een half werelddeel onder grote bijval weggehoond. Wie lust er vanavond nog frambozenazijn? Je dient je fiks te excuseren wanneer je toevallig niets anders in huis hebt.
In The New Yorker was eens een cartoon te bekijken die in drie tekeningen de Young Urban Professional Recipe Test in beeld bracht. Op het eerste plaatje wordt de vraag gesteld of het recept op zn minst vier gearomatiseerde azijnen bevat. Daaronder een voorbeeld: 2 x ¼ theelepel frambozen- en blauwebessenazijn en 2 x 1/8 theelepel champagne- en knoflookazijn. De tweede tekening toont dat een goed recept op zn minst één verschrikkelijk duur ingrediënt moet bevatten waarvan je het restant nooit van je levensdagen meer nodig hebt. Als voorbeeld essence van Macadamia-olie. Maar het recept is pas echt goed wanneer je eerst de deur uit moet om een soort pan te kopen waar je nog nooit eerder van had gehoord. Je ziet een keurig young professional vrouwtje dat in een gigantisch keukenparadijs schichtig komt vragen of er ook Quäsenbo pannen te koop zijn.
Nee, dan «Zwartzuur van kip»: kip in stukken, inwrijven met zout en nootmuskaat. Kip in olie bruin bakken. Twee eetlepels gesneden ui meebakken.
Glas rode wijn, stuk pijpkaneel, drie kruidnagels, tien zwarte peperkorrels en wat lauw water erbij. Gaarstoven. Bijna klaar, forse eetlepel azijn en twee eetlepels zoete ketjap. Waar zou deze formule vandaan moeten komen als het niet Nederland en Koloniën was?
Hoe zeg ik het zelf ook alweer? «Ik sta open voor traditie en hecht aan vooruitgang.»