Bijzondere herinnering. Niet veel meer dan een losgeraakte spijker in de binnenhuisarchitectuur van mijn geheugen. Desondanks het geweten van de gewone vleeseter waardig.

Elisabeth David heeft, en misschien wel als eerste, het gunstig resultaat van toch nog vrij plotselinge en warme en vochtige vereniging van courgette en tomaat ter sprake gebracht. Een bevinding die bij mij thuis meerdere malen resulteerde in algemeen welbehagen en hier en daar binnensmonds applaus.

Hoewel geen reconstructie, toch de moeite waard: recept voor deze en andere ingrediënten.

Schil een stevige courgette niet en snij deze in zes dunne plakken.

Overdwars. Aan beide zijden met grof zout bestrooien en onder een helling van tien graden een uur, of zelfs langer, aan zichzelf overlaten.

Vermorzel naar mode en luim van het moment een half dozijn echte tomaten.

Met schil en alles en al. Giet daar wat witte wijn op en strooi met zout en peper en olijfolie. Laat op het vuur, in pan met daarop deksel, tot moes worden.

Neem een verse tak oregano en snij daarvan meer dan twaalf blaadjes nog kleiner dan ze al zijn. Voeg toe aan de inhoud van drie grote eieren. Alsook grove zwarte peper en zout en een stevige eetlepel crème fraîche. Meng tot een egale massa. Strijk met een mes zout en naar buiten gekomen vocht van de courgette en maak ze helemaal droog. Doe een eetlepel olijfolie in een pan.

Bak de courgette één minuut in olijfolie in een daartoe geschikte pan.

Voorzie de bodem van een vuurvaste schaal met de vingertoppen van olijfolie en leg daarin drie plakken courgette. Giet de helft van de dikke tomatenmassa erover, leg daarop de laatste drie plakken courgette en vervolgens de resterende tomatenmoes. Hierover en omheen het eimengsel. Rest nog de schaal twintig minuten in het midden van de hete oven te zetten. In dit hemels proces zit het antiboise-beginsel verborgen, d.w.z. laat nu de planteneters maar komen.