Geen peulvrucht draagt zo licht zijn naam en is zo zwaar belast.

Rotsvaste storm raast over beemd en akker. Wanhopige behoefte aan dat bord vol troostende linzen. Wie aan linzen denkt zonder ui is een alleseter. Wie aan alles denkt zonder ui bestaat niet. Waaruit volgt dat linzen zonder ui daaronder onzin is.

We hadden een keuken tafel met rode poten en elke dag koos de kat, met de klok en wind mee, een andere poot om er zijn nagels in te zetten. Van boven naar beneden. Waarbij hij opzij keek als een bidsprinkhaan en onverwacht opeens als een gewone kat. Tot de tafel het niet meer kon bevatten.

De poten nog steeds rood, wij begrepen dat weliswaar iets minder maar namen het de kat eveneens niet kwalijk, waren inmiddels zo dun als vermiljoenen lucifers, maar ook wij gaven niet op.

Op een donderdag, terwijl wij natuurlijk niet toevallig net linzen — op Panurgische wijze — aten, werd het alle poten teveel. Tegelijk. Enkele ogenblikken zweefde het tafelblad vrij in de lucht; door onze gretige eetlust op zijn plaats gehouden. Daarna moet het gevallen zijn. Ik heb dat altijd ontkend maar mijn familie was er heel positief in. Om mij te overtuigen lachten zij daar veelbetekenend bij, en hebben dat jarenlang volgehouden.

Nu ik van allen die aanzaten zo langzamerhand de enige ben die het kan navertellen: het zweeft nog steeds, zoals elk goed tafelblad. Spiritueel opgeheven door de spijzen die het bevat. Tot hier en nog verder.

Onversausde ui, van der onverbloemde olie in afval van doorregen spek. Op zijn plaats gehouden door kleefkracht van laurier en kruid nagel, gebrandmerkt door Ezau’s pepertje en alom gedoopt met witte wijn. Daarboven balanceren de vooraf bijna gaar gekookte linzen, Canadese imitatie Dupuis van Du Puy (wie is

nog linzen kenner in dit land?), op hun beurt tamelijk gewone varkens- en rundersaucijs op de schoudertjes torsend.

Staat uw religie dat toe, dan mag het tevens geknipte peterselie regenen. Orthodox plat.