Er zijn uitzonderingen. Die gelden niet voor de haring, zoals voor de haring eigenlijk niets geldt. Sprak een haring. De haring zou ook de haring niet zijn wanneer hij niet de kans waarnam zijn eigen probleem de toekomst binnen te smokkelen.
Hoewel onverwachte intieme vragen doorgaans ofwel op ondiepe weerstand of onpeilbare gretigheid stuiten — uiterst zelden op een weloverwogen antwoord — het volgende: in welke rangorde eet u, als Amsterdammer of aldaar op excursie, uw haring?
Zij die ‘van kopzijde’ zeggen, vallen af. Wij willen niets meer met ze te maken hebben. Helaas voor hen. Ook de kongsi die voor zijn beurt over het al of niet van ui rept, door dat soort meestal ‘uitjes’ genoemd, kan naar huis. Zij blijven voorbarig roependen in de haringwoestijn, want was het niet een haringman zelf die zei: ‘Voor uien ga je maar naar de groenteboer.’
Dubbeltevens behoren zij tot de horde die, omdat het heel lang geleden een keer zo passeerde, denken dat pudding altijd zoet is en naar amandelen smaakt. Maar het verleden komt uit de diepvries en ziet er belachelijk uit. Zoals zij weten die wel beter weten.
Er kwam een niet lachende lettermaker langs, hij had de naam van een pittoreske hond, en was op weg naar een bloementuin en waar zijn dochter tekende als was zij Maria Sibylla Merian. Wij stelden elkaar op ons gemak door over haring te praten. Dat lukte.
Terzijde zag ik dat zijn ogen wat stoffig waren, maar mooier stoffig bestond er niet.
De haring. Wie met het meest centrale deel begint is de wijste niet.
Ik voel al preluderend en steevast meer voor dat gedeelte, meestal iets korter dan de middelste moot, dat direct daarnaast maar wel richting kopzijde ligt. Vervolgens terug naar stuk tussen staart en midden en dan eindelijk het kopzijdefragment. Omdat daar immers altijd het risico van iets te veel ingewandsmaak aan kleeft. Wellicht even doorbijten, dan staartstuk en dan pas, als laatste de beloning in de vorm van stukje haring van de haas. Ik geef toe, er zijn nog andere mogelijkheden. Eerst iets heel anders. Wie was ook alweer de auteur die zichzelf met een pan uiensoep vergeleek?