Wat was er eerder, de tomaat of de ansjovis? Om sommige antwoorden is het goed heendraaien. Vrij kort, nauwelijks een week, hadden wij naast elkaar op een grasveld gezeten. Niet de hele dag en niet steeds naast elkaar.

Tegenover elkaar ook en soms meer dan twintig meter van elkaar verwijderd.

Het veld bevond zich tussen de buitenmuren van twee grote huizen in de landstreek die Bourgogne heet.

We lazen en soms ook niet. Ik vroeg mij wel eens iets af. Wat de helling van het grasveld, in de richting van de verste schuur, zou zijn. En bijna tegelijkertijd: zal ik onder de plataan gaan zitten of onder de plataan gaan staan?

We keken, soms naar hetzelfde maar vanzelfsprekend niet altijd.

Nu en dan dwarrelden flarden pianomuziek en zang als herinnering aan het leven van anderen om onze hoofden. Waar mijn metgezel vooral naar keek, weet ik natuurlijk niet, maar mijn aandacht werd steeds getrokken naar een deel van de zand- en steenkleurige muur van het huis van mijnheer Baudet.

Voormalig wijnhandelaar die ons op een mooie dag, althans de eigenaars van het huis waar wij gastvrijheid genoten, drie mooie pêches de vigne was komen brengen.

Dat zijn bijzondere perziken die in de buurt van wijngaarden en nergens anders groeien. Daar, in de Bourgogne, wordt er een kleurloze, aangenaam trage likeur uit gewonnen. Een vloeibare mespunt ervan onder in een glas aligoté en je hebt een verfrissende drank die zowel naar boven als naar beneden het lichaam bijzonder goed doet.

Die muur, zand- en omber- en weet ik wat meer kleurig, daar keek ik naar omdat hij mij deed denken aan een foto. Een foto gemaakt door Nicéphore Nièpce.

Ik wist wel dat die muur niet de muur van de foto was, maar hij kwam er toch dichter in de buurt dan elke andere muur die ik ooit heb gezien. Dacht ik toen. Op dat moment nog lang niet begonnen aan het tomaat- alias ansjovisvraagstuk.