Zijn souper bestaat uit rijpe maagden. Hij hult zich in een zwarte, met paars fluweel gevoerde cape. Gedurende de uren tussen zonsopgang en zonsondergang slaapt hij in een doodskist. Men kan hem doden door een houten staaf recht zijn hart in te timmeren.
Allemaal mythevorming. Graaf Dracula nuttigde gaarne eens een getrouwde vrouw en haalde ook voor een kind de neus niet op. Hij ging graag in avondkledij en met een zekere chique gekleed, maar die cape is echt verzonnen. Net als het idee dat de Graaf zich overdag niet op straat begaf of dat hij werd gedood met een houten staak. De vernietiging van Graaf Dracula, zoals vastgelegd door zijn geestelijke vader Bram Stoker, heeft plaats midden in een sneeuwstorm. Zijn achtervolgers onderscheppen de kist waarin de Graaf zich schuilhoudt als een groep zigeuners hem naar zijn slot in Transsylvanië vervoert. De Engelse jonge dame Mina Harker ziet hoe Dracula te voorschijn komt en haar man Jonathan en hun vriend Quincy Morris zich op de demon storten.
«Op dat ogenblik was er de slag en de flits van Jonathans grote mes. Ik gilde toen ik het door zijn keel zag scheren; terwijl op hetzelfde moment Mr. Morris’ lange jachtmes zijn hart in stootte.
Het was als een wonder; maar voor onze eigen ogen, en bijna in een ademhaling door, verschrompelde het hele lichaam in stof en verdween uit ons zicht.»
Zo werd de on-dode de eeuwigheid uit gewerkt. Resulterend in tientallen films, honderden boeken, strips en feuilletons. Bram Stoker heeft toen hij in 1897 zijn boek publiceerde een snaar geraakt. Dracula past binnen een trend richting het enge, waarbij het gotische horrorverhaal de romantische tegenhanger vormt van technische ontwikkelingen en een streng gereglementeerde samenleving. Extra aantrekkelijk in deze tijd is het spel met goed en kwaad, wilde feestgangers met verlengde hoektanden vragen zich af: is het écht slecht om taboes te doorbreken en perverse seks te hebben?
Iedereen kan met zijn eigen Dracula aan de haal, en dat is ook iedereen gegund op de letterkundigen na, want zij reconstrueerden een wel heel rare Dracula. In de laatste, door academici serieus genomen, biografie van Bram Stoker vat Barbara Belford de thematiek van diens meesterwerk als volgt samen:
«Behalve een waarachtig seksueel lexicon van Victoriaanse taboes (verleiding, verkrachting, groepsverkrachting, groepsseks, necro filie, pedofilie, incest, overspel, orale seks, menstruatie, geslachtsziekte en voyeurisme), zijn er duidelijk politieke, religieuze en occulte leitmotifs, variërend van de verschijning van de New Woman tot de polarisatie tussen het Oosten en het Westen en een allegorie op de tarot.»
Volgens de een zou het een omgekeerde koloniale roman betreffen. Volgens de ander is het een werk dat eigenlijk gaat over de kerk. Graaf Dracula zou homo zijn en daarom is het boek een sublimering van Stokers eigen, vermeende homoseksualiteit. Het betreft een parabel over syfilis of visionaire sciencefiction over aids. Graaf Dracula zou eigenlijk Stokers werkgever, de Shakespeare-acteur Henry Irving, zijn. De echte Dracula is een Roemeense volksheld die in de vijftiende eeuw leefde zo werd een berg interpretatieve rotzooi over Dracula uitgestort.
Terwijl het allemaal zoveel simpeler is: de echte Graaf Dracula was Oscar Wilde.
In Transsylvanië, in de onheilspellende burcht waar de jonge jurist Jonathan Harker zijn cliënt Graaf Dracula opzoekt, ontmoet hij geen ander wezen dan de Graaf zelve. Achteloos merkt hij op dat nergens spiegels te bekennen zijn. Als hij zijn scheerspiegeltje ophangt, schrikt hij hevig wanneer de Graaf plotseling een hand op zijn schouder legt. Hoe kwam dat? Hij kijkt nog eens in de spiegel en ziet alleen zichzelf, een keurige jongeman die verloofd is met Mina Harker. Een toonbeeld van Engelse onberispelijkheid. Niet zichtbaar zijn de verboden verlangens, de irrationele en seksueel getinte angsten en onrustgevoelens die hij toch ook moet kennen. Niet zichtbaar ook is Dracula, de vertegenwoordiger van verborgen angsten en verleidingen.
In de loop van het verhaal zullen Jonathan en zijn vrienden beseffen dat ze niet te maken hebben met zomaar een buitenlander die erop uit is de Engelse vrouwen te roven. Dracula treft zijn tegenstanders flink onder de gordel: doodsbang zijn de mannen om de wijze waarop deze Fatale Man hun vrouwen verleidt. Hier is een agressief seksueel monster aan het werk dat hun vrouwen week maakt van genot. En die vrouwen deden tóch al zo raar. Terwijl ze door hun mannen worden vereerd als heilige maagden willen ze opeens een soort van zelfstandige seksuele wezens zijn, meepraten, lezen, schrijven of zelfs huwelijksvoorstellen doen. Nu worden ze in het holst van de nacht, naast hun partner gelegen, bezocht en geven ze zich vol genot over aan de hoektanden van Graaf Dracula. Wat bezielt ze? Het tegen offensief wordt geleid door de Amsterdamse almaar «Mein Gott» aanroepende professor Van Helsing, die zich afvraagt: «Wie van ons zou een jaar geleden zoiets voor mogelijk hebben gehouden, midden in onze wetenschappelijke, sceptische, nuchtere negentiende eeuw?»
Wijdverspreid is inmiddels het geloof dat Dracula echt heeft bestaan en in werkelijkheid Vlad Tepes was, een Roemeense volksheld uit de vijftiende eeuw. In de Roemeense herinnering wordt de aandacht vooral gericht op de heroïsche strijd die hij tegen de Turken voerde en iets minder op de sadistische karakter trekken van Vlad de Spietser. In zijn eigen tijd moet Vlad vooral berucht zijn geweest om gruwelijkheden als het op houten palen spietsen van zijn gevangenen, tegenstanders, boeren, bedienden ongeveer al zijn onder danen eigenlijk. Maar het idee dat de Dracula-figuur geïnspireerd is op Vlad de Spietser is nagenoeg onzin. Uit zijn aantekeningen valt op te maken dat Bram Stoker voornamelijk afging op een achttiende-eeuws onderzoek naar vampiers, kranten en contemporaine boeken. De Graaf in zijn boek, dat tot vlak voor publicatie nog als titel The Dead Un-Dead had, heette in eerste instantie Count Wampyr. Tot Stoker op vakantie een obscuur geschiedenisboek tegenkwam waarin hij de naam aantrof van Dracula, de vader van Vlad Tepes, en las dat die een zoon had die de Turken bedwong. In een voetnoot stond nog vermeld dat Dracula eigenlijk duivel betekende. Dat klonk goed, net als de naam Transsylvanië. Maar nergens in aantekeningen of boek noemt Stoker de naam van Vlad de Spietser of blijkt dat hij van diens bestaan afwist.
Stoker baseerde zich vooral op de Engelse traditie van vampierverhalen. Vóór de negentiende eeuw duiken al in de oudheid bloeddrinkende monsters en demonen op. In 1912 erkende de katholieke kerk het bestaan van vampiers. Sir Thomas Malory’s voert in Le morte d'Arthur een kasteelvrouwe ten tonele die zich placht te voeden met schalen vol maagdenbloed. In 1732 staat de Duitse pers vol met vampierverhalen nadat een Servi sche boer door een vampier is aangevallen. In 1748 is er het gedicht Der Vampir van Heinrich Ossenfelder, maar de eerste volwaardige vampierroman, die gangmaker van het genre werd, is John Polidori’s The Vampyre. Dat Polidori even lijfarts was van Lord George Gordon Byron is in dit verband geen toeval.
In juni 1816 worden op een zomeravond aan het Meer van Genève de twee meest invloedrijke horrorverhalen van de afgelopen twee eeuwen bedacht. In de Villa Diodati komen Lord Byron, Percy Shelley, diens verloofde Mary Goodwin, Claire Clairmont en Polidori samen. Byron heeft Londen verlaten omdat de stad gonst van de geruchten omtrent zijn seksuele uitspattingen. Ook zijn vrouw Annabella Milbanke is van afschuw vervuld. Roddels over incest met zijn halfzus, verhalen over homoseksuele escapades: Byron wordt geweerd uit de salons en bespuugd op straat. Hij is symbool geworden van het zwarte in de mens dat hij overigens nog niet echt bekoeld is, getuigt het dagboek van Polidori, waarin zinnen staan als: «Zodra hij de kamer had bereikt vloog Lord Byron als een bliksemschicht op het kamermeisje.»
Aan het Meer van Genève stelt Byron voor om allemaal een eng horrorverhaal te verzinnen. Polidori en Percy Shelley maken daarop niet veel indruk, maar Mary heeft een briljant idee en vertelt het verhaal van het monster Frankenstein. Byron vertelt over twee vrienden die naar Griekenland reizen. Als een van beiden sterft, keert de ander terug naar Engeland, alwaar hij zijn gestorven vriend weer aantreft als vampier die de Engelse society parasiteert
Byron schrijft zijn verhaal niet op, dat doet Polidori. In 1819 publiceert hij The Vampyre en vermeldt dat hij schatplichtig is aan Lord Byron. Wel heeft hij de vampier aangepast en pesterig gemodelleerd naar Byron, die hij inmiddels hartgrondig haat. Hij gebruikt diens verdorven imago en noemt zijn vampier Lord Ruthven, een naam die eerder was gebruikt door Lady Caroline Lamb om Byron aan te duiden in een satirische roman. Lord Ruthven geniet ervan zijn geliefden te kwellen en is een duister en kwaad wezen. Deze eerste volwaardige vampierroman voegt twee belangrijke thema’s toe: de vampier heeft een aristocratische status en hij bezit duistere seksuele krachten die maken dat hij voor vrouwen onweerstaanbaar is.
Dublin 1875 ten huize van de familie Wilde wordt kerstfeest gevierd. Zoon Oscar stelt zijn nieuwe geliefde Florence Balcombe voor aan de gasten, onder wie Bram Stoker. Die is een paar jaar ouder en een regelmatig bezoeker van huize Wilde. Oscars moeder is dol op hem. Op Trinity College is hij verkozen tot de meest populaire man, hij combi neert het voorzitterschap van de Philosophical Society met dat van de Historical Society en is ook nog eens atletiekkampioen. Hij heeft Oscar in het filosofisch genootschap geïntroduceerd, maar die doet nauwelijks mee. Met de atletische cultuur heeft hij al helemaal niets. Oscar is vooral geïnteresseerd in de wonderschone Florence, binnen enkele jaren zal zij in de Londense beau monde bekendstaan als een van de mooiste vrouwen van Engeland. Die kerst spelen de verliefden met het idee van een huwelijk en geeft Wilde zijn Florence een klein gouden kruisje cadeau waarin hun beider namen staan gegraveerd. De volgende jaren blijven de twee gelukkig verliefd. Wilde dicht voor zijn geliefde het sonnet La Bella Donna Della Mia Mente, waarin de regels:
Her neck is like white melilote
Flushing for pleasure of the sun,
The throbbing of the linnet’s throat
Is not so sweet to look upon.
Wat schetst zijn verbazing als hij in oktober 1878 plotseling hoort dat zijn Florence twee maanden later met Bram Stoker zal trouwen! In het recent verschenen The Unmasking of Oscar Wilde hecht Joseph Pearce bijzonder veel waarde aan deze eerste liefde van Wilde en stelt hij dat Wilde haar abrupte einde eigenlijk nooit te boven is gekomen. In het gedicht Her Voice laat de bittere, afgewezen Wilde zijn Florence zeggen:
Sit closer love: it was here I throw
I made that vow,
Swore that two lives should be like one
As long as the sea-gull loved the sea,
As long as the sunflower sought the sun,
It shall be, I said, for eternity
‘Twixt you and me!
In een woedende brief eist hij het gouden kruisje terug. Voor hem heeft het kleinood wél wat betekend, en nog tot de volgende herfst zal hij klagerige liefdesbrieven blijven sturen naar Florry. Dat moet een vreemde relatie zijn geweest: een paar jaar nadat Stoker hem zijn verloofde heeft afgepakt, ziet Wilde de Stokertjes weer regelmatig. Ze onderhouden intensief contact, dineren samen, ontmoeten elkaar op soirees en zijn lid van dezelfde genootschappen. Florence is een aantrekkelijke, moderne vrouw die zich met graagte in het opwindende uitgaansleven stort. De vriendschap eindigt abrupt wan neer Wilde wordt veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf nadat de vader van soulmate Alfred Douglas hem ervan heeft beschul digd een so(m)domite te zijn. Bram Stoker laat niets van zich horen en wil officieel niets met Wilde te maken hebben. In zijn artikelen toont hij zich zelfs een bewaker van de heersende seksuele moraal en sluit hij zich aan bij de hetze tegen homoseksualiteit.
Onder het mom van literatuurwetenschap levert dit later wilde speculaties op. Bijvoorbeeld dat Stoker eigenlijk verliefd was op Wilde. Hierbij zou een psychologisch proces genaamd troilism optreden, waarin iemand homoseksuele gevoelens verdringt door met de eigenlijke liefde een minnaar te delen in het geval van Stoker dus Florence. Daarnaast bestaat de zwakke theorie dat Dracula een sublimatie is van een haat-liefdeverhouding met Henry Irving, voor wie Stoker jarenlang als persoonlijk manager optrad (Dracula wemelt van de Shakespeare-citaten.) En van Oscar Wilde werd óók al gesuggereerd dat hij een oogje had op Irving inderdaad heeft Wilde hem in een sonnet gelauwerd als «Thou trumpet for Shakespeare’s lips to blow». De twee zouden dus niet alleen dezelfde vrouw maar ook dezelfde man verkiezen! Een dubbel troilism!
Er bestaan letterkundigen die zo ongeveer elke zin uit Dracula zien verwijzen naar de zogenaamde geheime liefde van de schrijver voor Oscar Wilde. Het boek zou barsten van de verwijzingen naar het proces. Geen sleutel wordt er zonder erotische connotaties in een slot gestoken. De doodskist van Dracula geeft de uitdrukking «uit de kast komen» een geheel nieuwe dimensie. Twee opmerkingen van Jonathan Harker, wanneer hij beseft gevangen te zitten in de burcht van Dracula, stemmen tot nadenken: «A certain wild feeling came over me». En: «A wild desire came over me to get that key». Niet ondenkbaar is wel dat het gebruik van het woord wild verwijst naar de gevangenschap van Oscar Wilde. Blijft over: een in het boek veelvuldig opduikend gouden kruisje, de thematiek van de Fatale Man aan wie gebonden vrouwen verslingerd raken en het dubbele gezicht van Graaf Dracula, die net als Dorian Gray een faustiaans pact heeft gesloten met als doel voor eeuwig jong te zijn. Na elk slachtoffer knapt Dracula zichtbaar op en gaat er steeds jonger uitzien. Veel plausibeler dan het idee dat Bram Stoker verliefd was, is de gedachte dat hij in de succesvolle Wilde een heviger uitvoering van zichzelf zag, iemand die zijn tegendraadse, zwartromantische seksuele verlangens minder verborgen hield. En daarmee een concurrent: de tot losbandigheid neigende Florence haatte saaie mannen en was verslingerd aan alles wat het leven licht en opwindend maakte.
Tijdens zijn proces was Wilde gebombardeerd tot perverseling eerste klas. Twee weken na de veroordeling begint Bram Stoker met het schrijven van zijn boek Dracula over een graaf die de zwartromantische vertegenwoordiger is van hetzelfde complex van seksuele angsten en verlangens als waar Wilde voor staat.
Net als Lord Byron stond Oscar Wilde bekend als de grootste viespeuk van zijn tijd. Beide dandy’s waren even de paria van hun samenleving, uitzuiger van gezonde en onschuldige jongens en meisjes. Zij personifieerden de verwerpelijke gevoelens die verborgen hoorden te blijven als men in de spiegel van de werkelijkheid keek.
Lord Byron werd Lord Ruthven en Oscar Wilde werd Graaf Dracula.