Dit jaar begon het vroeger dan anders. Sylvana Simons had zich aangesloten bij DENK, en terstond herinnerde iedereen zich dat ze sinds een paar jaar bezwaar maakt tegen de figuur van Zwarte Piet. Erik van Muiswinkel, jarenlang de zogenoemde Hoofdpiet in het Sinterklaasjournaal, stapte op. Hij had in 2013 al geschreven: ‘Piet steeds minder zwart en minder knecht maken: dat kan prima. Daar moeten we maar mee doorgaan.’ Maar de ontwikkeling bij de NTR ging hem niet snel genoeg. Ook Pietje Paniek Jochem Myer en verslaggeefster Dolores Leeuwin stapten op. Honderdtwintig bekende Nederlanders schreven een open brief aan de NTR, verantwoordelijk voor het Sinterklaasjournaal. Die brief is nu ook de tekst van een petitie, inmiddels ondertekend door meer dan vierduizend mensen. Paul Römer van de NTR verdedigt zijn programma. Hij schrijft: ‘Dat Zwarte Piet verandert, is evident en vanzelfsprekend. Het gaat alleen nog maar over de manier waarop en vooral over de snelheid van die verandering. De makers van het Sinterklaasjournaal zitten midden in dat gecompliceerde proces.’

Waarom is dit proces gecompliceerd? Ik denk: omdat dat hele Sinterklaasjournaal geforceerd en ingewikkeld is. Toen ik klein was, bestond het gegeven uit een paar simpele elementen. Je had de Goedheiligman die op een stoomboot uit Spanje kwam om hier zijn verjaardag te vieren. En hij was zo aardig om geen cadeautjes te willen krijgen, hij gaf cadeautjes. Met gedichten erbij en soms verrassend ingepakt. Om een en ander goed te bezorgen werd hij geholpen door zwarte knechten. Net als hij waren die knechten merkwaardig uitgedost: zij met pofbroeken en een zeventiende-eeuwse kraag om de nek, hij met een mijter en een tabberd. Eigenlijk was dat alles. Je zou het zo kunnen veranderen. Of als je wilt: afschaffen.

Maar televisiemakers denken altijd dat ze een verhaal moeten vertellen. Ze bedachten ingewikkelde verhaallijnen en een stoet van personages, er zullen wel dramaturgen bij betrokken zijn geweest. Je hebt nu een Huispiet, een Sorrypiet, een Pietje Precies, een Rare Piet, een Reservepiet, tientallen Pieten. De humoristen die dit op poten hebben gezet, waren zelfs zo origineel een Zielepiet, een Zeurpiet en een Pietje Puk te bedenken.

Ik heb mooie herinneringen aan het Sinterklaasfeest. Maar nu duidelijk is dat het oude, racistische verhaal veel Nederlanders pijn doet, kan er niet snel genoeg worden ingegrepen. Je redt de vrolijke, vriendelijke traditie niet met gekleurde en gevlekte Pieten. Het verhaal wordt er alleen maar nog ingewikkelder van. Zou het het overwegen niet waard zijn het Sinterklaasjournaal helemaal stop te zetten en het feest in een paar jaar dood te laten bloeden?

Wat is het belang van het Sinterklaasfeest? En wat is er goed aan? Is het goed om kinderen het idee te geven dat gedichten moeten rijmen? Om ze vertrouwd te maken met het organisatiemodel van een baas met knechten? En met het idee dat de baas een witte man is? Moeten ouders hun kinderen voorliegen? Is het zinnig een keer per jaar terug te duiken in het negentiende-eeuwse sprookje van de knusse en gezellige familie? Is het Sinterklaasfeest nodig om elkaar cadeautjes te geven?

Sinterklaas was altijd heel erg oud. Niemand wist precies hoe oud, ook hijzelf niet. Hij had als het ware het eeuwige leven. Maar dan slaat het toch nergens op zijn verjaardag te vieren? Alsof we de verjaardag van de Schepper vieren. Je kunt het ontroerend vinden, of grappig, maar het is onzin. Het grootste deel van de mensheid heeft het grootste deel van de geschiedenis geleefd zonder Sinterklaasfeest. Misschien zijn we nu zo ver dat we moeten zeggen: het is leuk geweest, maar het is over.

Wat zou er veranderen als er geen Sinterklaas meer wordt gevierd? De supermarkten zouden niet meer vanaf september vol staan met marsepein en snoepgoed in gekleurd zilverpapier. De televisiereclame zou niet meer een maand lang aandacht besteden aan onzinnig en duur speelgoed dat kinderen in de praktijk maar drie dagen lang interessant vinden. De winkeliers zouden in december niet meer blijven zitten met onverkochte prullaria. Er zou een einde komen aan de verspilling van verpakkingsmateriaal. Een belangrijk deel van onze economie zou niet meer hoeven te draaien op deze flauwekul. Het zou tijd en energie vrij maken om onze wereld te voorzien van dingen waar we wat aan hebben.