Een traditionele Japanse Kagami Biraki-ceremonie brengt geluk. Met dit oosterse alternatief voor het doorgeknipte lintje namen energiebedrijf Eneco en technologiegigant Mitsubishi een klein jaar geleden het windpark Eneco Luchterduinen bij Noordwijk aan Zee in gebruik. Naar eeuwenoud Japans gebruik tikten de bestuurders met hamers een vat sake open, om zo een succesvolle samenwerking te beklinken en het lot een zetje in de goede richting te geven.

Samen financierden de bedrijven de 450 miljoen euro die nodig was voor de bouw van 43 windmolens die 81 meter boven het wateroppervlak uitsteken. Het project verliep zelfs zo voorspoedig dat vier maanden eerder dan gepland al honderd gigawatt windenergie was opgewekt. Een paar maanden na de opening stond een aantal internationale banken, aangevoerd door de Japan Bank for International Cooperation, klaar met honderden miljoenen voor de herfinanciering van het windpark. 1

Eneco, het energiebedrijf van de Randstad, haalde de voorbije jaren vaker het nieuws met zijn duurzame investeringen. Zo plaatste het bedrijf duizend miniwindmolentjes op het Amsterdamse Beursplein, tussen de fietsen en het bronzen standbeeld van de ‘Wall Street-stier’. Een stunt ter promotie van HollandseWind Certificaten, obligaties van 25 euro per stuk die investeren in windenergie voor iedereen toegankelijk maken. Want: ‘Duurzame energie voor iedereen’, luidt de missie. In 2015 was het bedrijf in z’n eentje goed voor een derde van alle windenergie die dat jaar in Nederland werd bijgebouwd.

Eneco investeerde sinds 2008 veel in groene energieproductie. Dat kon het doen dankzij de financiële slagkracht van het netwerkbedrijf Stedin. De energiegigant levert sindsdien een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van Nederland. Maar een in 2006 bedachte wet lijkt daar nu een eind aan te maken. De commerciële tak van Eneco en netwerkbedrijf Stedin wordt gedwongen om zich op te splitsen in twee aparte bedrijven. Eindigt daarmee de bijdrage van het bedrijf aan het verduurzamen van Nederland? Of voorkomt het commerciële avonturen over de rug van de belastingbetaler? Het verhaal van twaalfhonderd windmolens, 1919 megawatt duurzame energie, een lang lopende schuld van zo’n drie miljard euro en een haperende democratie.

Van oudsher waren Delta, Eneco, Nuon en Essent in handen van regionale en lokale overheden. Deze bedrijven beheerden de netwerken – de elektriciteitskabels en gaspijpen – en hadden in hun regio het alleenrecht op levering van stroom, gas en warmte. Om dit monopolie te doorbreken werd in 1998 een aanvang gemaakt met de liberalisering van de energiemarkt. Vanaf 2004 was iedereen vrij om te kiezen van wie ze hun energie kochten. Voor de publieke aandeelhouders bleek die ontwikkeling een zegen. Ze werden steenrijk. Via de energierekeningen van burgers en bedrijven verdienden gemeenten en provincies gezamenlijk een kleine veertig miljard euro. 2 De gemeente Rotterdam, hoofdaandeelhouder van Eneco, harkte daarvan ruim een miljard euro binnen: vijfhonderd miljoen aan winstuitkeringen en vijfhonderd miljoen door de verkoop van energiebedrijven. 3

Al snel bleek dat de marktwerking ook een schaduwkant had. Begin 2001 toonde het NOS Journaal beelden uit Californië, van mensen die midden in de nacht met enorme beeldbuizen in hun armen winkels uit kwamen. De stroom was uitgevallen, waardoor in de winkelstraten de schuifdeuren open schoven. De black-outs waren veroorzaakt doordat energiebedrijven bewust tekorten creëerden om de prijzen op te drijven. De Nederlandse politiek had geen trek in Californische toestanden en besloot de liberalisering van de energiemarkt aan banden te leggen. Winst maken was leuk, maar dat mocht niet ten koste gaan van de leveringszekerheid. De netwerken moesten worden beschermd tegen de risicovolle, commerciële avonturen van de productie- en handelstak van het bedrijf.

De oplossing bleek simpel: je knipt het bedrijf in tweeën, in een netwerkbedrijf en een commercieel bedrijf. Op die manier blijft het netwerk beschermd zonder de marktwerking en de mooie neveninkomsten voor de lagere overheden op te geven. Niet iedereen was meteen overtuigd. Maar toen het Zeeuwse Delta in 2006 het Belgische afvalverwerkingsbedrijf Indaver kocht, werd dat uitgelegd als een risicovol, commercieel avontuur. Een prima aanleiding om de zogenoemde splitsingswet erdoor te drukken.

De vier grote energiebedrijven reageerden als door een adder gebeten. Want, stelden zij, zonder het kapitaalkrachtige netwerkbedrijf wordt het afsluiten van lucratieve handelscontracten moeilijker en investeren in energieproductie duurder. Een netwerk is namelijk een natuurlijk monopolie. Burgers en bedrijven kunnen weinig anders dan zich daarop aansluiten. Netwerkbeheerders zijn daardoor verzekerd van inkomsten: de transportkosten op de energierekening. Banken snappen dat ook en geven daarom eerder leningen af aan bedrijven met een eigen netwerk, zelfs als het om risicovolle avonturen gaat.

Ondanks de bezwaren werden Nuon en Essent in 2009 gesplitst. Waarna de commerciële bedrijven elk voor tien miljard euro werden verkocht aan respectievelijk het Zweedse Vattenfal en het Duitse rwe. Eneco en het Zeeuwse Delta gaven zich minder snel gewonnen en bleven zich verzetten tegen de gedwongen splitsing. Ze kregen uiteindelijk hun zin. Op 22 juni 2010 veegde het gerechtshof in Den Haag de wet van tafel.

Bij Eneco ging de vlag uit. Eneco PLB en netwerkbedrijf Stedin bleven bij elkaar en het in 2007 ingezette groene beleid kon worden doorgezet. Het begin van een glorieuze weg. De media bejubelen het bedrijf sindsdien met enige regelmaat als de groene droom van Nederland, terwijl bestuursvoorzitter Jeroen de Haas wordt gezien als een boegbeeld van duurzaam Nederland. Helemaal bijzonder is dat het bedrijf naast het vervullen van die belangrijke maatschappelijke taak ook nog de winsten op peil weet te houden. Het klinkt haast te mooi om waar te zijn.

Jeroen de Haas begon zijn duurzame missie direct na zijn aantreden in 2007. In oktober van dat jaar ontmoette hij in een Rotterdams restaurant Econcern-baas Ad van Wijk. Splitsen leek toen nog onoverkomelijk. Samen bedachten ze daarom het plan dat Econcern na splitsing Eneco PLB zou overnemen. Econcern was de duurzame belofte van Nederland voordat Eneco dat werd. Na de oprichting in 1984 groeide het bedrijf uit tot een volwaardige multinational met veertienhonderd medewerkers in 24 landen. Maar in de zomer van 2009 ging het mis. Grote risico’s, onverantwoord geld uitgeven en onrealistische prognoses leidden, volgens curator Louis Deterink, tot de val van het wonderbedrijf uit Utrecht. ‘Er werd plankgas gegeven om zo snel en hard mogelijk te groeien. Niet met eigen geld maar vooral met bankkredieten. En tja, dat gaat zelden goed. Er hoeft dan maar iets te gebeuren, zoals een financiële crisis, en de boel valt om’, zei Deterink in een interview in de Volkskrant.

Na het faillissement van de gedroomde fusiepartner had De Haas weinig bedenktijd nodig. Tijdens de aandeelhoudersvergadering van Eneco op 18 september 2009 vertelde hij trots dat Eneco een aantal belangrijke onderdelen van Econcern had overgenomen. Hoewel de aandeelhouders volgens statuten geen directe zeggenschap hebben over het beleid van Eneco steunen ze de groene weg van hun energiebedrijf. Ze gingen akkoord met de overname van de windparken, zonnevelden en het adviesbureau van Econcern.

Maar het debacle van Econcern had één ding pijnlijk duidelijk gemaakt: om te kunnen investeren zonder failliet te gaan, helpt het als gebruik kan worden gemaakt van de financiële kracht en gegarandeerde inkomsten van netwerkbedrijf Stedin. Het bleek geen overbodige luxe voor Eneco. Neem de gasgestookte elektriciteitscentrale Enecogen die Eneco in 2011 samen met het Deense energiebedrijf Dong bouwde. De centrale, die wat weg heeft van een te laat gebouwde kathedraal, kostte 652 miljoen euro. Maar al meteen na de opening bleek de investering niet rendabel. Het Amerikaans schaliegas en de enorme toename van Duitse windmolens maakten dat de vraag naar gasgestookte energie afnam en de centrale driekwart van de tijd stilstond. Mede-eigenaar Dong maakte bekend dat het 225 miljoen euro extra moest afschrijven vanwege de lage opbrengst van de centrale. 4 5 Eneco moest ook afschrijven, maar maakte niet bekend hoeveel. In een reactie liet het weten de centrale nog altijd een zinnige investering te vinden. 6

Ook de overname van de windmolens van Econcern vielen duurder uit dan gedacht. In 2013 dreigden de opgekochte windmolens van windmolenpark Prinses Amalia de Noordzee in te waaien. Ze waren niet goed vastgelijmd. Eneco had wel een catastrofeverzekering afgesloten bij Delta Lloyd, maar de kleine lettertjes niet goed gelezen: het gebruik van verkeerde lijm bleek niet gedekt. Tot overmaat van ramp ging Eneco ook nog met de verkeerde aannemer in zee. Een tweede lijmspecialist moest een deel van het werk overdoen, wat resulteerde in een dubbele rekening voor Eneco. De uiteindelijke kosten kwamen uit op 47 miljoen euro. ‘Een kinderziekte’, noemde Eneco het getob met de windmolens in een persbericht. 7

Het spannendste moment beleefde Eneco in 2014, toen het Franse bedrijf Air Liquide naar de rechter stapte en 1,38 miljard euro garantie eiste van Eneco. 8 De twee bedrijven hadden in 2005 beklonken dat Eneco tot 2023 stroom zou inkopen bij de Fransen tegen in 2006 afgesproken condities. Het Rotterdamse bedrijf dacht slim te speculeren en slapend rijk te worden. Dat viel tegen, de gasprijzen kelderden en Eneco verloor zeventien miljoen euro per jaar. 9 Het dochterbedrijf van Eneco dat verantwoordelijk was voor het gesloten contract ging uiteindelijk failliet. Daarmee dacht Eneco van de jaarlijkse betalingen af te zijn, maar daar wilde Air Liquide niets van weten. Het bedrijf stapte naar de rechter en kreeg wat het wilde: Eneco moest de verliezen blijven dragen. Op 21 april 2015 liet Eneco via een persbericht weten dat het met Air Liquide tot een schikking was gekomen. Wat het bedrag van de schikking was, bleef geheim.

Door dit soort ondoorzichtige deals blijft het onduidelijk wat Eneco nu precies doet met het publieke kapitaal waarover het kan beschikken. Ook de rijk geïllustreerde jaarverslagen geven nauwelijks houvast. Boekhoudkundig voldoen ze ongetwijfeld aan alle regels, maar de gewone lezer wordt soms toch op het verkeerde been gezet. Zo lijkt het alsof het energiebedrijf een capaciteit van 1919 megawatt vermogen aan zonnepanelen en windmolens heeft gebouwd. Wie goed leest, ziet echter dat daarbij de duurzame energie die Eneco inkoopt bij andere bedrijven is opgeteld. De eigen capaciteit blijft onvermeld. 10 Naar schatting is dat niet eens de helft van wat in het jaarverslag staat. 11

Eneco laat via een woordvoerder weten dat het hebben van productiecapaciteit geen doel op zich is. ‘Je wint er geen prijs mee. We hebben duurzame energie simpelweg nodig voor onze klanten.’ Oftewel: zolang de energie maar groen is, maakt het niet uit of de windparken in Nederland of in het buitenland staan.

Hoe winstgevend Eneco zonder Stedin is, wordt ook niet direct duidelijk. In de jaarverslagen en persberichten worden alleen de bedrijfsresultaten vermeld. Dat zijn de winsten voor aftrek van rentekosten en belasting. De rentelast bedroeg in de periode 2008-2015 opgeteld zo’n 650 miljoen euro. Als slechts de helft van de rentekosten aan Eneco zou worden toegeschreven, blijkt de winst over de genoemde periode nagenoeg nul. 12 Als dan ook nog de 550 miljoen euro aan duurzaamheidssubsidie uit die periode van de winst wordt afgehaald, zou het bedrijf zelfs diep in de rode cijfers duiken. 13

‘Er werd plankgas gegeven om zo snel en hard mogelijk te groeien. Met bankkredieten. En tja, dat gaat zelden goed’

Ook de schuldenberg begint ondertussen aardig te groeien. In de afgelopen zeven jaar investeerde Eneco PLB voor anderhalf miljard in duurzame energie. 14 Maar tegenover die waardevolle investeringen staat een langlopende schuld van circa 1,8 miljard. 15 Terwijl de totale langlopende schuld van de holding (Eneco en Stedin samen) is opgelopen naar zo’n drie miljard euro. 16

Daarnaast werd ook nog een zogeheten achtergestelde obligatielening van een half miljard uitgeschreven, waarschijnlijk om de financiële gezondheid van Stedin op te poetsen. Een lening die het netwerkbedrijf meer vet op de botten geeft, maar die het bedrijf tot in lengte van dagen twaalf miljoen per jaar kost. 17

Dat ook de schulden van netwerkbedrijf Stedin zijn toegenomen is opvallend. De Autoriteit Consument Markt (acm) stelt de tarieven die netwerkbedrijven mogen vragen iedere vijf jaar vast. Uitgangspunt daarbij is dat er genoeg marge voor netwerkbedrijven overblijft om te investeren in het netwerk. En dat lukt met gemak. Opgeteld maakte Stedin vanaf 2008 een slordige anderhalf miljard euro winst.18 Ongeveer de helft van deze winst werd als dividend uitgekeerd aan de gemeentelijke aandeelhouders. 19 De andere helft ging naar een potje voor toekomstige investeringen. 20

Met driekwart miljard op de plank zouden dure leningen voor Stedin overbodig moeten zijn. Ware het niet dat het spaarpotje niet is te vinden in de jaarverslagen van Stedin. Het is dan ook aannemelijk dat het geld aan het eigen vermogen van Eneco PLB is toegevoegd (zie kader). 21

Eneco lijkt zich daarmee te hebben voorbereid op een toekomst zonder Stedin. Want dat het moet gaan splitsen is voor velen inmiddels zeker. In december vorig jaar oordeelde het kabinet, in navolging van de Autoriteit Consument Markt, dat Eneco per 1 februari 2017 toch moet splitsen. 22 Eneco heeft aangegeven als gevolg van de gedwongen splitsing tot vierhonderd miljoen euro minder in duurzame energie te stoppen. Wel is er een budget van honderd miljoen euro om innovatieve bedrijven te kopen, zoals Sustainer Homes, een bedrijf dat zeecontainers ombouwt tot zelfvoorzienende woningen, en Quby, bedenker van de duurzame Toon-thermostaat. De laatste kocht Eneco omdat het Toon ook wil gaan verkopen in het buitenland. In gesprek met bnr-radio liet innovatiedirecteur Hans Valk weten dat het bedrag dat Eneco per start-up investeert nogal uiteenloopt. ‘Dat kan van enkele tienduizenden euro’s tot miljoenen gaan. Het grappige is dat mensen kijken naar het bedrag. Wij kijken naar potentie.’ 23

‘Dat nu toch moet worden gesplitst is een besluit met grote gevolgen’, meent een ingewijde uit de energiesector die anoniem wil blijven. ‘De overheid moet hoe dan ook risico’s nemen om ons land te verduurzamen. De heersende gedachte is dat de overheid dat niet mag doen als aandeelhouder van Eneco. Maar vervolgens neemt ze wel enorme risico’s door bijvoorbeeld duurzaamheidssubsidies uit te schrijven. De overheid dekt elke megawatt aan duurzame energie die in Nederland wordt opgewekt, ook bij Nuon en Essent. Op die manier wordt vergroenen niet betaald via de energierekening maar via de belasting.’

Anderen vinden splitsen en vervolgens privatiseren juist een goed idee. Zij uiten kritiek op het schemergebied waarin Eneco zich begeeft: een beetje markt, een beetje overheid. Een van hen is René Schuurman, tot 2010 woordvoerder op het thema voor Leefbaar Rotterdam. ‘Ik was, en ben, voorstander van de verkoop van Eneco’, zegt Schuurman. ‘Vanuit de gedachte dat het bedrijf ofwel een volledige nutsfunctie moet hebben, en dus geen winst mag maken, ofwel moet privatiseren. Dus Eneco blijft ofwel volledig publiek; we staan dan geen concurrentie toe, stellen de prijzen vast en zorgen jaarlijks voor goed onderhoud. Ofwel we laten de markt het helemaal oplossen, maar dan is een gemeente niet de beste aandeelhouder.’

Wat Schuurman voorstelt 24 werd ooit al in de Gemeentewet vastgelegd. Gemeenten mogen geen winst maken op hun diensten. Ze mogen paspoorten, vergunningen of de huur van sportvelden niet duurder maken en de winst vervolgens gebruiken om leuke dingen mee te doen. Voor de verkoop van gas en elektriciteit geldt die regel niet. Consumenten betalen meer dan de kostprijs waardoor de plaatselijke overheid via de verkoop van energie de gemeentekas kan spekken zonder de belasting te verhogen.

Uit eerder onderzoek van Investico bleek dat dit geregeld tot geldverspilling leidt. 25 Hoogleraar overheidsfinanciën Maarten Allers van de Rijksuniversiteit Groningen stelde toen dat dit komt doordat het geld niet ‘democratisch is verkregen’. Bestuurders zien de dividenden en verkoopopbrengsten uit de energiebedrijven als ‘hun’ geld omdat ze de burger er niet via belastingen om hoeven te vragen. Het is gratis geld, en dat geef je gemakkelijk uit. 26

Belastingen zijn een belangrijke democratische rem op al te gemakkelijk publiek geld uitgeven. Als een overheid bijvoorbeeld via duurzaamheidssubsidies extra wil investeren in groene energie moet ze eerst de belasting verhogen. Aangezien een politicus die herkozen wil worden zich niet populair maakt met zo’n belastingverhoging zal hij met een goed verhaal moeten komen om draagvlak te creëren bij het publiek.

Bij Eneco werkt dat anders. Daar worden de grote beslissingen genomen door een kleine groep mensen aan de directietafel. Democratisch debat is er nauwelijks. Het private Econcern nam te grote risico’s, bouwde een te hoge schuld op en ging failliet. Ook Eneco liep en loopt grote risico’s en bouwde een flinke schuldenlast op. Maar Eneco is markt en overheid tegelijk. Het opereert en neemt risico’s op de energiemarkt terwijl het zich verzekerd weet van het ‘gratis’ monopoliegeld van het netwerkbedrijf. Eneco kan daardoor grotere risico’s nemen dan gewone private ondernemingen. En omdat het netwerkbedrijf wel winsten maakt, blijven veel financiële missers onzichtbaar voor de burgers – die er als energierekeninghouders of belastingbetalers uiteindelijk wel voor opdraaien. 27

In het debat over splitsing raakt de vraag hoe je zulke risico’s het best kunt beoordelen op de achtergrond. Bestuurlijk pragmatisme, ingegeven door hoge dividenden en de terechte roep om groene energie verdrong het zicht op de enorme financiële risico’s die ermee gepaard gaan.

Overigens is het niet zo dat Alliander en Enexis, de voormalige netwerkbedrijven van Nuon en Essent, heel anders opereren dan Eneco. In een reactie laat Eneco terecht weten dat ook deze twee bedrijven in een holding zitten waarin volop wordt geïnvesteerd in commerciële activiteiten. Zo is Alliander actief op de markt van elektrisch vervoer en keert het marktconforme salarissen uit van vier ton. 28 Bijna zoveel als bij Eneco, waar De Haas afgelopen jaar 599.000 ontving. 29 In een artikel in het Algemeen Dagblad omschreef een insider, die ook al anoniem wilde blijven, de bestuurders van Alliander als ‘een stelletje cowboys’. 30 Ook Alliander handelt vanuit het oprechte idee dat het bedrijf een rol kan spelen in de transitie naar duurzame energie en ook hier krijgt de directie nauwelijks tegengas bij het ontwikkelen van risicovolle plannen. Zo ging de provincie Gelderland, de grootste aandeelhouder, akkoord met de manier waarop het bedrijf de Balkenende-norm omzeilt. 31

Ook de Rotterdamse politiek neemt het om duurzame redenen graag op voor de bestuurders van Eneco. Burgemeester Ahmed Aboutaleb (pvda) was zelfs een van de ruim dertig ondertekenaars van een manifest tegen splitsing, waarin wordt gesteld: ‘We hebben geen tijd te verliezen bij het aanpakken van het klimaatprobleem.’ De vraag is alleen of dit via commerciële, op winst gerichte overheidsbedrijven moet gebeuren. Of toch liever via de koninklijke weg van de democratie.


Energiemiljarden

In de Investico-serie over de energiemiljarden zijn we aanbeland in Rotterdam. Waar voor andere gemeenten en provincies de privatisering van de energiebedrijven vaak plotselinge welvaart betekende, verkocht Rotterdam zijn energiebedrijf niet. Eneco bleef in overheidshanden. Om te kijken hoe het geld werd besteed, namen we daarom het bedrijf zelf onder de loep. Eneco bestaat grofweg uit twee onderdelen: het netwerkbedrijf Stedin en Eneco PLB. In dit artikel worden met Eneco PLB alle activiteiten van Eneco zonder Stedin bedoeld.

Het eerste concept van dit artikel is aan Eneco voorgelegd. De reacties van het bedrijf zijn verwerkt in de definitieve versie. De rekenmethodes die zijn gebruikt om de schulden, de eigen vermogens en de winsten te berekenen zijn voorgelegd aan Sanjay Bissessur, assistant professor accounting aan de Universiteit van Amsterdam. De beschouwingen in het artikel zijn van de auteurs.

Zolang de energie maar groen is, maakt het niet uit of de windparken in Nederland of in het buitenland staan

Belangrijkste berekeningen: tussen 2008 en 2015 steeg het eigen vermogen van de Eneco-holding met ongeveer één miljard; 32 het eigen vermogen van Stedin bleef gelijk, 33 dat van Eneco PLB steeg met één miljard. 34 De stijging van het eigen vermogen komt grotendeels door de toename van de zogenoemde ingehouden resultaten. 35 Deze worden voornamelijk opgebouwd door de winsten. Omdat het eigen vermogen van Eneco PLB is opgewaardeerd met één miljard lijkt het er dus op dat ingehouden resultaten op de deelbalans van Eneco PLB zijn gezet. Wat onterecht is omdat de winsten zijn gemaakt door Stedin, bedoeld voor investeringen in het netwerk.


Noten

1 Lenneke Arts, ‘Productie windpark Luchterduinen voor op schema’, Het Financieele Dagblad (21 september 2015), http://fd.nl/ondernemen/1119675/productie-windpark-luchterduinen-voor-op-schema

2 Het dossier ‘De Energiemiljarden’ is terug te lezen op http://www.platform-investico.nl/artikelen/energiemiljarden/

3 Het dossier ‘De Energiemiljarden’ is terug te lezen op http://www.platform-investico.nl/artikelen/energiemiljarden/

4 Reactie van Eneco aan Investico

5 http://energeia.nl/nieuws/327770-1602/dong-schrijft-eur-91-mln-af-op-enecogen-weinig-zicht-op-verbetering

6 Reactie van Eneco, per mail.

7 http://projecten.eneco.nl/prinses-amaliawindpark/nieuws/nieuws/fundering-prinses-amaliawindpark/

8 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2014:8032

9 http://nieuws.eneco.nl/reactie-eneco-op-artikel-fd-vanochtend-over-dispuut-met-air-liquide

10 Eneco Jaarverslag 2015, p49

11 Optelsom van vermogens van de windparken van Eneco

12 “In 2013 blijven de financiële baten en lasten op het niveau van 2012. De financiële baten en lasten komen per saldo uit op een last van € 36 miljoen (2012: € 38 miljoen).”, jaarverslag 2013 p53

13 Jaarverslagen Eneco

14 Blijkt uit jaarverslagen Eneco en is bevestigd in reactie van Eneco.

15 Volgens de deelbalans in jaarverslag 2015 van de holding (p 138) was het eigen vermogen plus langlopende schulden van Eneco 3.562 (Eneco plus `overige activiteiten). Het eigen vermogen van Eneco was in 2015 1819 miljoen, de lang lopende schulden waren in 2015 dus 1743 miljoen.

16 geconsolideerde jaarrekening op p. 92 van Jaarverslag Eneco 2015.

Bestuurders zien dividenden en verkoopopbrengsten uit de energiebedrijven als ‘hun’ geld. Gratis geld

17 geconsolideerde jaarrekening op p. 92 van Jaarverslag Eneco 2015.

18 Jaarverslagen Eneco

19 Dividenden volgens jaarverslagen Eneco

20 Ging naar winstreserves zie jaarverslagen Eneco

21 Voor berekening: zie kader

22 Voor Delta is dat 1 juli 2017.

23 http://www.bnr.nl/nieuws/duurzaamheid/10017294/eneco-steekt-100-miljoen-in-energie-startups

24 Interview met Investico

25 Bram Logger, Parcival Weijnen, De Groene Amsterdammer, ‘Verjubelen of investeren?’ (24 feb 2016).

26 Ibidem

27 http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1767855/2003/10/01/Gemeenten-willen-af-van-aandelen-Eneco.dhtml

28 http://www.ad.nl/binnenland/de-cowboys-van-alliander-laten-zich-niet-temmen~a6ad8f15/

29 Jaarverslag Eneco 2015, p. 110

30 http://www.ad.nl/binnenland/de-cowboys-van-alliander-laten-zich-niet-temmen~a6ad8f15/

31 http://www.ad.nl/binnenland/de-cowboys-van-alliander-laten-zich-niet-temmen~a6ad8f15/

32 In 2015 is het eigen vermogen 4845 (ex obligatielening) zie jaarverslag holding 2015 p 93

In 2008 was het eigen vermogen 3800 (zie jaarverslag holding 2008 p 75)

33 Aandeelhouders eigen vermogen Stedin was in 2015 3026. zie: jaarverslag 2015 Stedin p 47

Aandeelhouders eigen vermogen Stedin was in 2008 3007 zie : jaarverslag 2008 Stedin p 111

34 In 2015 was het totaal eigen vermogen (van holding) 4845, dat van Stedin was 3026. Het eigen vermogen van de overige activiteiten van Eneco was dus 1819 miljoen.

35 Die ingehouden resultaten stegen van 1.954 in 2008 (p104) naar 2.928 in 2015 (p.123).


Beeld: (1) In 2013 dreigden de opgekochte windmolens van windmolenpark Prinses Amalia de Noordzee in te waaien. Ze waren niet goed vastgelijmd (Flip Franssen / HH) ; (2) ‘De overheid dekt elke megawatt aan duurzame energie die in Nederland wordt opgewekt, ook bij Nuon en Essent. Op die manier wordt vergroenen niet betaald via de energierekening maar via de belasting’ (Flip Franssen / HH)