Etty had er laatst nog een discussie over met een ander jurylid. Hij zei dat het slechts een kwestie van smaak is of een passage tot opwinding leidt of niet. De een houdt van keukentafelseks, de ander van SM. ‘Daar ben ik het niet mee eens. Een goede literaire seksscène moet de opwinding van het personage voelbaar maken bij de lezer. De vorm van de seks hoeft niet tot identificatie te leiden, het moet wel begrijpelijk zijn. Fysiek en psychisch. Hoe walgelijk de vorm ook is.’

Het belangrijkste ingrediënt voor voelbare opwinding is taal en schrijfstijl. ‘Alles wat slecht geschreven is, windt me sowieso al niet op.’ De winnaarsscène van Lanoye wekt niet per se lust op − het personage heeft, als een soort gigolo, seks tegen zijn zin in met een lelijke, oude Chinees die hij liever dood wenst, en vervolgens ook bij toeval doodneukt − maar de virtuoze schrijfstijl maakt de gehele passage erotiserend. ‘In deze scène is het probleem dat het personage juist niet opgewonden raakt. Hij kan niet klaarkomen. Dat is ook een aspect van seks. Dit aspect brengt Lanoye heel knap over.’

Schrijfstijl maakt ook het verschil tussen pornografie en literatuur. ‘Alles wat in literatuur een vereiste is − beeldspraak, sfeer, identificatie met het personage − is een ballast in de porno.’ Porno is gericht op directe ontlading. Het zijn instant-teksten. In literatuur telt ‘de ondraaglijke spanning van het uitgestelde genot’.

In 2011 verscheen de bloemlezing Nederlandse erotische literatuur in 80 en enige verhalen van Etty. In de inleiding citeert ze onder meer een gesprek met Cees Nooteboom. Hij heeft weinig waardering voor de seksscènes uit de Nederlandse literatuur. De lust vergaat hem meteen bij het woord ‘piemel’, of bij ‘hij streek over haar geslachtsdeel’. Nooteboom kan zich daarbij niets anders voorstellen dan de werkelijkheid. Etty: ‘Seksscènes moeten tot de verbeelding spreken. Vaak werken beschrijvingen van seks beter als ze impliciet zijn, dan expliciet.’ Vroeger was dat gemakkelijker dan nu. Etty herinnert zich de tijd dat het woord ‘neuken’ gewoon niet gebruikt mocht worden. In de jaren zestig was het heel opwindend dat dit ineens wel mocht. ‘Maar daarmee verdwenen de suggesties en de metaforen. Nu zijn meeste taboes verdwenen. Alle woorden mogen gebruikt worden, elke vorm mag beschreven worden. Behalve dan misschien seks met kinderen. Of incest.’ Toch zal de spanning van een seksscène altijd verbonden zijn met dat wat verboden is. Gezellig samen in bed in de schemering van de dinsdagavond is niet interessant voor de literatuur. Maar wat is er tegenwoordig nou nog verboden? Elk kind kan op internet een compleet liefdesspel aanschouwen. Dus zoekt de literatuur of de uitersten op, of vermijdt zij liever de daad. ‘Schrijvers lijden niet aan een nieuw soort preutsheid. Ik denk dat er alleen minder innerlijke noodzaak is.’

‘Mannen zijn meer bedreven in het schrijven van spannende seksscènes. Zij kennen het heilige moeten: een behoefte die onmiddellijk bevredigd moet worden.’

1) Lolita van Vladimir Nabokov. ‘Het is een vrij lange seksscène. Via de suggestie wordt de spanning en de opwinding van het personage voelbaar gemaakt. Er wordt geen enkele expliciete term gebruikt.’

2) Portnoy’s Complaint van Philip Roth. ‘Het hoofdpersonage is een puber van veertien die opgroeit in een tuttig gezin en de hele dag aan seks denkt. Hij trekt zich vier keer per dag af. In het hoofdstuk Whacking Off pakt hij een stuk lever uit de koelkast waarmee hij zichzelf tot een hoogtepunt brengt. ’s Avonds staat de lever op tafel. Heel treurig, maar opwindend. De wanhoop van het personage is overduidelijk, hij wil klaarkomen en wel nu. Maar hij weet dat hij gestraft wordt. Die angst en de spanning, dat hoort bij seks.

Toch is deze roman niet suggestief. De taal verricht eerder al het werk. Naast deze roman verbleekt bijvoorbeeld de roman Ik, Jan Cremer. De scènes van Portnoy’s Complaint blijven op mijn netvlies staan.’

3) Ulysses van James Joyce. ‘Het gaat om de masturbatiescène op het strand . Een echte mannenpassage: het heilige moeten. Het soort opwinding dat onmiddellijk bevredigd moet worden. Ik denk dat vrouwen dat gewoon minder hebben, daarom vind ik mannen meer bedreven in het schrijven van seksscènes. Alsof hun beleving spannender is. Joyce maakt de lustgevoelens knap voelbaar. Het gaat uiteindelijk in seks natuurlijk ook over de fantasieën die je erbij hebt.’

4) Kort-lang verhaal Kunstfruit van Jan Wolkers. ‘Zonder omwegen spat de lust, de geilheid en de zin er vanaf. Mijn literaire ontmaagding − wanneer voor het eerst een seksscène je raakt of doet verlangen naar een leven waarin die seksuele handelingen mogen – is bij Jan Wolkers geweest. De personages gaan in deze passage direct met elkaar naar bed, dat was toen ik vijftien was nog een taboe. Pas later ontstond anonieme seks. Dat het meisje in de scène beeft, zo voor de spiegel, als hij haar voor het eerst aanraakt. Ja. Voor mij is er nooit meer een vervanging gekomen voor Wolkers.’

5) De beroemde ezelscène uit Nader tot U van Gerard Reve. ‘Voor deze scène is zelfs een rechtszaak aangespannen. Totaal taboe was dit natuurlijk. Toch is de taal die hij gebruikt volledig suggestief: “in zijn Geheime Opening wordt bezeten”. Geweldig. Wat homoseks betreft is Reve onovertroffen. Zijn werk is ook heel teder.’