‘Men heeft ze. Men spaart ze.’ Volgens Herm Pol zijn de Boekenweekgeschenken een soort goudkistje voor de lezende Nederlander. ‘Veel mensen hebben er thuis een deel van de boekenkast voor ingericht. Vaak de onderste, vanwege het formaat van de boeken.’ Veel Boekenweekgeschenken bleven hem bij, veel andere ook niet. ‘Veel boeken die je leest zijn na twee weken weer uit je hoofd verdwenen. Dat is altijd een veeg teken. Als een boek twintig jaar later nog op je netvlies ligt, dan heeft het kleerscheuren gemaakt. Dan heeft het iets aangericht, dat is wat literatuur wat mij betreft moet doen.’
Wat maakt dan een goed Boekenweekgeschenk? ‘Het moet een pars pro toto zijn, op de een of andere manier representatief voor het totale werk van de auteur. Het moet nieuwsgierig maken naar lezen in het algemeen en liefst ook naar het werk van de schrijver.’ Pol ziet in goede Boekenweekgeschenken dan ook veel van de thema’s van de schrijvers verzameld. ‘In Wolkers’ Zomerhitte zie je dat heel erg: religie, dood, geweld, seks, alles waar Wolkers in zijn boeken voor staat komt erin terug.’ Wanneer hij Hella Haasse’s Oeroeg noemt verwijst Pol naar het feit dat de Boekenweekgeschenken in de jaren veertig, vijftig en zestig anoniem gepubliceerd werden, in het kader van een prijsvraag naar wie de auteur was. In goede Boekenweekgeschenken, was (en is) het idee, kun je aan de hand van thema’s en schrijfstijl de auteur terugvinden.
Het Boekenweekgeschenk heeft al met al een eigen plek in de Nederlandse literatuur. ‘Als schrijver zou ik een Boekenweekgeschenk toch zien als een soort bekroning van mijn werk. Niet letterlijk als het beste, maar je wordt als schrijver van een geschenk wel in een galerij van onsterfelijken geplaatst.’ Ook kan het leiden tot meer bekendheid, zoals in het geval van F. Springer, wiens Boekenweekgeschenk hem qua verkoop beter op de kaart zette.
Toch benadrukt hij de persoonlijke aard van zijn lijst: ‘Deze vijf kwamen het eerst in mij naar boven bij de vraag naar de vijf beste. Ze zijn me het meest bijgebleven. Maar ik heb niet alle geschenken gelezen, en herinner ze me ook niet allemaal meer.’ Boeken raken je ook op verschillende manieren. ‘Vraag mij de vijf beste Nederlandse voetballers en ik kan ze zo noemen. Maar vraag me naar de vijf beste schilderijen, dan wordt dat een stuk moeilijker, omdat die je op verschillende manieren kunnen raken. Dat is ook zo met boeken. Sport is wat dat betreft eendimensionaler, meetbaarder. Ik ruil mijn mening niet in voor een andere, maar ik kan me voorstellen dat iemand anders met een andere lijst komt. Dat is ook het mooie ervan.’

- Hella Haasse – Oeroeg (1948) Oeroeg was het debuut van Haasse, maar is een van de bekendste Boekenweekgeschenken geworden. Het is tientallen jaren op boekenlijsten blijven voorkomen, en is in 1993 verfilmd. ‘In dit verhaal, over een Hollandse en een Indonesische jongen, zie je heel sterk de thema’s van Haasse terugkomen: coming of age, vriendschap.’

- Jacques Presser – De nacht der Girondijnen (1957) ‘De Girondijnen steken nu weer een beetje de kop op omdat Dantons Tod van Büchner weer wordt opgevoerd, een toneelstuk over de Franse Revolutie waarin de Girondijnen een rol spelen.’ Volgens Pol is ook dit boek een goed voorbeeld van een pars pro toto: ‘Centraal staan de thema’s van de ondergang, vervolging, en de overdenking en de nasleep daarvan, thema’s die in het andere werk van Presser ook spelen. De geschiedenis van de jodenvervolging zit er bijna als beeldspraak in, omgebouwd naar een aantal Girondijnen die bij elkaar zitten en hun lot overdenken.’

- Jan Wolkers – Zomerhitte (2005) Zomerhitte is volgens Pol niet enkel bijzonder omdat het de belangrijke thema’s uit het werk van Wolkers laat terugkomen, maar ook omdat het Wolkers’ laatste stuk proza was.

- Jan de Hartog – Herinneringen van een bramzijgertje (1967) ‘Herinneringen van een bramzijgertje is me alleen al om de naam bijgebleven. Het is zo’n mooi woord, “bramzijgertje”.’ De hoofdpersoon Jan, mogelijk gebaseerd op De Hartog zelf, wil als bramzijgertje (scheepsjongen) mee met de vissersvloot de Zuiderzee op. ‘Het is een prachtig jongensverhaal, een beetje als de Scheepsjongens van Bontekoe.’

- Tommy Wieringa – Een mooie jonge vrouw (2014) Als laatste kiest Pol voor het geschenk van dit jaar. ‘Het is altijd prettig voor de boekhandelaar om het laatst verschenen boek te noemen. Maar ik ben het nu aan het lezen, en het is prachtig. Bij Wieringa weet je nog niet hoe het uiteindelijk in zijn thema’s gaat passen, omdat hij natuurlijk nog volop aan het schrijven is. Het zou mooi zijn als dit uiteindelijk een pars pro toto wordt. Het heeft een mooi thema: het nodig zijn van het kunnen invoelen van de pijn van anderen om iets te kunnen zeggen over de rest van de wereld.’ (Lees hier de boekbespreking van Marja Pruis).