Zaak failliet, geliefde weg of baan kwijt: dé momenten om te leren wie je echte vrienden zijn. Die lievelingen die bereid zijn midden in de nacht gebeld te worden, geld uit te lenen en geduldig te luisteren naar ellenlange klaagzangen. Maar staan dezelfde vrienden ook juichend langs de zijlijn wanneer alles voor de wind gaat? Volgens de Amerikaanse sociaal psychologe Shelly Gable is de manier waarop vrienden reageren op positieve gebeurtenissen een onderschatte factor. Vreemd is dat niet, geeft ze toe, want deze steun is minder concreet en, belangrijker misschien, lijkt ook minder noodzakelijk. Haar onderzoek What Do You Do When Things Go Right laat zien dat hulp in goede tijden juist van belang is voor de vriendschap. Constructief en actief reageren op succes zorgt voor een verbeterd gevoel van welbevinden, bovenop de positieve gevoelens over het succes. Gable, werkzaam aan de Universiteit van Californië: ‘De context van het delen van goed nieuws creëert de gelegenheid om gevoelens van begrip en zorg te tonen. Dat is de basis van intimiteit. En dus een goede vriendschap.’ Ook in romantische relaties doet dat ertoe. Uit de studie van Gable bleek dat de wijze waarop partners reageren op het succes van de ander een betere voorspeller is voor het slagen van de relatie dan de manier waarop ze reageren bij negatieve gebeurtenissen die de ander overkomen.

Wart en Herman

Tegelijk blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse sociaal psycholoog Abraham Tesser naar hulpgedrag dat dit soort steun niet onproblematisch is. Mensen zijn eerder geneigd, zo liet Tesser zien, hun vrienden te helpen wanneer een taak als een spelletje wordt gepresenteerd dan wanneer respondenten wordt verteld dat het in het onderzoek draait om enkele belangrijke eigenschappen van de vriend, zoals intelligentie en leiderschap. Als het er niet toe doet, helpen mensen hun vrienden eerder dan wanneer het er wél toe doet.

‘Een verklaring zou kunnen zijn dat mensen op deze manier de pijn van de zogenoemde opwaartse vergelijking verzachten. Zo voorkomen ze, met andere woorden, dat ze worden geconfronteerd met het feit dat hun vriend beter is dan zij’, aldus Hinke Groothof, docent psychologie aan de Open Universiteit Nederland. Groothof deed onderzoek naar sociale vergelijking: het spiegelen aan andere mensen. Ze keek naar de reacties van mensen op positieve en negatieve verhalen over andere mensen. Een van haar stellingen: ‘Identificeer jezelf met toppers, vergelijk jezelf met tobbers.’ Want mensen bleken zich beter te voelen wanneer ze een positief verhaal over een ander lazen. Maar tegelijk werd hun zelfbeoordeling er lager door. Het lezen van een negatief verhaal over een ander had daarentegen precies het omgekeerde effect: mensen voelden zich slechter, maar hun zelfbeoordeling verbeterde.

Groothof: ‘De emotionele reactie, de stemming, is dus tegengesteld aan de rationele reactie, de zelfbeoordeling. Mijn advies is daarom om je te identificeren met mensen waar het goed mee gaat. Je stemming verbetert omdat je jezelf herkent in een succesvol persoon. Met iemand waar het minder goed mee gaat, kun je jezelf beter vergelijken: een rationeler en kritischer proces dat meer gericht is op het vinden van verschillen en je zelfbeoordeling daarom ten goede komt.’

Abraham Tesser is ook verantwoordelijk voor de introductie van het begrip ‘basking in reflected glory’. Kort gezegd: het is prettig als een vriend, of een partner, succes heeft in een deelgebied waar je zelf niets te zoeken hebt. Een briljant musicus is leuker als vriend wanneer je zelf geen noot spelen kunt. Bovendien werkt een dergelijke vriendschap positief op je gevoel van eigenwaarde. Het succes van de vriend straalt ook op jou af.

Andere kenmerken van een vriendschap die wetenschappers menen te hebben bewezen, zijn nabijheid en gelijkheid. Mensen raken bevriend met degenen die in hun buurt verkeren, en die op hen lijken. Vaak resulteert een gedeelde omgeving in gedeelde eigenschappen. In Bilthoven-Noord is hockey nu eenmaal de favoriete sport. Mensen raken tegelijk eerder bevriend met iemand die niet alleen dezelfde partij stemt, maar ook eenzelfde psychologische ‘make-up’ heeft.

Toch is het niet zo gemakkelijk. Wim Meeus, hoogleraar adolescentie aan de Universiteit Utrecht: ‘In de sociale psychologie is men er nog steeds niet over uit of mensen elkaar aantrekken omdat ze op elkaar lijken of juist omdat ze complementair zijn. Die vraag gaat ook op voor romantische relaties. Het is prettig als iemand op je lijkt en je begrijpt, maar iemand die anders is kan ook verrassen met nieuwe inzichten. Ik denk dat er in ieder geval sprake moet zijn van een soort basale gelijkheid. Pas daarna is het prettig als er enige verschillen zijn.’

Sociaal psychologen onderscheiden verschillende functies van vriendschap. Naast de behoefte aan een maatje, intimiteit en steun – zowel emotioneel als fysiek – is er de wens dat de vriend als spiegel dient. Meeus: ‘Vrienden leren je wat er mogelijk is in het leven. En wanneer een vriend het in allerlei opzichten beter doet dan jij, dan is dat over het algemeen een probleem, want je wilt je niet de sukkel voelen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar dan speelt de geschiedenis die twee mensen delen vaak een rol.’

Maar mensen verschillen in de manier waarop ze zich verhouden tot anderen. De neurotici zijn meer gericht op andere mensen en dus meer geneigd om zichzelf voortdurend te vergelijken met anderen. Zij zullen zich minder goed voelen bij mensen met succes: in plaats van zich met hen te identificeren, op zoek naar herkenning, zien ze vooral de verschillen. Juist voor hen zal de vergelijking met de succesvolle ander het moeilijk maken enthousiasme te tonen over de voorspoed van vrienden. Want in plaats van dat ze zich optrekken aan andermans succes keldert de eigenwaarde.

Bas en Peter

De sleutel voor goede vriendschappen, bevestigt ook Gable, lijkt dat je vrienden uitkiest die het je niet moeilijk maken blij voor ze te zijn wanneer ze succes hebben: vrienden die niet uitblinken op jouw terrein. Uit het onderzoek van Tesser blijkt dat we dat ook daadwerkelijk lijken te doen. Hij liet mensen een lijst maken met activiteiten die belangrijk voor ze waren. Vervolgens vroeg hij hun deze activiteiten te ordenen naar de mate waarin ze verbonden waren met hun zelfbeeld. Wielrennen, pianospelen, beeldhouwen, enzovoort. Vervolgens gaven ze aan hoe goed ze zélf waren en hoe goed hun beste vriend daarin was. Mensen bleken zichzelf beter te vinden dan hun beste vriend in de activiteiten die erg belangrijk zijn voor hun zelfbeeld. Hun vriend was volgens hen beter, of minstens even goed, op gebieden die minder belangrijk voor ze waren.

Kortom, we kiezen vrienden die ons zelfbeeld en ons gevoel van eigenwaarde niet bedreigen.

Bovenstaande foto’s zijn afkomstig uit het boek Mijn beste vriend, gemaakt door Bob Bronshoff, René Sommer en Nico van Lieshout. Uitgeverij Mets&Schilt, € 29,90.

De vriend als egosteun

Je leert je echte vrienden kennen in tijden van nood, is de gedachte. Is dat wel zo? Nee. Belangrijker is wie er blijven als het goed gaat.

‘ VRIENDSCHAPSONDERZOEK Door MARTE KAAN foto’s bob bronshoff

Zaak failliet, geliefde weg of baan kwijt: dé momenten om te leren wie je echte vrienden zijn. Die lievelingen die bereid zijn midden in de nacht gebeld te worden, geld uit te lenen en geduldig te luisteren naar ellenlange klaagzangen. Maar staan dezelfde vrienden ook juichend langs de zijlijn wanneer alles voor de wind gaat? Volgens de Amerikaanse sociaal psychologe Shelly Gable is de manier waarop vrienden reageren op positieve gebeurtenissen een onderschatte factor. Vreemd is dat niet, geeft ze toe, want deze steun is minder concreet en, belangrijker misschien, lijkt ook minder noodzakelijk. Haar onderzoek What Do You Do When Things Go Right laat zien dat hulp in goede tijden juist van belang is voor de vriendschap. Constructief en actief reageren op succes zorgt voor een verbeterd gevoel van welbevinden, bovenop de positieve gevoelens over het succes. Gable, werkzaam aan de Universiteit van Californië: ‘De context van het delen van goed nieuws creëert de gelegenheid om gevoelens van begrip en zorg te tonen. Dat is de basis van intimiteit. En dus een goede vriendschap.’ Ook in romantische relaties doet dat ertoe. Uit de studie van Gable bleek dat de wijze waarop partners reageren op het succes van de ander een betere voorspeller is voor het slagen van de relatie dan de manier waarop ze reageren bij negatieve gebeurtenissen die de ander overkomen.

Tegelijk blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse sociaal psycholoog Abraham Tesser naar hulpgedrag dat dit soort steun niet onproblematisch is. Mensen zijn eerder geneigd, zo liet Tesser zien, hun vrienden te helpen wanneer een taak als een spelletje wordt gepresenteerd dan wanneer respondenten wordt verteld dat het in het onderzoek draait om enkele belangrijke eigenschappen van de vriend, zoals intelligentie en leiderschap. Als het er niet toe doet, helpen mensen hun vrienden eerder dan wanneer het er wél toe doet.

‘Een verklaring zou kunnen zijn dat mensen op deze manier de pijn van de zogenoemde opwaartse vergelijking verzachten. Zo voorkomen ze, met andere woorden, dat ze worden geconfronteerd met het feit dat hun vriend beter is dan zij’, aldus Hinke Groothof, docent psychologie aan de Open Universiteit Nederland. Groothof deed onderzoek naar sociale vergelijking: het spiegelen aan andere mensen. Ze keek naar de reacties van mensen op positieve en negatieve verhalen over andere mensen. Een van haar stellingen: ‘Identificeer jezelf met toppers, vergelijk jezelf met tobbers.’ Want mensen bleken zich beter te voelen wanneer ze een positief verhaal over een ander lazen. Maar tegelijk werd hun zelfbeoordeling er lager door. Het lezen van een negatief verhaal over een ander had daarentegen precies het omgekeerde effect: mensen voelden zich slechter, maar hun zelfbeoordeling verbeterde.

Groothof: ‘De emotionele reactie, de stemming, is dus tegengesteld aan de rationele reactie, de zelfbeoordeling. Mijn advies is daarom om je te identificeren met mensen waar het goed mee gaat. Je stemming verbetert omdat je jezelf herkent in een succesvol persoon. Met iemand waar het minder goed mee gaat, kun je jezelf beter vergelijken: een rationeler en kritischer proces dat meer gericht is op het vinden van verschillen en je zelfbeoordeling daarom ten goede komt.’

Abraham Tesser is ook verantwoordelijk voor de introductie van het begrip ‘basking in reflected glory’. Kort gezegd: het is prettig als een vriend, of een partner, succes heeft in een deelgebied waar je zelf niets te zoeken hebt. Een briljant musicus is leuker als vriend wanneer je zelf geen noot spelen kunt. Bovendien werkt een dergelijke vriendschap positief op je gevoel van eigenwaarde. Het succes van de vriend straalt ook op jou af.

Andere kenmerken van een vriendschap die wetenschappers menen te hebben bewezen, zijn nabijheid en gelijkheid. Mensen raken bevriend met degenen die in hun buurt verkeren, en die op hen lijken. Vaak resulteert een gedeelde omgeving in gedeelde eigenschappen. In Bilthoven-Noord is hockey nu eenmaal de favoriete sport. Mensen raken tegelijk eerder bevriend met iemand die niet alleen dezelfde partij stemt, maar ook eenzelfde psychologische ‘make-up’ heeft.

Toch is het niet zo gemakkelijk. Wim Meeus, hoogleraar adolescentie aan de Universiteit Utrecht: ‘In de sociale psychologie is men er nog steeds niet over uit of mensen elkaar aantrekken omdat ze op elkaar lijken of juist omdat ze complementair zijn. Die vraag gaat ook op voor romantische relaties. Het is prettig als iemand op je lijkt en je begrijpt, maar iemand die anders is kan ook verrassen met nieuwe inzichten. Ik denk dat er in ieder geval sprake moet zijn van een soort basale gelijkheid. Pas daarna is het prettig als er enige verschillen zijn.’

Sociaal psychologen onderscheiden verschillende functies van vriendschap. Naast de behoefte aan een maatje, intimiteit en steun – zowel emotioneel als fysiek – is er de wens dat de vriend als spiegel dient. Meeus: ‘Vrienden leren je wat er mogelijk is in het leven. En wanneer een vriend het in allerlei opzichten beter doet dan jij, dan is dat over het algemeen een probleem, want je wilt je niet de sukkel voelen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar dan speelt de geschiedenis die twee mensen delen vaak een rol.’

Maar mensen verschillen in de manier waarop ze zich verhouden tot anderen. De neurotici zijn meer gericht op andere mensen en dus meer geneigd om zichzelf voortdurend te vergelijken met anderen. Zij zullen zich minder goed voelen bij mensen met succes: in plaats van zich met hen te identificeren, op zoek naar herkenning, zien ze vooral de verschillen. Juist voor hen zal de vergelijking met de succesvolle ander het moeilijk maken enthousiasme te tonen over de voorspoed van vrienden. Want in plaats van dat ze zich optrekken aan andermans succes keldert de eigenwaarde.

De sleutel voor goede vriendschappen, bevestigt ook Gable, lijkt dat je vrienden uitkiest die het je niet moeilijk maken blij voor ze te zijn wanneer ze succes hebben: vrienden die niet uitblinken op jouw terrein. Uit het onderzoek van Tesser blijkt dat we dat ook daadwerkelijk lijken te doen. Hij liet mensen een lijst maken met activiteiten die belangrijk voor ze waren. Vervolgens vroeg hij hun deze activiteiten te ordenen naar de mate waarin ze verbonden waren met hun zelfbeeld. Wielrennen, pianospelen, beeldhouwen, enzovoort. Vervolgens gaven ze aan hoe goed ze zélf waren en hoe goed hun beste vriend daarin was. Mensen bleken zichzelf beter te vinden dan hun beste vriend in de activiteiten die erg belangrijk zijn voor hun zelfbeeld. Hun vriend was volgens hen beter, of minstens even goed, op gebieden die minder belangrijk voor ze waren.

Kortom, we kiezen vrienden die ons zelfbeeld en ons gevoel van eigenwaarde niet bedreigen.

Bovenstaande foto’s zijn afkomstig uit het boek Mijn beste vriend, gemaakt door Bob Bronshoff, René Sommer en Nico van Lieshout. Uitgeverij Mets&Schilt, € 29,90.

Wilt u regelmatig op de hoogte worden
gehouden van de activiteiten van De Groene Amsterdammer, dan kunt u zich op aanmelden voor de online nieuwsbrief. Als blijk van waardering schenken wij u een kortingsbon voor het boek Mijn beste vriend van fotograaf Bob Bronshoff