Medium naarden op maat

‘Ik vind het jammer dat we niet in de serre zitten’, zegt een mevrouw in de lunchroom van hotel Jan Tabak. Haar tafelgenoot, een dame met een Beatrix-kapsel: ‘Ik proef bij jou inderdaad een beetje rusteloosheid.’ Ze hebben net een omeletje en gerookte zalm met crème fraîche besteld. Het is lunchtijd. Aan de andere tafels zitten groepjes oudere mensen in jasjes, dasjes en mantelpakjes op gedempte toon met elkaar te converseren. Hun gesprekken worden overstemd door het incidentele geluid van een kopje dat behoedzaam op een schoteltje wordt teruggezet.

De twee dames bespreken iemand in de naaste kring van het Beatrix-kapsel. ‘Dat kind is geestelijk niet goed’, zegt de een. ‘Nee’, beaamt de ander. Daarna zijn ze even niet te verstaan. Over wie zouden ze het hebben? Een kennis? Een familielid?

‘Heeft ze begrip van financiële toestanden?’
‘Nee. Als we haar nu achtduizend euro schenken, dan is ze er zo doorheen.’
‘Ja. Ja. Heel goed dat je dat niet doet.’ Even later hebben ze het over kunst.

Maurice Mensink gaat bijna iedere dag even naar de lunchroom in Jan Tabak om zijn krantje te lezen. Hij woont om de hoek in een flatje tegenover de hockeyvelden. Op zijn tafel liggen een meegebrachte Telegraaf en Camel-sigaretten. Maurice heeft in de loop van zijn leven op veel plekken gewoond. Dat zou kunnen betekenen dat hij de mensen in Naarden goed kan vergelijken met de mensen elders, maar in het geval van Maurice is dat niet zo. ‘Ik heb eigenlijk altijd te hard gewerkt om op dat soort dingen te letten.’

‘Hier ben ik een tuinengineer’

In Café Family in het centrum zitten mensen die Naardenaars beter kunnen duiden. ‘In Naarden-Vesting wonen vooral mensen die gescheiden zijn’, zegt medewerker Abe Ehlhardt (19) droog. ‘Iedereen uit Bussum die gescheiden is, komt hier naartoe.’ Zijn ouders zitten er zelf ook midden in. Hij zit er niet zo mee, zegt hij. Volgens Abe zijn scheidingen gebruikelijk in het Gooi. ‘Oudere mensen hier blijven uitgaan, de mannen ontmoeten vaak andere vrouwen.’

Er wordt veel geroddeld in het dorp. Wie het met wie doet, wie een bitch is… ‘Grote sociale controle’, beaamt een man met woeste krullen. Hendrik van den Brink (67) werkt als tuinman bij veel mensen in Naarden. ‘Ik noem mezelf tuinengineer, dan spreek ik de rijke tak aan’, zegt hij. Zelf heeft hij Naarden zien veranderen van een arbeidersdorp in een kakkersgemeente. Alles veranderde met de komst van Jan des Bouvrie, ruim twintig jaar geleden. Daarna kwamen de galerieën, de antiekzaken, de dure bistrootjes.

‘De mensen hier leiden een surrogaatleven. Als iedereen het surrogaatgedoe maar volhoudt, kunnen ze blijven denken dat ze het goed hebben.’

De donkerrode huizen in Naarden-Dorp zijn groot en imposant. Veel mensen hebben een trampoline in de voortuin gezet. Verder staat er vaak een bakfiets op de met kiezelsteentjes bedekte oprit, soms een felgekleurd kinderfietsje. In veel tuinen staat ook een vlaggenmast met wapperende wimpel. Verder zijn de brede lanen op een doordeweekse middag uitgestorven. Het enige geluid komt van de vogels.

De VVD haalde bij de Provinciale-Statenverkiezingen in 2015 bij het Naardense stembureau Godelindeschool vijftig procent van de stemmen