Gelukkig sprak Bush vorige week maandagnacht pas om kwart over twee Nederlandse tijd toen hij Saddam nog 48 uur gaf. Gelukkig omdat daarmee AS Roma-Ajax was gered. Maar nu zijn we er klaar voor en het is spannender dan we hadden gedacht. De rijke, maximaal uitgeruste Amerikanen walsen niet over de Irakezen heen zoals ons van tevoren door deskundigen was voorspeld. De Amerikanen zouden tien keer betere wapens bezitten dan in 1991, de Irakezen zouden slechts kunnen beschikken over verouderd wapentuig. Dus zou Irak geen partij zijn voor de Amerikanen — een typische sportuitdrukking die geheel past bij deze Golfoorlog.

Deze oorlog is in de berichtgeving vernauwd tot een wedstrijd, binnen en buiten het slagveld. Wie de berichtgeving volgt, kan niet anders concluderen dan dat oorlogsverslaggeving de sportverslaggeving aan het verslaan is. We zien beelden van oprukkende grondtroepen die tijdens het schieten worden geïnterviewd door de verslaggever die tussen de troepen meekruipt en vraagt waar zij op richten. De interviewer is de verslaggever die bij een aanval van het Nederlands elftal meeloopt naast Patrick Kluivert, hij is de reporter die in de kopgroep meefietst naast Michael Boogerd en hem tijdens de beklimming een microfoon onder de neus douwt.

Het is de waanzin voorbij, het is het computerspel dat is ingehaald door de realiteit. Waar blijft het publiek — hoorde ik een tegenstander van de oorlog vragen — de Irakezen die juichend langs de kant van de weg de Amerikanen als bevrijders zouden begroeten zoals Amsterdam in 1945 de Canadezen en Amerikanen bij binnenkomst verwelkomde? Het beeld van juichende Irakezen doet me denken aan de naïeve voetbalvader die getooid met een Ajax-vlaggetje hand in hand met zijn kinderen in Ajax-shirt gezellig naar De Kuip loopt voor alweer een zondag zonder zon terwijl de dag zo goed begon. Vrolijk zingen vader en kinderen in het zicht van de Kuip «Ajax, Ajax!» om vervolgens onder luid hoongelach eerst te worden ontdaan van hun kleding, waarna de verraders uit Amsterdam vakkundig krijgsgevangen worden gemaakt.

Maar dat is toch een schande? zegt de vredesactivist. Ja, dat is het. En is Bush nou degene die er iets aan doet? Als dat zo is, dan moet hij zich na afloop van de wedstrijd ook laten interviewen over het verloop, zoals zijn spelers op het slagveld worden gevolgd. Desnoods met Amerikaanse vlaggen als reclameborden op de achtergrond.