Spinvis, een samenstelling van twee dieren die in gescheiden werelden leven, verenigt tekst en geluid in muziek die niet onmiddellijk is in te delen in een genre. Het heeft een basis in popmuziek, maar ook in funk, jazz, en blues. Spinvis loopt door de wereld als een leergierige vreemdeling die uit alle verschillende manieren van spreken een eigen taal heeft ontwikkeld.
Na zijn eerste titelloze album uit 2002 werd Erik de Jong bekend als muzikaal genie dat op de zolderkamer zijn bijzondere platen produceerde. De singer-sampler-songwriter uit Nieu we gein schrijft ook op zijn pas verschenen album Dagen van gras, dagen van stro aanstekelijke liedjes, waarvan de tekst vaak de kwaliteit heeft van goede gedichten. Je zou ook kunnen zeggen: hij schrijft onvergetelijke regels die tot leven komen in de muziek.
Spinvis schrijft muziek met een noodzaak. Hij lijkt zijn muziek te gebruiken om een plek te vinden in een wereld waarin hij zich niet thuis voelt. Elk lied is een poging een band op te bouwen met zijn omgeving waarin hij vaak wordt teleurgesteld. Desillusie, bleekte en het verlangen eraan te ontstijgen vormen de basis van wat Spinvis voortbrengt. Hij laat details die niets met elkaar te maken hebben kort op elkaar volgen, en laat ze staan als vreemde objecten die hij aantreft zonder er verder over uit te weiden: «In de auto van de week zag ik een wolk die op Arafat leek ik zal je zeggen dat ik van je hou als je niet kijkt gaat de klok soms achteruit.» En: «Ze woonde in Madrid ze had een hele leuke baan ik had een film gezien die nacht ik dacht op twee er was iets met een oorlogsheld.»
Spinvis speelt met zijn onthechte kijk op de wereld, die soms op het autistische af is, de rol van een wereldvreemde voor wie zelden iets vanzelfsprekend is. Hij staat daarin niet alleen. Ook de dichter Erik Jan Harmens en de schrijvers Jonathan Safran Foer en Mark Haddon maken gebruik van verstoorde banden met de werkelijkheid om deze juist in alle rauwheid en absurditeit te tonen. Met grote ironie zetten ze de eigenaardige zienswijze van de contact gestoorde in om te benoemen wat ze zien, zonder er onmiddellijk iets van te vinden.
In zijn laatste bundel Underperformer dicht Harmens: «Waarom kan de hele wereld zijwieltjes aan een fietsje vastschroeven/ behalve ik/ en waarom sta bij een klapband alleen ik verloren op de vluchtstrook/ met het reservewiel omhoog alsof ik de passerende autos de/ wereldbeker toon.» Deze regels zouden in een liedje van Spinvis niet misstaan, die zich evenals Harmens vaak geen raad lijkt te weten met de manieren van de wereld en de mensen.
In Lotus Europa op Dagen van gras, dagen van stro doet Spinvis zorgvuldig verslag van de beleving van een man die zichzelf uit elkaar ziet vallen in een zwembad. De tekst van dit gesproken lied is te lezen als prozagedicht dat het grensgebied opzoekt van de waarneming en de werkelijkheid. Het zou een gruwelijk tafereel zijn als Spinvis niet bleef balanceren op de rand van het concrete, waarin de man zichzelf door het breken van het licht in het water vertekend ziet.
«Alles ok alleen mijn tenen zijn weg badmeester kijk nou mijn tenen zijn pleite ik lig aan de rand van het zwembad zweet en chloor en frituur mijn tenen zijn dood en dat niet alleen mijn voeten nu ook al mijn voeten mijn arme voeten hoger en hoger ziet echt dan niemand een man zonder voeten valt toch wel op in een zwembad zou je wel zeggen tenminste.»
De man denkt dat hij sterft en ziet in kinderen die op de duikplank spelen een vorst met zijn dienaren. Hij denkt aan de vrouw van wie hij zijn Lotus Europa kocht en stelt zich het land voor waar ze vandaan kwam: «Waar kinderen sluipen en honden bevriezen en alcohol vrolijk de mannen verandert lach tot je dood gaat drink tot je blind bent een Lotus Europa ik reed door de sneeuwwitte heuvels een heel dure broek van prachtig dun kalfsleer.»
De koning duwt ondertussen een van zijn dienaren onder water. De man die uit elkaar valt doet zijn best om aan andere dingen te denken dan de dood. Sterven doet hij niet. Het zou ook niet passen in het universum van Spinvis, waar uiteindelijk vrijwel nooit iets gebeurt.
«Niks is zo erg als muziek in een zwembad vooral als je oud bent vooral als je doodgaat gewoon uit elkaar valt tussen de mensen en thuis hangt een foto vanavond vanavond is alles hier rustig iedereen weg koning naar huis alleen nog mijn fiets die staat dan nog buiten dan zullen ze zeggen zie je die fiets die fiets is geheid van die man die vanmiddag hier doodging zijn kleren die liggen hier nog in het kluisje tweehonderdveertig net als zijn schoenen lelijke schoenen daar doe je geen mens een plezier mee moet je eens nagaan zo in zijn graf gewoon in zijn zwembroek moet je eens denken lig je daar onder de grond zo in je zwembroek zo in je kist zonder een liedje zonder pensioen en zonder je handdoek alleen nog zijn fiets die staat daar te wachten ook best wel zielig een fiets zonder baasje en straks na het weekend daar kun je op wachten ook zonder het zadel.»
Uiteindelijk weet je als luisteraar niet wat erger is: doodgaan of blijven leven als de man die uit elkaar blijft vallen.
Spinvis maakt af en toe conceptuele uitstapjes die verder reiken dan de introspectieve reflectie die de meeste liedjes kenmerkt, zoals in het éénregelige liedje Mike Clark op zijn eerste album. «Mike Clark is a beautiful human being Mike Clark is king of the hill beautiful king some day one beautiful day we will all be Mike Clark God bless him God bless the hill his beautiful hill.»
Mike Clark is een Amerikaanse jazz- en funkdrummer, die sinds hij in de jaren zeventig voor een nieuw geluid zorgde in de muziek van Herbie Hancock een enorme cult- aanhang kreeg. Hij schijnt een van de meest ge sampelde drummers ter wereld te zijn. Hiphopgrondlegger Grandmaster Flash, Prince, maar ook zangeressen als Janet Jackson en Christina Aguilera hebben zich zijn ritmes toegeëigend.
Wanneer je je realiseert dat deze drummer door zijn aanwezigheid in de meest uiteen lopende muziekgenres een goddelijke alom tegenwoordigheid heeft, wordt de plaats die Spinvis hem geeft op een heuvel des te interessanter. Omdat deze tekst als enige op het hele album in het Engels is, gaat het hier waarschijnlijk om een citaat van een fan in een lofzang op Mike Clark. In het citaat wordt God nog boven de drummer geplaatst: «God bless him», en ook de grond onder zijn voeten: «God bless the hill his beautiful hill». Maar van wie is de heuvel eigenlijk? Van Mike Clark of van God, of is hij eigenlijk van Spinvis, die de heuvel neerzet door erover te zingen? Want wat zich hier in een groter kader voltrekt is een eerbetoon van de sampelaar aan de meest gesampelde mens op aarde. Het hele liedje is een sample, als een gebed aan Mike Clark, die Spinvis op uiterst subtiele wijze tot god verklaart.
In het langzame liedje Aan de oevers van de tijd op zijn nieuwe album zingt Spinvis met lome stem en wat verdwaasd als iemand die na een stevig feest ontwaakt op een zonnige namiddag: «Aan de oevers van de tijd hing ik maar wat rond in het in het zachte dode licht van de vreemde grijze zon zocht ik naar die ene dag in juli in een zomer in een jaar kijk iemand zwaait en roept en blauw staat je zo goed er gaat een telefoon je boek ligt in de tuin tis zo te zien nog vroeg misschien een uur of twee en daar daar bij de auto staan josefien en mike haar bruine citroën je doet iets met je haar we gaan zo te zien nog weg misschien al zometeen.»
Elke zinsnede krijgt rust en tijd, maar de toon blijft vlak waardoor geen enkele mededeling de nadruk krijgt. Alles is even belangrijk, wat weerspiegeld wordt in het ontbreken van interpunctie in de teksten die in het cd-hoesje te vinden zijn. Een zin als «tijd was vreemd als ik» valt op, en is typerend voor hoe Spinvis blijft tonen dat niets vanzelfsprekend is.
De man die hier aan het woord is, begrijpt nog niet helemaal wat hij ziet, maar de contouren van het bekende tekenen zich al af. Of zou hij nog dromen? De manier waarop Josefien en Mike verschijnen naast de bruine Citroën en daar blijven staan, zou evengoed de beschrijving van een foto kunnen zijn als het ophalen van een herinnering.
Bij Spinvis kom je er niet achter in welke laag van de werkelijkheid je je bevindt. Hijzelf is steeds op zoek naar iets anders. De wereld is voor Spinvis niet genoeg, maar ondertussen schept hij met dat motief een eigen wereld waarin hij een galante gastheer is.