
Het stuk gaat om twee liefdesstellen. Claudio (Clau) en Hero zijn ongeveer vanaf het begin voor elkaar bestemd, maar raken elkaar door geënsceneerd bedrog weer kwijt. Benedict (Ben) en Beatrice (Bea) spelen dat ze elkaar onder geen beding willen hebben, maar ze kunnen ondertussen niet wachten om elkaar te krijgen. Om dit viertal heen zwermt een roedel curieuze types. En veel muzikanten. Het stuk eindigt met de categorische imperatief ‘Strike up, pipers!’ – speel op, muzikanten! Die muzikanten doen overigens ruim twee uur vrijwel niks anders.
Erik Bindervoet en regisseur Ingejan Ligthart Schenk hebben het stuk opnieuw vertaald, flink gesnoeid en bewerkt, voor een coproductie van het Noord Nederlands Toneel (Oerol) en het Amsterdamse Bostheater. Wie daar altijd gewend was om half tien aan te schuiven, moet nu echt vroeger komen. Aanvang: negen uur. Geen slimme zet overigens. Het eerste bedrijf ging op de première goeddeels verloren in vliegtuiggeronk, het nabijgelegen Schiphol stopt omstreeks half tien pas met ronken. What the hell! moeten de makers gedacht hebben: wíe naar wíe op jacht is, daar komt het publiek toch wel achter. Ze hadden in die eerste akte ook rustig nog wat meer ruis kunnen snoeien.
De toneelavond scharniert om een stel heerlijk uitgesponnen scènes, waar de rest van de vertelling als het ware omheen is gedrapeerd. Dragan Bakema’s Ben wordt door vrienden naar zijn in potentie reeds bestaande verliefdheid gelokt, hij jongleert vervolgens met acrobatische toeren rondom zijn eigen hete brij, en jubelt uiteindelijk vol eigendunk: ‘De wereld moet bevolkt worden!’ Bea (Maartje van de Wetering) wordt door vriendinnen zingend naar Cupido begeleid, háár reactie is pure opera: ze barst los in een enerverende ode aan de geilheid. Het zogenaamde voor-huwelijkse bedrog van Hero (Nadia Amin) is een mooie, stille scène. Daarna verlengt het kleine orkest die stilte en verklankt de weemoed rond de aanstaande rampspoed (met een prachtige fluitsolo). Vervolgens voltrekt de ramp zich in een fraaie choreografie van auto’s, campers en een hoop moedwillige misverstanden.
Tussen alles door heeft Shakespeare een doorlopend clownsnummer geschreven, waarin vertaler Bindervoet zich naar hartelust heeft kunnen uitleven. Twee dienders werken een nieuwe collega in, en leren hem al werkende weg om ‘alle ziellegalen tante pedo aanstaande te houden en uit blote hoofde van je eigen gezag aanzeggen: in waan der pet, staan blijven!’ In de kleinst denkbare ruimtes en in de raarst maakbare voertuigen roeien Steyn De Leeuwe (Kor) en Jochem Stavenuiter (Koel) door een taalkundig en politioneel yoghurtmoeras. Met (letterlijk) op hun hielen ene Annie, in een permanent hilarisch, multiseksueel droogneuknummer.
De avond, die op de première moeizaam op gang kwam, veroverde de overvolle tribune (1500 kijkers) ongeveer per strekkende meter. Much Ado about Nothing gaat nog groeien. Dat voelt de komedieliefhebber aan zijn lendewater. Aan de zeven toneelspelers (waaronder de sterk debuterende Victor IJdens en de routinier good old Bart Klever) plus de vijf musici zal het in ieder geval niet liggen.
Much Ado about Nothing in het Amsterdamse Bostheater t/m 9 september, dinsdag t/m zaterdag; bostheater.nl
Beeld: (1) Much Ado about Nothing, door het Amsterdamse Bostheater en het Noord Nederlands Toneel (Ben van Duin)