Op Metacritic scoort Uncharted 4: A Thief’s End een whopping 93 procent, gebaseerd op de mening van 99 recensenten. Universal acclaim, zoals dat heet. De game van producent Naughty Dog is het best verkochte in elk land waar het is uitgekomen.

Ik was vergeten dat ik het had besteld – de releasedatum was een paar keer uitgesteld. En toen lag het ineens op mijn deurmat. De Giro nadert zijn ontknoping, Kruijswijk rijdt in het roze, Roland Garros is begonnen, het EK staat voor de deur. En daarna de Tour, en de Olympische Spelen. Kortom, mijn volgende roman liet al een tijdje op zich wachten, en nu dan ook nog Uncharted 4.

In de drie eerdere edities speelde je Nate Drake (met zo’n naam moet je wel actieheld zijn), een professioneel schatzoeker in de lijn van Indiana Jones, die consequent in musea, kastelen en kathedralen moet inbreken om schatkaarten te stelen die naar lang verloren gewaande beschavingen en Inca-schatten leiden. Denk aan El Dorado, of het ondergrondse rijk van Shambala. Deel 4 is niet anders, behalve dan dat Nate iets minder dynamisch begint. Als het verhaal start ben je met Nate aan het duiken – wat zoek je? Een piratenschat? Een gezonken nazi-onderzeeër met oorlogsgeheimen? Nee, je zoekt een vrachtje van een commerciële partij. Nate werkt inmiddels voor een verzekeringsbedrijf, alles gaat volgens de regels. De machoheld is gedomesticeerd. De volgende scène ben je thuis op zolder, waar je langs de memento’s van je vorige avonturen gaat. Je kunt een speelgoedpistool oppakken en schuimrubberen kogeltjes schieten, tot je vrouw je naar beneden roept. Het eten is klaar, je vrouw zit op de bank, een Netflix-avondje voor de boeg. En niet eens Netflix & Chill – die route hadden andere game-ontwikkelaars zonder meer gekozen, maar Uncharted is altijd nogal kuis geweest. De enige anatomy die Nate te zien krijgt is Grey’s.

Maar Nate heeft het Godfather 3-complex: ‘Just when I thought I was out, they pull me back in.’ In dit geval is ‘they’ zijn lang verloren broer Sam, die hij vijftien jaar geleden doodgeschoten zag worden toen ze uit een Zuid-Amerikaanse gevangenis ontsnapten. Niet dus. Sam heeft al die tijd in die gevangenis gezeten, een paar littekens rijker, en is door een maffiabaas vrijgelaten omdat hij beweerde een lang verloren schat te kunnen vinden. Daarom is hij bij Nate: als hij zijn broer niet helpt de piratenschat van Henry Avery te vinden, gaat z’n kop eraf.

En dus gaan ze langs zwaarbewapende kunstveilingen in Italië, waar artefacten gestolen moeten worden die hints bevatten waar de schat ligt, naar een kasteel in de Schotse hooglanden, naar de oude haven van Madagaskar. Als dit klinkt als een buitengewoon clichématige start van een avonturenverhaal, dan is dat omdat alles aan Uncharted ook cliché is. Natuurlijk is de held een robuust figuur met een hart van goud. Natuurlijk is zijn partner in crime een oudere mentor, met een eeuwige sigaar in zijn mond en een cynisch gevoel voor humor. Natuurlijk zit er een sadistische concurrent achter hen aan. En natuurlijk zal die lang verloren broer wel niet te vertrouwen zijn – al ben ik daar nog niet aanbeland in het spel.

Ik durf te wedden dat die 99 recensenten die het spel samen een 93 procent geven die clichés ook wel zien. En waarschijnlijk de miljoenen gamers ook. Waarom zijn ze dan zo lyrisch? Ik denk om dezelfde reden dat James Camerons Avatar de commercieel meest succesvolle film ooit is. Alles aan het verhaal en de personages kun je voorspellen, maar mijn god, wat is de wereld mooi. Zo ook bij Uncharted: de wereld waar Nate Drake doorheen banjert is van een schoonheid die je alleen in National Geographic tegenkomt. Een Italiaans landhuis, mooier dan de beste commercieel fotograaf het kan vastleggen. De nevelen op de Schotse hooglanden, sfeervoller dan het beste Instagram-filter kan opleveren. De apotheose van het vorige deel speelde zich af in de mythische Stad van de Duizend Pilaren; Nate werd beschoten door honderden schurken, je moest hem van platform naar platform laten springen, maar steeds pauzeerde ik het beeld, niet omdat het te spannend was, maar gewoon om even met open mond naar de achtergrond te kijken. De details waren zo goed, de vergezichten zo fraai. De wereld op z’n allermooist, dat is de verslaving, dat is de 93 procent waard – zelfs al weet je dat die Stad met de Duizend Pilaren niet bestaat. Bestond hij maar, denk je als gamer. Wat zou dat prachtig zijn.