Op de dag dat toestemming voor een windmolenpark in de Noordzee bekend werd, bezocht Man bijt hond een schilder in Egmond die die molens ter lering in een van zijn zeegezichten penseelde. We waren het met hem eens: een verschrikkelijke aanblik. Het uitzicht dat we delen met de eerste mensen die hier woonden in één klap verwoest. Dat litteken aan de horizon komt te laat om een rol te spelen in Peter Delpeuts Dromen van Holland (Human): zoektocht naar wat over is van het West-Nederlandse landschap dat in de negentiende eeuw vaak geschilderd is door buitenlanders. Grotendeels bestaat dat niet meer, door hoogspanningsmast en bedrijventerrein, al ligt tegen over de kerk van Overschie nog altijd weiland met hoogteverschillen (uniek) en met koeien (zeldzaam). Daar kunnen we ons (vingers in de oren tegen verkeers- en vlieglawaai) in een bijna verdwenen land wanen, zoals getekend en geschilderd door Hills, Turner, Monet en Whistler.

Het aardige van die invalshoek is dat dat landschap door hen nu juist niet als «gewoon» maar als exotisch werd gezien – vanwege polder, molen, klederdracht, bomschuit en bollenveld (dat laatste toen voor Nederlanders te vulgair om af te beelden). Toch was die exotische werkelijkheid hen vaak niet voldoende, of ze zagen wat ze wilden zien: het licht op Turners gezicht op Dor drecht lijkt op dat van Cuyp maar niet op enig hier bestaand licht. Het is «kunstlicht, een mooie illusie». Althans, volgens dichter Jan Eijkelboom. Zelf aarzel ik: zaterdagochtend, helder met roze wolken, viel er een licht ons huis binnen zoals ik het nooit eerder zag en dat ik, indien geschilderd, als fantasie had beschouwd. Delpeut eindigt met Harmen Kooistra, die het Groene Hart van driehonderd jaar her schildert door letterlijk en figuurlijk met de rug naar de snelweg te staan: ook een manier van dromen dus.

Wie dat niet wil en «historische werkelijkheid» zoekt raad ik dringend The Lost World of Mitchell and Kenyon aan, vrijdag BBC2. Een selectie uit achthonderd korte nitraatfilms, 1900-1910, in Blackburn ontdekt en prachtig gerestaureerd – alsof de foto’s uit die tijd tot leven komen. Die Welt von gestern in Albion. Bijna op elke film massa’s mensen: spitsuur, uitgaande fabrieken, visverkoop in de haven, optochten, sportwedstrijden, heldenontvangsten uit de Boerenoorlog. Die drukte is geen toeval, maar werd bewust opgezocht: de makers vertoonden de films op kermissen en in music-halls (bioscopen bestonden niet) en hoopten dat men naar zichzelf zou komen kijken. De toon van presentator Dan Cruickshank is fluisterend-hysterisch, maar zijn sociaal-historische informatie is rijk. Een klassenmaatschappij waarin je op zondag nog je «goeie goed» droeg. Tegelijk heel anders en heel verwant. Nog twee delen.