
The Frick is misschien wel de allerbeste verzameling die er is, bijeengebracht vanaf het einde van de negentiende eeuw door de cokesmagnaat Henry Clay Frick en zijn nazaten en gehuisvest in hun voormalige woonhuis aan Fifth Avenue. Het is een tamelijk compacte verzameling, vooral gericht op de westerse kunst tussen 1300 en 1900. Nogal wat van die Amerikaanse miljonairs lieten zich op de kunstmarkt knollen voor citroenen verkopen – Fricks tijdgenoot Joseph Widener kocht bijvoorbeeld drie Vermeers, die alledrie vals bleken – maar de drie Vermeers van Frick zijn echt, en de Veroneses ook, en de Rubensen en de Van Dycks, enzovoort. Alles is er: Bellini, Boucher, Bronzino, Breughel, Chardin, Cimabue, Constable, Corot, Cuyp – om het even bij de B’s en de C’s te laten.
Het uitzonderlijke is misschien niet zozeer dat de Fricks goede dure spullen kochten maar dat ze stukken vonden met aanzienlijke kunsthistorische meerwaarde, stukken die bijvoorbeeld voor de kunstenaars zelf belangrijk waren geweest. Bijvoorbeeld: The White Horse van John Constable (1776-1837), nu te zien in Den Haag. Daarover zei de schilder zelf: ‘Er zijn in het leven van een kunstenaar over het algemeen misschien maar één, twee of drie schilderijen waar meer dan gewoon belang aan te hechten is – en dit is het mijne.’ Constable was bepaald geen rijke kunstenaar; de verkoop van het doek in 1819 voor honderd pond aan zijn vriend John Fisher, de bisschop van Salisbury, was zijn eerste serieuze succes, en toch kocht hij het elf jaar later uit Fishers nalatenschap terug, zo belangrijk was het voor hem.
Het witte paard is een prachtig schilderij. Op een zomerse dag ergens op het platteland van Suffolk wordt een jaagpaard in een platte schuit over de rivier de Stour gezet. Koeien komen aangesjokt om te drinken; een boerderij met een witte gevel staat half tussen de bomen verborgen. Ruim zomerlicht speelt ver in de verte over de velden, er waait een zomerwind, het water stroomt gestaag voorbij, boven alles staat een wolkenlucht. Het heeft wel iets van Ruisdael, en dat klopt: Constable kende en bewonderde zijn werk.
De Frick hééft een goede Ruisdael, en die hangt er dus naast. In de vergelijking is te zien dat Constable een ruimere visie had dan de Nederlander. Dat zit ’m vooral in die wolkenlucht, die het landschap meer dan bij Ruisdael grote diepte en adem geeft. De lucht was voor Constable ‘de toonsoort, het belangrijkste instrument voor het gevoel’. Hij maakte er studies van, met precieze notities over het weer, de richting van het licht, het tijdstip. The Frick bezit twee van die studies, en die hangen er ook, in Den Haag. Dat is wat een superieure collectie als The Frick vermag: Constable’s belangrijkste werk tonen met een schilderij van zijn grote voorbeeld, daarbij twee schetsen van de wolken, als een symfonie in vier delen.
The Frick Collection: Art Treasures from New York. Mauritshuis, Den Haag, t/m 10 mei
Beeld: John Constable, Het witte paard, 1819. Doek, 131,4 x 188,3 cm (Michael Bodycomb / The Frick Collection, New York)