Drive Your Plow Over the Bones of the Dead, regie Simon McBurney © Mark Brenner

Toen de gezalfde koning Charles nog slechts prins Charles was, was hij een tijd lang de meest gevreesde architectuurcriticus van Groot-Brittannië. Nu geldt ook daar een goede gewoonte van ministeriële verantwoordelijkheid, maar halverwege de jaren tachtig kon Charles zich niet inhouden en begon in lezingen een frontale aanval op de onpersoonlijke, brutalistische, modernistische architectuur die Londen ‘meer schade had aangericht dan de Blitz’.

Het National Theatre aan de Theems zag eruit alsof iemand ‘een nucleaire reactor midden in Londen had gebouwd’, de nieuwe British Library leek ‘op de aula van een academie van de geheime politie’, een bibliotheek in Birmingham leek op ‘een plek waar boeken worden verbrand, niet bewaard’. Zijn meest gememoreerde oneliner gebruikte hij voor het ontwerp van een uitbouw van de National Gallery: ‘Een monsterlijke steenpuist op het gezicht van een geliefde en elegante vriend.’

Het gevolg was dat verschillende voorgenomen architectonische plannen van tafel werden geveegd en het Engelse publiek er een term bij kreeg die het nog steeds te pas en te onpas gebruikt om te protesteren wanneer nieuwbouwplannen te abstract, te kil, te groots zijn. Het c-woord, noemde The Guardian het, carbuncle, oftewel steenpuist.

Dit is zomaar iets om in gedachten te houden als je door de Barbican loopt, het theatercomplex vlak boven de City. Open beton, kolossale ruimtes, bruine meubels, gelig linoleum – er zijn vliegveldgates gezelliger dan dit.

Vreemd genoeg voelt de grote theaterzaal dan erg intiem. In een C-vorm draaien de rijen met stoelen om het brede podium. Je hebt verrassend goed zicht op de zaal, je wordt er meteen alert van – zeg, dat lijkt Julian Barnes wel, en dat is Simon McBurney (‘uit Harry Potter?’ ‘Nee, hij is de regisseur van het stuk!’). En wie zit daar naast Deborah Levy? Zie ik het goed, zeg, dat lijkt wel, dat kapsel – dat is Olga Tokarczuk!

Het stuk in kwestie is van Olga Tokarczuk, of in ieder geval is het gemaakt naar haar roman Jaag je ploeg over de botten van de doden. In het Engels: Drive Your Plow Over the Bones of the Dead, straks de openingsvoorstelling van het Holland Festival in Amsterdam.

Na drieënhalf uur spelen onderbreekt de hoofdrolspeelster de lyrische ovatie en vraagt ze speciaal aandacht voor de schrijfster van het boek: Nobelprijswinnares, Olga…!

Tokarczuk slaat een hand voor haar gezicht, haar gezelschap lacht zich rot. Gegeneerd neemt ze het applaus in ontvangt.

De heldin van Drive Your Plow heet Janina Duszejko. Op het toneel staat ze achter een microfoon, met haar jas nog aan, plastic tas in de hand, een beetje alsof ze per ongeluk op het podium van een comedyclub is beland.

Tussen Janina’s verhaal en het politieke klimaat zit amper afstand

Hoe zou je Janina typeren? Lief, denk ik. En een beetje beangstigend. Iemand met wie je wat babbelt bij de bushalte en opeens begint ze te vragen naar je band met je moeder. Of ze pakt ongevraagd je hand en leest je levenslijnen.

Het is iemand die zegt geen ruimte in te nemen, maar die dan, eenmaal achter die microfoon, zichzelf verrast door hoeveel ze te melden heeft. En hoe grappig ze is. Ze heeft het over de toenemende gevoeligheid van vrouwen van haar leeftijd, zo rond de zestig, en hoe mannen van die leeftijd die gevoeligheid steeds meer ontberen. Ze noemt het ‘TS’, Testosteron Syndroom, waarvan de symptomen behelzen dat mannen een afnemende sociale intelligentie hebben en tegelijk een toenemende interesse voor gereedschap en boeken over de Tweede Wereldoorlog.

Maar veel tijd om te mijmeren heeft Janina niet. Er wordt op de deur gebonsd, hard gebonsd. Het is haar zonderlinge buurman, Oddball. (‘Hij heeft vast Mercurius in een zwijgend teken’, zegt Janina, ‘ik denk op de cusp van Steenbok, of anders oppositie Saturnus. Of misschien Mercurius in retrograde.’) Ze moet vlug komen; de andere buurman, Big Foot, is dood aangetroffen!

We bevinden ons in een Pools dorp in de bossen, op een hooggelegen plateau in Silezië, vlak bij de grens met Tsjechië. De huizen staan ver uit elkaar, de mensen vinden dat wel fijn. Big Foot ligt er in zijn ondergoed. Hij lijkt tijdens het eten gestikt in een botje. Maar Big Foot was een fervent jager, en terwijl Janina door de ramen kijkt ziet ze een groep herten staan toekijken. Het is, denkt ze, alsof de herten het gedaan hebben, alsof de natuur wraak neemt. >

De herten, die worden ook door de acteurs gespeeld. Ook de vossen, de honden. Theatergroep Complicité, van regisseur Simon McBurney, heeft er een kunst van gemaakt zware, literaire werken speels te behandelen. Eerder al deden ze Boelgakovs De meester en Margarita (was eerder ook te zien op het Holland Festival), Murakami’s De olifant verdwijnt en Coetzee’s Foe. Drive Your Plow is daarin een masterclass: ja, ze hebben een flink gevuld podium en ze projecteren soms op een immens scherm achtergronddecors, maar het merendeel van de theatrale middelen is eenvoudig, menselijk. Acteurs houden een lampje omhoog, gaan in een rij staan, in een cirkel, zetten hun handen op hun hoofd als een gewei en zijn ineens hert. Moeiteloos stappen acteurs die voorheen opgingen in de anonieme categorie ‘dorpsbewoners’ naar voren en spelen opeens korte scènes waarin ze een heel mensenleven oproepen.

Sowieso is dat wat Janina wil, zoals op zijn manier prins Charles ooit: de menselijke maat. Ze wil niet het onpersoonlijke, niet het anonieme. Ze wil openstaan voor mensen. En zo neemt regisseur McBurney zijn tijd om, midden in die strakke whodunit die Drive Your Plow ook is, Janina even een gesprekje aan te laten knopen met een student of met een winkelbediende. Midden in de drukte staan ze stil bij hun levens, wat ze met zich meezeulen, waar ze op hopen. Uit het niets ontstaat een romance tussen Janina en de bezoekende entomoloog Boros. Hij fluistert haar dingen over insecten in, ze roken een joint, belanden in een halve orgie. Ja ja, ook zestigers hebben lol, zegt Janina.

Precies dit is wat Drive Your Plow een verrassend hoopvol en warm toneelstuk maakt: het gaat over een vrouw in een dorp waar ze zich niet thuis voelt. Zij is gevoelig; de Polen zijn hard. Zij gelooft dat alles een ziel heeft, dat je daarom, bijvoorbeeld, geen vlees mag eten; de rest van het dorp kent geen groter plezier dan jagen. Zij geniet van de natuur; de lokale ondernemers kappen, graven en stoken in de natuur en profiteren ervan. En toch maakt Janina contact, met de individuele mensen. Ze ziet hun verdriet, hun verlangen, en heeft verbluffend goedaardige gesprekken met ze.

Janina praat het stuk aan elkaar – een duizelingwekkende hoeveelheid tekst voor hoofdrolspeelster Kathryn Hunter. Het stuk staat of valt bij haar kwetsbare charme, het verdriet voor haar verdwenen ‘meisjes’ (haar honden), haar morele kompas, haar hoop voor de mens.

Hoe zou je Janina, de heldin van het verhaal, typeren? Lief, denk ik. En een beetje beangstigend

En ondertussen is er dus die whodunit. Want na Big Foot sterft ook bordeeleigenaar Innerd, daarna de commandant van de politie, en daarna de voorzitter van de plaatselijke jachtvereniging. Janina wordt gesterkt in haar theorie dat de dieren wraak nemen, want stuk voor stuk zijn de doden prominente jagers. Janina gaat op onderzoek uit.

Het verhaal wil dat Jaag je ploeg over de botten van de doden (2009; de titel komt van de Britse negentiende-eeuwse dichter William Blake; Janina werkt aan vertalingen) voor Olga Tokarczuk een uitstapje was. Iets leuks en lichts dat ze schreef als afleiding, terwijl ze aan een ander, moeilijker boek werkte.

Voor haar andere boeken, waarvan De rustelozen (2007) waarschijnlijk internationaal de bekendste is, gebruikte ze de term ‘constellatieboeken’. Zoals een sterrenbeeld alleen zichtbaar is wanneer je zelf de lijntjes trekt tussen de sterren; Tokarczuk vertelt verschillende verhaallijnen die zich op andere plekken en in andere tijden afspelen en die op het eerste oog weinig met elkaar gemeen hebben. Een man raakt zijn vrouw kwijt op een eiland, het hart van Chopin wordt van Parijs teruggesmokkeld naar Warschau, een Nederlandse anatoom ontdekt de achilleshiel in zijn eigen geamputeerde been, een vrouw bezoekt een oude, stervende geliefde in Polen. Pas als je doorleest merk je vanzelf dat Tokarczuk een thematisch sleepnet hanteert waarmee ze alles bij elkaar trekt. Kwijtraken, zoeken, vinden, terugkeren, van huis gaan.

Als je wil kun je daar een politieke opvatting in aantreffen: wat Tokarczuk laat zien is dat een verhaal nooit het enige verhaal is en dat er telkens meer dan één waarheid is. In conservatief, nationalistisch Polen is dat niet altijd een welkome boodschap. In De Jacobsboeken, haar meest ambitieuze (of in ieder geval: dikste) boek, behandelde ze het waargebeurde verhaal van de joodse Jacob Frank, die in de achttiende eeuw zichzelf tot messias uitriep en een sekte begon waarin joodse en christelijke tradities samensmolten. In een land waarin antisemitisme welig tiert was zo’n roman van ’s lands bekendste schrijver een statement. ‘Er is geen Poolse cultuur zonder joodse cultuur’, zei Tokarczuk.

Maar goed, Jaag je ploeg, een internationale bestseller, genomineerd voor god weet hoeveel prijzen, schreef ze dus als tussendoortje. Dat deed ze gek genoeg in Nederland, waar ze een Nias-fellowship kreeg. Voor haar aanmelding had ze gezegd dat ze aan een historisch boek werkte, waarvoor ze serieus onderzoek moest doen (dat werd De Jacobsboeken), maar ze kon niet ophouden aan Janina te denken. Elke ochtend werd ze wakker, vertelde ze recent in een groot interview in The Paris Review, en was ze benieuwd wat er nu weer zou gebeuren.

Bovendien smolt ze samen met Janina. Ze stopte haar vol met haar interesse in sterrenbeelden en astrologie. Sinds de jaren negentig woonde ze in het gebied waar Jaag je ploeg zich afspeelt – ze was verbaasd over de mensen die ervoor kozen in zo’n afgelegen gebied te wonen, excentriekelingen vaak, die per toeval in de regio terecht waren gekomen. Op een gegeven moment, vertelde ze, had ze drie buren die onafhankelijk van elkaar met vertalingen van William Blake bezig waren.

En met Janina deelde ze haar symbiose met de natuur. In The Paris Review zegt ze: ‘Wanneer ik, bijvoorbeeld, een rat of een vos tegenkom, en ik kijk ze aan, dan voel ik een kosmos in hen. Om zo’n wezen te reduceren tot “maar een dier” is alsof ik ontken dat die kosmos bestaat, dat er een hele wereld in hen is die we niet kennen. Gisteren nog trok er een stoet herten door onze vallei, richting de Tsjechische grens – een hert gevolgd door dertig reeën. De hond van een buurman had eerder deze week een ree doodgebeten. Ik vroeg me af – ik maak graag verhaaltjes in mijn hoofd – of dit niet haar uitvaart was.’

Het is ironisch. De Jacobsboeken was expliciet politiek. Tijdens haar research naar de achttiende eeuw kwam ze brieven tegen van een Poolse gravin die midden op het dorpsplein van Rohatyn (nu Noord-Oekraïne) uitriep: ‘Spreekt er hier dan niemand Pools?!’ Want iedereen sprak Jiddisch. Het laten zien van de multiculturele en multilinguïstische geschiedenis van Polen, die door rechts-conservatieven zo wordt ontkend, was de drijvende kracht van haar schrijven.

De roman Jaag je ploeg – en dus het toneelstuk Drive Your Plow – is dan politiek bij toeval. Dat wil zeggen: Tokarczuk bedoelde het niet zo toen ze het in 2009 schreef, maar regisseur Simon McBurney heeft heel slim aangevoeld dat er amper afstand zit tussen Janina’s verhaal en het politieke klimaat. Het gaat over natuur tegenover kapitalisme, over het individu tegenover de massa, over afwijken van een onderdrukkende behoefte om ‘normaal’ te zijn. Net zozeer gaat het om een oudere vrouw die gehoord wil worden, in een machomaatschappij die haar (want: oud en vrouw) niet zomaar serieus neemt. Janina strijdt tegen de walmende giftige mannelijkheid van de jagersvrienden, die zich uit in casual seksisme en chauvinistische xenofobie. Als ze dan vervolgens met de mannen individueel spreekt ziet ze dat het stumpers zijn, niet opgewassen tegen een veranderende wereld.

En dit is dan het kleine wonder: het politieke domineert niet. Daarvoor is de regie te speels, de hoofdpersoon te onthecht, de vertelling te sprookjesachtig, zijn de acteurs te lief en te geestig, en is de ontknoping – voor wie de roman nog niet las – te onverwacht. Drie uur duurt de voorstelling, maar wat een snelle drie uur.

Drive Your Plow Over the Bones of the Dead van Complicité is te zien op 1, 2 en 3 juni in ITA