
Caïro, New York, Guangzhou en Beiroet, Jan Rothuizen heeft zijn voetstappen al op veel plekken op aarde achtergelaten. In telkens hetzelfde stramien: wandelen, observeren, als een razende notities maken en later in het atelier deze uittekenen tot complete kaarten. Maar toen hij besloot z'n wandelingen naar zijn geboortestad, Amsterdam, te verplaatsen, bleek dit een moeilijkere stap dan verwacht:
‘Deze stad zit zo dicht op mijn huid dat het lastig was om haar goed te kunnen zien. Ik kwam erachter dat Amsterdam klein is, dat de routes van mijn dagelijks leven telkens naar dezelfde straten, plekken en mensen gingen. Het trof me dat ik vaker op Manhattan dan in Amsterdam Zuidoost was geweest.’

Waarom Rothuizen eigenlijk zoveel wandelt? Om de stad weer te zien.
De gewoonte heeft als eigenschap dat ze dingen onzichtbaar maakt. Sommige mensen gaan daarom op vakantie. Ze reizen niet alleen om weg te zijn, maar ook om hun eigen leefomgeving weer met een nieuwe blik te kunnen zien. Een andere manier om je leefomgeving opnieuw te beleven is door vast te leggen wat je weet en ziet. Loop eens in gedachten, met je ogen dicht, een route die je dagelijks aflegt. Je zult versteld staan hoeveel informatie er in je opgeslagen zit

In Rothuizens tekeningen zit veel rijkdom verscholen. Historische feiten gaan moeiteloos over in verwondering als Rothuizen over het Centraal Station schrijft dat het beroemde gebouw van Albert Cuypers gebouwd is op 8687 palen, waarna hij erbij schrijft ‘Dat is een heel bos!’. Hij geeft de lezer tips welke plekken je moet vermijden - de plek midden in de stationshal waar mensen staan te bellen en de drukke westingang van het station. Daarnaast geven de kaarten een levendige indruk van hoe zijn dag was, welke zaken Rothuizen zijn opgevallen -een rare vogel die patat eet van de vloer - en koppelt hij continue terug naar zijn eigen leefwereld - ‘in de ochtendspits ruikt het hier naar zeep en aftershave’. Een dubbelportret ontstaat: Jan Rothuizen en zijn Amsterdam.

Aan de ene kant ontmantelt Rothuizen de stad zoals we die kennen van ansichtkaarten; de voorkant zoals Sterre Sprengers al eerder beschreef in haar column van afgelopen zondag. Welbekende plekken als het Vondelpark, Centraal Station en het Leidseplein worden door rake observaties weer even van museumplaatje naar een levendige plek in het hier en nu teruggebracht. Zo schrijft Rothuizen over de 9 Straatjes:‘ Het aanbod lijkt enorm, maar schijn bedriegt. Als je schroeven nodig hebt of een hamer wilt kopen, zul je toch naar een andere buurt moeten gaan.’

Aan de andere kant neemt ‘De Zachte Atlas van Amsterdam’ je ook mee naar plekken die je normaal gesproken niet ziet, de achterkant van de stad. Zo tekent Rothuizen het asiel voor dieren, een bankkluis van de Nederlandse bank, het grenshospitium en een 24 uurs opvang voor verslaafden. En toont hij de stad door de ogen van anderen: een chinese illegaal, een blinde persoon en ook wandelt Rothuizen mee met Job Cohen die toentertijd nog burgervader was van Amsterdam.

De kaarten zijn in het groot te zien door op de slideshow bovenaan te klikken.
Meer lezen en kijken?
Voor Stadsleven ‘De Stad door Andere Ogen‘ laten we een maand lang de stad van een andere kant zien. In de maand december zal elke dag een post worden geplaatst waarin bijzondere kijkers en kunstenaars ons idee van wat een stad is uitdagen. Lees ze hierallemaal terug.
Wil je als eerste weten welke mooie dingen Stadsleven in 2014 in petto heeft? Geef je dan op voor de maandelijkse nieuwsbrief, en volg Stadsleven op Facebook of Twitter.